maandag 24 juni 2013

Henk kiest: sijne lieve huijsvrou #stukvanhetjaar

...Henk leest zijn favoriete stuk...
Tijdens de Maand van de Geschiedenis - in oktober a.s. - vindt de landelijke online verkiezing Stuk van het Jaar plaats. Natuurlijk doet ook het BHIC hieraan mee! Verschillende BHIC-medewerkers hebben hun favoriete stuk uitgezocht. Vanaf 1 juli a.s. kun je je stem uitbrengen op: www.bhic.nl/stukvanhetjaar. Op ons blog presenteren de BHIC-medewerkers hun favorieten en nu is het de beurt aan Henk.

De afgelopen decennia heb ik vele duizenden archiefstukken door mijn handen laten gaan. Vooral de kaarten zijn me bijgebleven, want daarop zijn interessante ontdekkingsreizen te maken. Toch is “mijn” mooiste stuk geen kaart…

Ruim tien jaar geleden werkte ik mee aan het Historisch Waterplan van de gemeente Lith. Aangezien van het dorp Lith het schepenbankarchief vrijwel volledig is bewaard van 1448 tot de Franse Tijd, leek het nuttig daar eens doorheen te lopen met in het achterhoofd alle mogelijke waterkwesties: de Maas, weteringen, dijken, de dorpsgracht, overstromingen etc. etc. Wekenlang zat ik gebogen over soms bijna onleesbare passages, maar er kwam een schat aan relevante gegevens naar boven.

De periode 1580-1600 vertoonde grote lacunes. Dat hing direct samen met de opstand tegen de Spaanse koning Filips II. De Brabantse Maaskant was toen frontgebied. Militairen van zowel de Spaanse als Staatse kant teisterden het platteland, zodat de dorpelingen huis en haard in de steek lieten. Ook Lith moet jarenlang een spookdorp zijn geweest, waar dus ook niet werd bestuurd en recht gesproken. Maar op 16 december 1593 kon Claes Lenaertszoon van den Wijer er aan de slag als secretaris van de dorpsschepenen. Honderden bladzijden van protocol nummer 52 zijn daarna door hem volgeschreven, in een moeilijk leesbaar handschrift. Er tussendoor krabbelde hij soms schietgebedjes en wijze spreuken neer. Maar de mooiste notitie vond ik voorin:

Stijntken, mijn zeer lieve huisvrou, is kranck geworden den 16en martii ontrent den sonnen onderganck. Ende is gestorven den 25en martii [15]97 metten zonnen opganck, zijnde onser L.Vrouwen Boetschapdach. Godt almechtich zij haer (...) ziel genadich. Ende ons als wij nacomen. Amen.

Ik was benieuwd of er elders in het protocol, waar de acten van maart 1597 waren opgetekend, nog iets te vinden was in verband met dit overlijden. En ja hoor: op 23 maart hadden Claes en Stijntken hun testament gemaakt. Hijzelf was op dat moment “gesont van lichaem”, maar zijn vrouw was “kranck van lichaem, nochtans met goeden volcomen verstant”. Claes zelf had de tekst uitgeschreven, conform het gebruikelijke model, op één woord na: Stijntken was “sijne lieve wittege huijsvrou”!

Henk Buijks
Regiohistoricus BHIC 

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Hanneke kiest: de brief van Van Gogh
- Marilou kiest: het schriftje van de pastoor

Geen opmerkingen: