maandag 30 maart 2015

Marilou Nillesen duikt graag in een andere tijd


Drie keer in de week verschijnen op deze blog verhalen over opmerkelijke archiefstukken, bijzondere genealogische akten of mooie foto's. Deze blogs worden geschreven door Lisette Kuijper, Annemarie van Geloven, Christian van der Ven en Marilou Nillesen. De komende maandagen stellen de blogschrijvers zich voor. Marilou sluit af.

Ik ben Marilou Nillesen en ik werk bij het BHIC; deels op de studiezaal in Grave en deels bij het Projectenbureau in Den Bosch. Ik werk nu zeven jaar bij het BHIC, na een journalistieke loopbaan bij onder meer het Eindhovens Dagblad. Maar ooit geschiedenis gestudeerd en zoiets laat toch z'n sporen na ;-) Dat je voor je werk door archiefdozen mag struinen, beschouw ik als een groot goed. Ik word daar erg gelukkig van.

Wat doe je nog meer, behalve bloggen? 
Naast het werk op de studiezaal in Grave, de blogs en een wekelijkse chatdienst, hou ik me bezig met social media (FB, twitter). Verder werk ik samen met het Brabants Dagblad om oude foto’s onder de aandacht te brengen via de Fotozolder. Sinds kort zorg ik samen met René Bastiaanse voor de inhoud van de Lokale Avonden

Waarom blog je?
Een blog is een ideale vitrinekast om onze mooie, opvallende en bijzondere archieven of foto's te tonen. Soms naar aanleiding van de actualiteit - dat l'histoire se répète komt niet zo maar uit de lucht vallen - soms ook naar aanleiding van bronnen die we online zetten. Zoals de Raad van Brabant of het project Boeven Vangen. Dat vroeger alles beter was, wordt door de archieven onmiddellijk ontkracht. Zoals mijn collega Annemarie laatst nog blogde over een overspelige dominee waarin zijn vrouw zegt: Moet ghij noch een hoer in huijs brengen? Zo'n archiefstuk is een stille getuige uit die tijd; een soort fly on the wall die na 350 jaar uit een archiefdoos komt gevlogen.

Wat is het leuke aan bloggen?
Het prettige van een blog is dat je een duik kunt nemen in een andere tijd. Als schrijver maar hopelijk ook als lezer. Even een kijkje nemen hoe het er bijvoorbeeld een eeuw geleden aan toeging en eventueel een link leggen naar wat er nu gebeurt in de wereld. Geen doorwrocht artikel maar een moment snuiven aan vervlogen tijden. En daar liefst nog iets van leren. Maar dat is waarschijnlijk een te hoog doel. Nou goed, als er iemand iets van opsteekt, ben ik ook zeer tevreden.

Is er een blog (al dan niet historisch/genealogisch) die je zelf volgt of graag leest?
Ik ben gewoonweg jalóers op De Archiefkok. Die naam vind ik subliem en het is een heel leuke blog waarop “eeuwenoude recepten weer tot leven worden gestooft.” Als dat geen inventieve manier is om archieven te presenteren, dan weet ik het ook niet meer.

Wat is jouw favoriete top 3 van je eigen blogs?
Keuzes maken blijft moeilijk voor iemand die overal aan twijfelt (dus waarschijnlijk heb ik morgen een andere top 3 ;-) maar dan hier de verhalen die ik nú het leukst vond om te schrijven:

- De bibberige handtekening verraadt een oogziekte in Ssst, luister naar het verhaal;
- Over een hoofdman die soms genadeloos was en soms juist weer heel mild in Kobus van der Slossen en het pact met de duivel;
- En ooit geweten dat het brein achter de Osse bende vermoedelijk een vrouw was?

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 
- Mag ik je Lisette voorstellen?
- Wist je dat Christian van der Ven dit óók doet?
- De veelzijdigheid van Annemarie van Geloven

vrijdag 27 maart 2015

Brief vertelt het verhaal van de eigen tijd

...uit de brief over Willem V...
We hebben ze in verschillende vormen en van veel verschillende schrijvers: mooie, bijzondere brieven. Op initiatief van Tresoar twitteren archieven en musea regelmatig een mooie brief uit hun collectie met #HistoryPost. Het BHIC doet mee en tilt een tipje van de sluier van een intrigerende machtsstrijd.

Het nieuwe initiatief #HistoryPost ging 16 maart van start en hé, laat dat nu net exact 200 jaar geleden zijn dat Willem I als soeverein vorst de titel Koning der Nederlanden aannam: formeel het begin van ons huidige Koninkrijk. In ons archief treffen we een brief over Willem V, de vader van onze eerste Koning.  Ook dan (in 1786) is het alles behalve pais en vree. Frederik Willem, koning van Pruisen, schrijft aan de Staten-Generaal dat hij niet afzijdig zal kunnen blijven als de macht van prins Willem V verder wordt beknot. 

Behalve de inhoud is het handschrift vaak veelzeggend. Dergelijke brieven vertellen het verhaal  van de tijd waarin ze zijn geschreven. Soms geven ze een inkijkje in een privégebeurtenis, maar net zo goed kan een brief exemplarisch zijn voor een gebeurtenis die het persoonlijke overstijgt. Maar altijd is het de toon, de nuance, de stijl van de schrijver die de brief als egodocument zo onderscheidend en boeiend maakt.

Doel van dit initiatief is om te laten zien dat er in archieven, musea, oudheidkamers, maar ook bij mensen thuis boeiende brieven of brievenverzamelingen worden bewaard.  Niet alleen erfgoedinstellingen maar ook privépersonen kunnen hun brieven delen.


Marilou Nillesen

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 

woensdag 25 maart 2015

De criminele familie van Louis van Gaal

...pagina 238 uit O Louis...
"Ben ik nou degene die zo slim is of ben jij zo dom?" Zo, deze uitspraak is al bijna twintig jaar oud en toch weet vrijwel iedereen over wie het gaat: Louis van Gaal. Sportjournalist Hugo Borst schreef een boek over deze voetbaltrainer en voormalig bondscoach. En dook daarvoor ook in de archieven van het BHIC. 



Hugo Borst heeft al vijfendertig jaar een haat-liefdeverhouding met Louis van Gaal. Hoe komt het dat die oud-middenvelder van Sparta hem sinds zijn zestiende zo bezighoudt? In zijn boek "O, Louis" waagt hij zich aan een scherpe analyse van Van Gaal. Wie is die weerbarstige, begenadigde admiraal? In zijn zoektocht komt Borst ook uit bij het BHIC. Want een paar achterneven van Van Gaal blijken in het verleden voor de rechter te hebben gestaan.

Het gaat om Martinus (31 jaar) en Adrianus (25 jaar) van Gaal. Allebei arbeider, en samen met de 29-jarige timmerman Jacobus van Rakt hebben ze in 1889 ruzie in een café. Het drietal wil niet opstappen als de kroeg gaat sluiten en viert haar frustratie bot op de veldwachter. Uit het verslag blijkt dat Martinus de veldwachter "op de rechtervoet stampt en over de rechterhand krabt zodat hij verwond werd". Voor deze mishandeling worden ze door de rechter veroordeeld tot 21 dagen cel.

...Martinus en Adrianus van Gaal...
Dezelfde Adrianus duikt twee jaar later ook weer op bij een vechtpartij waarvoor hij uiteindelijk wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs. Dan resteert alleen nog de 41-jarige Cornelis Johannes van Gaal, bierhuishouder. Hij schonk jenever zonder dat hij daar een vergunning voor had. Maar Cornelis stelt dat hij toen zelf niet in het bierhuis was en dus geen jenever heeft kunnen schenken. Oftewel, hij heeft dat niet zelf gedaan. De rechter vindt het overtuigend en spreekt hem vrij.

Verder komt in het boek aan de orde dat de voorouders van Van Gaal niet uit Amsterdam komen maar uit Brabant; Heeze om precies te zijn. Een voorvader van Van Gaal is zelfs te koppelen aan Dirk Hezius.
(Met dank aan collega Ellen voor de tip!)

Marilou Nillesen

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Van lauwerkrans naar burgemeestersketting
- TOPvoetbal

maandag 23 maart 2015

De veelzijdigheid van Annemarie van Geloven


Drie keer in de week verschijnen op deze blog verhalen over opmerkelijke archiefstukken, bijzondere genealogische akten of mooie foto's. Deze blogs worden geschreven door Lisette Kuijper, Annemarie van Geloven, Christian van der Ven en Marilou Nillesen. De komende maandagen stellen de blogschrijvers zich voor. Dit keer is de beurt aan Annemarie.

Wie ben je?
Mijn naam is Annemarie van Geloven en ik werk al bijna 40 jaar in het archiefwezen. Als ik dit opschrijf, schrik ik er zelf van... Van assistent-streekarchivaris in de Krimpenerwaard, streekarchivaris in de Bommelerwaard, assistent-streekarchivaris bij Langs Aa en Dommel en sinds de fusie in 2005 bij BHIC als medewerker studiezaal. Ook heb ik enkele jaren een uitstapje gemaakt naar een modern secretariearchief. Heel leerzaam om bij de wieg van archiefvorming te staan. Van die periode bij de gemeente Dongen heb ik veel geleerd. 

De meeste banen waren parttime. In de vorige eeuw had ik allerlei bijbaantjes als nazorg archiefmedewerker bij gemeenten, een waterschap en zelfs bij bejaarden- en verpleegtehuizen. Mijn stage voor mijn opleiding tot archivaris heb ik doorlopen in het Rijksarchief in Utrecht, waar ik een prachtige tijd heb gehad. Daar heb ik latijns en Nederlands oud-schrift leren lezen. Tijdens mijn werk heel bewust de tijd van papier naar digitaal meegemaakt en dat vereiste ook bijscholing, zoals in zovele beroepen. Wel prachtig om dit allemaal mee te maken!

Het werken bij streekarchivariaten hield ook in dat je rond moest reizen en ter plekke je werkzaamheden moest verrichten. Ik kan nu nostalgisch terugkijken op werkplekken zoals koude en vochtige kelders, hete zolders, raadszalen die er uitzagen als knusse huiskamers met een dressoir, een hokje bij de dienst gemeentewerken. Bij een bejaardenhuis in een kelder met de prikkelende geur van de vuile was. Wat een voorrecht om dan nu in de prachtige Citadel te mogen werken!

Wat doe je nog meer behalve bloggen? 
Mijn hoofdtaak ligt bij de studiezaal. Begeleiden van bezoekers in de studiezaal, beantwoorden van vragen per e-mail, telefoon en chat. En op toerbeurt forumdienst. De laatste maanden ben ik  samen met ervaringsdeskundige Ad van Liempt intensief bezig geweest met het promoten van Kadaster ArchiefViewer op de studiezalen in Den Bosch en Grave. De meerwaarde van de ArchiefViewer is dat hierin de hulpkaarten en veldwerken van de landmeter zijn opgenomen, vaak in relatie tot hun omgeving. Dit geeft een veel beter ruimtelijk beeld van samenvoegingen en splitsingen van percelen in de loop van de tijd, dan de zuiver administratieve informatie in de kadastrale leggers. 

En verder neem ik veel vragen over gevangenen Kamp Vught en geïnterneerden na de bevrijding in 1944 voor mijn rekening. Regelmatig word ik ingezet bij het begeleiden van stagiaires. Binnenkort staat het Vele Handen project rond het toegankelijk maken van notarisarchieven via internet op het programma. Achter de schermen hoop ik daar mijn bijdrage aan te leveren.

Waarom blog je?
Hoog in mijn vaandel staat het delen van kennis met anderen en het leggen van verbanden tussen verschillende informatiebronnen. Niet alleen in de studiezaal maar ook via digitale kanalen. Het geeft zoveel voldoening dat je nu veel meer mensen kunt bereiken dan vroeger. Begrippen als ‘archief’ en ‘geschiedenis’ hebben voor veel mensen geen saai imago meer. Ook kun je een grote groep mensen laten meegenieten van oud-Nederlands taalgebruik door te citeren uit bronnen van eeuwen geleden. En mee laten kijken in het sociaal-economische leven van mensen in andere tijden.

Uit ervaring weet ik dat het schrijven van een artikel voor een historisch tijdschrift erg tijdrovend kan zijn. Het voordeel in deze jachtige tijd is dat een blog kort mag zijn en op het einde nog allerlei vragen open laten. En in tegenstelling tot vroeger is er nu rechtstreekse interactie met het lezende publiek mogelijk. Leuk is het ook dat je met blogs op allerlei actuele gebeurtenissen kunt inspelen en deze in een historisch perspectief kunt plaatsen. Soms gaat het om oude wijn in nieuwe zakken en kun je een glimlach van herkenning op gezichten toveren of nostalgie oproepen. Heerlijke emoties toch?

Wat is jouw favoriete blog?
 Naast mijn belangstelling voor cultuur- en natuurhistorie, ben ik een alfa met een bèta belangstelling. Ben erg geïnteresseerd in blogs over sterrenkunde (Govert Schilling) en ruimtevaart. Ook volg ik de blogs van Wetenschap24.

Wat is jouw favoriete top 3 van je eigen blogs?
Nr. 1 Zorgplicht gemeenten dat als basis diende voor de bijdrage van BHIC over het ‘Steun hetongelukkige schepzel Jenneke van Hal’ aan de landelijke verkiezing van archiefstuk van het jaar in 2014.


Vind je dit interessant? Lees dan ook de portretjes van:

vrijdag 20 maart 2015

Ik moet er van groeien


Kijk, hier wat een prachtige reclame voor Hero! Enne... dat archief hebben we in huis!

De geschiedenis van Hero gaat terug tot 1914. In februari 1914 vroeg Reinier Jansen een hinderwetvergunning aan bij de burgemeester in Breda, omdat hij van plan was een bedrijf op te richten dat zich bezighield met het voorbereiden van vruchten- en groentenconserven. Hij wilde het bedrijf vestigen op de eerste verdieping van het pakhuis grenzend aan zijn woning aan de Academiesingel 9 in Breda. Midden in de stad dus. 

Reiniers vader had al een exporthandel in groenten en fruit onder de naam Fa. A.G.T. Jansen & Zoon. Vooral met de Zwitserse Conservenfabrik Lenzburg Henckell und Roth onderhield hij een innige handelsrelatie. Aangezien met name zacht fruit, zoals frambozen, aardbeien en bessen, tijdens het transport gevoelig was voor bederf, drong deze Zwitserse fabriek aan op verwerking en verduurzaming van dit fruit tot halffabrikaten, zoals vruchtenpulp. Daar zag pa Jansen wel brood in, dus mocht zoonlief zich hierin vast bijten.

Zo gezegd, zo gedaan: Op 22 juli 1914 werd de N.V. Hero Conserven Breda opgericht (HERO is een samentrekking van de namen HEnckel en Roth). Al snel maakte Hero naam met zijn goede kwaliteit en brede assortiment. In de jaren ’30 begon het bedrijf met de productie van frisdranken. Wedden dat jij nu in je koelkast een fles Hero Sinas, Cassis of Fruit2day hebt staan! 

Marilou Nillesen

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Oorlogsbestendig fruit
- Reclame voor Calvé

woensdag 18 maart 2015

Vandaag: waterschapsverkiezingen!

Idyllisch plaatje van de Goorloop in Donk, waar niet altijd even zuivere zaakjes plaatsvonden...
Vandaag duiken we weer massaal de stemhokjes in om leden van de Provinciale Staten en van de waterschappen te kiezen. Ook begin vorige eeuw werden bestuursleden van de waterschappen gekozen én scherp in de gaten gehouden. De heer Van Thiel, een zeer markant persoon, was wel dertig jaar onderdeel van dit waterschapsbestuur. Dat zijn lange loopbaan niet altijd vlekkeloos verliep, staat echter als een paal boven water...

In 1924 wordt Van Thiel voor het eerst lid van het afdelingsbestuur van het waterschap 'De Aa beneden Helmond.' Het waterschap bestond uit vele afdelingsbesturen, die elk grote autonome bevoegdheden hadden en de bijzondere belangen van hun regio behartigden.

De aanstelling van Van Thiel in 1924
Het afdelingsbestuur bestond uit een voorzitter, vier leden, een penningmeester en een secretaris. Zij werden voor de duur van zes jaar aangesteld en gekozen door stemgerechtigde inwoners van dat gebied. Een beetje zoals vandaag, dus. Van Thiel behield zijn positie als secretaris van het waterschap maar liefst dertig jaar!

Een echte bemoeial!
In 1933 kwam Van Thiel voor het eerst in opspraak. Enkele collega's irriteerden zich mateloos aan de oeverloze bemoeienissen van de secretaris uit Beek en Donk. Hieronder bekritiseert hij een nieuwe werkbaas en enkele reparaties, die hij kwalificeert als 'volslagen lap werk.'

Van Thiel stak zijn mening niet onder stoelen of banken!
Van Thiel maakte er een gewoonte van om de waterstaatswerken te bezoeken en daarbij zijn ongezouten mening te geven. Dit behoorde echter niet tot zijn functie als secretaris, kreeg hij te horen. Schoorvoetend beloofde hij zijn bezoekjes terug te brengen.

Dubieuze declaraties
Ook op financieel vlak stond Van Thiel in 1933 ter discussie. Bij de uitvoering van het Goorloopplan te Donk diende hij verschillende declaraties in die niets te maken zouden hebben met dit project. In een vergadering van het dagelijks bestuur is gesteld dat 'indien de heer Van Thiel aan het waterschap wil verdienen, hij moet beginnen met te bedanken.' Toch heeft deze affaire niet tot zijn schorsing of ontslag geleid.

Verdiende de secretaris misschien geld als water?
In 1944 kwamen er nog meer dubieuze declaraties boven water. De Duitsers maakten een eind aan de werkzaamheden van het waterschap en in angst voor inbeslagname van de kostbare eigendommen verkocht de heer Van Thiel deze in een razend tempo. Namenlijsten van de kopers werden uit voorzorg vernietigd.

Na de oorlog wordt er een uitgebreid onderzoek ingesteld naar deze verkoop. Gedeputeerde Staten concluderen dat 'ondanks het gevaar dat de Duitschers een gedeelte van dit materiaal in beslag konden nemen, de verkoop daarvan ons inziens is te betreuren en er kan niet aan den indruk worden ontkomen dat in deze met overhaasting is te werk gegaan.'

Lovende woorden
Ondanks bovenstaande perikelen krijgt Van Thiel bij zijn afscheid in 1953 tóch een lovende speech. Hij heeft een groot persoonlijk aandeel gehad in de uitgevoerde werken van de afgelopen dertig jaar, zo meent de voorzitter.

Ondanks alles toch grote waardering in 1953!
Naast alle lovende woorden wordt ook de pittige persoonlijkheid van Van Thiel even belicht. Het was de voorzitter namelijk wel opgevallen 'dat de heer Van Thiel lang niet altijd met de vele vogels meezong en maar ja-knikte, doch steeds trachtte zijn eigen visie op het werk te drukken.' Zou dit positief bedoeld zijn of was dit misschien toch een kleine steek onder water?

Lisette Kuijper

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Niet stemmen? Ben je ziek dan? 
2013: nu nóg meer archieven in te zien!


maandag 16 maart 2015

Wist je dat Christian van der Ven dit óók doet?


Drie keer in de week verschijnen op deze blog verhalen over opmerkelijke archiefstukken, bijzondere genealogische akten of mooie foto's. Deze blogs worden geschreven door Lisette Kuijper, Annemarie van Geloven, Christian van der Ven en Marilou Nillesen. De komende maandagen stellen de blogschrijvers zich voor. Dit keer is de beurt aan Christian.

Mijn naam is Christian van der Ven en ik werk bij het BHIC als digitale archivaris. Inmiddels ben ik bijna 15 jaar in de archieven werkzaam, waarvan ruim 10 jaar bij het BHIC. Daarvoor heb ik gewerkt bij het inmiddels opgeheven gemeentearchief van Waalwijk, in de automatisering en als geschiedenisdocent.

Wat doe je nog meer, behalve bloggen?
Bloggen doe ik eigenlijk maar weinig, hoor. Ik ben toch vooral bezig met onze website, het coördineren van de digitale dienstverlening en projecten rond innovatie en publieksparticipatie (samenwerken met archiefgebruikers). Denk aan het project kortgeleden waarin we gevangenisregisters via crowdsourcing toegankelijk hebben gemaakt of aan onze succesvolle forums en chatservice. Veel collega’s lopen bovendien bij me binnen als praatpaal en vraagbaak. Naast Brabant Bekijken heb ik vooral veel geblogd op mijn eigen stek: www.digitalearchivaris.nl maar dat staat momenteel op een laag pitje...

Waarom blog je?
Voor mij persoonlijk is bloggen een mooie, makkelijke en toegankelijke manier om mijn gedachten te ordenen, kennis te delen en met anderen ideeën uit te wisselen. Het is ook een soort openbaar notitieblok waarin ik schrijf over archiefzaken die me bezighouden, vertel over initiatieven die me inspireren (of zo nu en dan irriteren!) en soms ook over persoonlijke dingen, zoals een verslag van een museumbezoek. Alhoewel ook dat laatste nog gerelateerd aan het werk is.

Wat is het leuke aan bloggen?
Een groot voordeel vind ik dat een blog niet per se 'af' hoeft te zijn. Het kunnen compleet doordachte en uitgewerkte wetenschappelijke artikelen zijn, maar ook gewoon hersenspinsels die je even kwijt moet. Je kunt er bovendien heel makkelijk heel snel heel veel mensen mee bereiken, met wie je door hun reacties in contact kunt komen. Blogs zijn flexibel en laagdrempelig.

Is er een blog (al dan niet historisch/genealogisch die je zelf volgt of graag leest?)
Er zijn heel veel blogs die ik volg. Voornamelijk blogs met nieuws, meningen of ideeën van collega-archivarissen, onderzoekers en archiefdiensten in binnen- en buitenland, maar ook op het gebied van bibliotheken, musea en erfgoed in het algemeen. Daarnaast volg ik blogs met nieuwtjes over digitale media en communicatie, gebruiksvriendelijkheid van websites en blogs over cultuur in het algemeen, wetenschap, rechtsgeschiedenis, historie in de wereld van computerspellen en wat al niet meer. Naast het onderwerp vind ik het trouwens ook belangrijk dat de auteur(s) van een blog de materie aantrekkelijk weten te brengen.

Wat is jouw favoriete top 3 van je eigen blogs?  
1. Vooruit dan, mijn favoriete archiefstuk nog maar eens in het zonnetje: 
2. Omdat Nederlanders zo weinig weten van de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog voor ons land: 
3. Niet ván mij, maar óver mij, of in ieder geval over een naamgenoot: 

Lees ook: 

vrijdag 13 maart 2015

Wilde klopjachten!

Oogst van een konijnenjacht in Reek in 1959
Nederland is op dit moment in de ban van de agressieve oehoe, die nietsvermoedende slachtoffers maakt in de omgeving van Purmerend. Er vindt een heuse klopjacht plaats op de angstaanjagende uil, die de (overigens diervriendelijke) vallen tot nu toe heeft weten te ontwijken.

In het verleden werd groter geschut ingezet om 'schadelijk ongedierte' bij de kladden te vatten. Allerhande vogels en ook schattige konijntjes werden met jachtweren omgebracht. Bovendien werd het geschoten wild vaak opgediend op de tafels van de rijken. Ga vandaag mee op jacht in Schaijk, Boxmeer en Grave!

'Een bekwaam konynenverdelger'
De jacht in de twintigste eeuw werd vooral gekenmerkt door het jachtgeweer. Zo is aan tientallen personen in de gemeente Schaijk een vergunning verleend om eksters, kraaien en vooral konijnen af te schieten. Maar niet iedereen viel dit 'geluk' ten deel.
Zo verleende de burgemeester van Schaijk iemand geen vergunning, 'wijl de ondervinding mij leerde dat dit zenuwachtig mensch tamelijk onvoorzichtig en slordig is, zoodat ik hem geen geweer toevertrouw in het publiek,' aldus de burgemeester. Bovendien was de handtekening onderaan het aanvraagformulier vervalst!

Er waren ook bekwame 'konynenverdelgers'  in Schaijk!
Gelukkig waren er ook kundige mensen, die wél overweg konden met een geweer. Zo wordt ene Bressers naar voren geschoven als 'een bekwaam konynenverdelger.' Opvallend is het feit dat bij de jacht gebruik móest worden gemaakt van het geweer. Mensen die honden, vallen of strikken inzetten om dieren te doden, werden bestraft en tevens werd hun vergunning ingetrokken.

Gierige graaf
De jacht was niet alleen bedoeld om dieren te doden die schade aanrichtten op landbouwgronden, maar ook om voornamelijk de rijke bovenlaag te voorzien van smakelijk 'wiltbraed.' Graaf Frans Wilhelm van den Bergh had hier in 1734 iets op gevonden; hij verbood namelijk iedereen in de heerlijkheid Boxmeer om 'wilt, hetzij jonck of oudt' te doden.
 
Verbod op het doden van 'wilt' en het pakken van patrijzen eieren
Ook mochten er geen dieren met de hand worden gevangen en moesten de inwoners van Boxmeer en Sint Anthonis van de kostbare eieren van patrijzen afblijven. Ze mochten deze zelfs niet eens aanraken! Degene die toch een poging durfde te wagen, zou worden gestraft én het gevangen jonge wild moest bovendien aan de graaf worden afgestaan. Deze graaf zal zijn buikje waarschijnlijk goed rond hebben kunnen eten van al het wild dat rond Boxmeer en 'Sint Tunnis' werd gevangen.

Smeekbede
November 1701. In Grave moest alles uit de kast worden gehaald voor de verjaardag van stadhouder Willem III, op dat moment koning van Engeland. Bij een Graafs raadslid werd een 'vrolijke maaltijd' georganiseerd, waarbij natuurlijk vele soorten 'wildbraed' niet mochten ontbreken.

Smeekbede van een arme bode om een paar kruimels wild
De brief zelf is niet het meest opvallend aan dit archiefstuk, maar wel het kleine 'vodje' papier dat er tussen is geschoven. Waarschijnlijk heeft de bode van deze missive de stoute schoenen aangetrokken in de hoop dat de heer des huizes medelijden met hem kreeg.

Hij schrijft namelijk in deze 'PS' of de lezer aan hem wil denken als de 'overvloet' van de maaltijd het lijden kan. De arme bode verzoekt hem een 'braeve maaltijd' te geven, aangezien hij al afhankelijk is van de liefdadigheid van 'confraters en andere goede vrienden.' Laten we hopen dat de rijke graven en hertogen enkele kruimels van het wilde feestmaal voor hem hebben overgelaten...

Lisette Kuijper

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Dagboek gaat nú voor je open!
- De papegaai van Nuland


woensdag 11 maart 2015

Aan tafel met meneer pastoor


Ze zijn er met handgemaakte tekeningen, maar ook met grappige tikfoutjes of geheel in de Franse taal. Maar één ding hebben alle menu’s gemeen: ze zijn verzameld door verschillende pastoors van de parochie Sint Petrus’Stoel in Antiochië Boxtel, in de jaren 1932 tot 1962.

Het is een fascinerend idee hoe die pastoors aan tafel schoven en gerechten aten als schildpadsoep, gevulde kalfsborst en zwezeriken. Om vervolgens – nadat ze met een servet zorgvuldig hun mond hadden afgeveegd – voorzichtig de menukaart in hun jaszak op te bergen. Voor alle duidelijkheid: de menukaarten geven geen beeld van het alledaagse eten van pastoors in de vorige eeuw. Het gaat om feestelijke gelegenheden: een 25-jarig priesterfeest, een huwelijk of een zilveren koster. Dat verklaart het culinaire gehalte van de vaak mooi vormgegeven kaartjes.



De menukaart bij gelegenheid van de promotie van Gerardus Smulders tot doctor in de Economische Wetenschappen (op den 25en der Wijnmaand – Anno Domino 1945) is bijzonder intrigerend. Niet zozeer door de gerechten van de feestmaaltijd (met onder andere pasteitjes, gebraden haas en koffie en gebak) maar juist door de áchterkant. Want daar is met de hand iets opgeschreven. Wij vermoeden dat het gaat om een recept (waar sowieso 3 repen, 3 eieren en 2 lepels suiker ingaan…)



En wie dacht dat er alleen maar exquise maaltijden ter tafel kwamen; er komen ook heel wat blinde vinken, kip en koppen bouillon voorbij. Soms zijn ze handgeschreven, dan weer gedrukt, of zitten er kleine tekeningetjes bij (een kerktoren met de tekst ‘bim bam bom’). En af en toe blijkt Photoshop totaal overbodig. Zoals bij de mooie menukaart van het huwelijk van Jan van Erve en Lies Bijnen. Leuk detail: de menukaarten zijn onder meer in het archief terecht gekomen, dankzij de oplettendheid van mevrouw A. van Erve, één van de dienstmeisjes van de pastoor.  

Wil je meer zien? 
Je vindt alle menukaarten in het archief 2038 Parochie Sint Petrus’Stoel in Antiochië Boxtel in het inventarisnummer 96 (Menu's van feestelijke maaltijden voor de pastoors, 1932-1962)

Marilou Nillesen

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Aardappelpuree voor ons varkens
- Pastoor De Raad

maandag 9 maart 2015

Mag ik je Lisette even voorstellen?



Drie keer in de week verschijnen op deze blog verhalen over opmerkelijke archiefstukken, bijzondere genealogische akten of mooie foto's. Deze blogs worden geschreven door Lisette Kuijper, Annemarie van Geloven, Christian van der Ven en Marilou Nillesen. De komende maandagen stellen de blogschrijvers zich voor. Als eerste is dat Lisette!

Wie ben je?
Mijn naam is Lisette Kuijper, ik ben 25 jaar en mijn eerste stappen in het archiefwezen heb ik gezet in 2010. Tijdens mijn studie Geschiedenis heb ik stage gelopen bij het Regionaal Archief Nijmegen en vervolgens ben ik doorgestroomd naar de master Archiefwetenschap, die ik vorig jaar heb afgerond. In 2011 ben ik begonnen bij het BHIC, waar ik eerst 7 maandjes in Den Bosch heb gewerkt en vanaf 2012 werk ik als studiezaalmedewerker in Grave.

Bloggen maar wat nog meer?
Bij het BHIC help ik de bezoekers die naar de studiezaal in Grave komen voor genealogisch en historisch onderzoek en daarnaast beantwoord ik vragen die per telefoon en per e-mail binnenkomen. Vooral dat laatste soort vragen neemt de afgelopen tijd enorm toe! Verder verzorg ik samen met mijn collega Piet rondleidingen voor heemkundekringen.

Naast mijn werk bij het BHIC heb ik nog een klein bijbaantje bij het Erfgoedcentrum in Arnhem, een samenwerking tussen het Museum Arnhem en de historische afdeling van de Openbare Bibliotheek. Er is dus een combinatie ontstaan van een museum en een bibliotheek; heel bijzonder! Tot slot werk ik nog bij een sportschool, waar ik een uurtje Zumba in de week geef. Juist die combinatie van deze twee grote en uiteenlopende hobby’s (geschiedenis en sport) maakt het zo leuk!

Waarom blog je? 
Als klein meisje droomde ik er altijd van om schrijfster te worden. Thuis liggen nog schriften vol korte verhaaltjes die ik vanaf mijn zevende heb geschreven. En ja, daar zaten ook ‘historische romannetjes’ bij. Verder was Geschiedenis (naast Latijn) mijn lievelingsvak op de middelbare school, dus geschiedenis en het schrijven van verhalen hebben altijd mijn interesse gehad.

Daarnaast vind ik het mooi om de verborgen schatten uit de archieven op te duiken en te laten zien. Vele mensen uit mijn omgeving associëren ‘archief’ nog steeds als iets ‘stoffigs’ en vooral heel saai! Maar dit is niet waar, integendeel! Met de blogjes hoop ik het ouderwetse beeld van archieven en archivarissen te veranderen en mensen te wijzen op de mooie pareltjes uit het verleden.

Wat is leuk aan bloggen?
Zelf vind ik het geweldig om inhoudelijk met archieven bezig te zijn en de stukken op een leuke en pakkende manier aan het publiek te presenteren. Soms kom je ook zeer dramatische stukken tegen uit lang vervlogen tijden. De geschiedenis gaat dan écht leven!

Wat is jouw favoriete blog?
Een blog die ik erg goed vind, is Historiek.net, waar wij sinds kort ook voor bloggen. Daar worden interessante historische blogs geplaatst over zeer uiteenlopende onderwerpen. Verder lees ik nog een blog op een heel ander gebied, namelijk op het gebied van (gezond) eten en lifestyle.

Favoriete top 3:
1. Op oorlogspad naar Rusland!
2. Zo moeder, zo dochter
3. ‘Opsporing Verzocht in 1733’

vrijdag 6 maart 2015

Postzegels, prentbriefkaarten en plaatjes uit Brabant van vroeger

...detail uit een kaart van 1851...
Er zijn postzegels maar ook prentbriefkaarten, oude foto's, stadsplattegronden en landkaarten van Brabant te zien tijdens de beurs van Hertogpost. Deze Bossche filatelistenvereniging viert haar 85-jarig bestaan met een beurs in de Maaspoort in Den Bosch op 20 en 21 maart.

De expositie van prentbriefkaarten gaat over het Brabantse dorpsleven. De stadsplattegronden, oude foto's en landkaarten uit de vorige eeuw gaan in het bijzonder over Den Bosch. Enkele heemkundekringen uit Brabant zijn aanwezig in verband met het 1200-jarig bestaan van de dorpen Engelen, Rosmalen, Empel en Orthen. Deze voormalig zelfstandige gemeenten zijn inmiddels opgegaan in de gemeente Den Bosch.

Brabant en Den Bosch staan ook centraal bij de Bossche boekenvereniging Vincentius. Model Spoorgroep 's-Hertogenbosch laat een tien meter lange modelspoorbaan rijden langs onder meer een maquette van het voormalige emplacement van de stroomtrammaatschappij De Meijerij aan de Boschveldweg, zo rond 1932. Ook andere typische Bossche gebouwen zijn op schaal nagebouwd, zoals de oude brandweerkazerne, het oude station en de waterput op de markt.

BHIC archief foto

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Wij maken het nog best
- Oorlog liet veel sporen na in stadsbeeld

woensdag 4 maart 2015

Hard werken maar prachtig tegelijk

...aan het werk...
Als jongste in een gezin van zes kinderen werd in een ‘ouwe boerderijke’ André Koenen geboren. We schrijven 14 juli 1937; dokter Kanters kwam met de auto. Die was gewaarschuwd door de buren die op de fiets naar Grave waren gegaan want telefoon was er nog niet.

Het waren de jaren dertig. Er was ook nog geen elektriciteit en er werd bijgelicht met petroleumlampen. Water werd uit de put gehaald, een loden pijp ging naar binnen in het huis en dan kon je pompen. Er werd gekookt op een fornuis die met briketten werd gestookt en daar werd ook brood in gebakken. Aan de zijkanten werd de was gedroogd en als er bezoek kwam, ging iedereen eromheen zitten en legde je je voeten op de standaard van de kachel. Je had iedere avond bezoek van de buren en dan werden de verhalen verteld. Iedereen hielp elkaar ook altijd, bij de slacht en op het land.

...met de traktor op het land...
André vertelt: “Naar school gingen we te voet. Eerst om half acht naar de kerk in Langenboom en daarna naar school. We liepen zomer en winter op klompen en toen ik zes was, ging ik voor het eerst naar school. Dan liep je drie kilometer, de kerk was een eindje verder. Mijn moeder deed ’s morgens (in de winter) warme as in de klompen zodat onze klompen voorverwarmd waren. Vader ging alleen op zondag naar de kerk, mijn moeder ging elke ochtend op de fiets naar de kerk. Schoenen hadden we niet want na drie jaar brak de oorlog uit maar aan het einde van de oorlog kregen we leren schoenen. Ik kreeg een paar schoenen met een driekwart hak, wat had ik daar een hekel aan, maar schoenen liepen makkelijker dan klompen.”

“Eten hadden we altijd zoals eieren, groente, aardappelen en vlees. De slager kwam in november het varken slachten. Ze kwamen met twee man op de fiets; met het gereedschap, een masker, een schraper en een brander. Dat masker had een pin en werd op de kop gezet. Die schoten ze in de kop, daarna werd er in de hals naar het hart gestoken waarna het bloed opgevangen kon worden. De anus werd eruit gesneden met een stuk dikke darm eraan en werd in de schuur opgehangen en daar werd het gereedschap mee ingevet. De blaas werd gebruikt op Vastenavond voor de foekepot. De blaas werd over een blik gespannen en er werd een rietje in gestoken en dan kon je lawaai maken en er werd bij gezongen:


Foekepot, foekepot, foekepotterij,
geef me een centje en dan ga ik voorbij”

“Heel dikwijls kwamen de buren helpen om het varken aan de kant te maken. Was alles klaar, bloedworst gemaakt en leverworst en dergelijke, dan werd er een hutspot (vleespot) naar de buren gebracht met worst en vlees erin. De buren deden dat ook na de slacht van een varken.”
“Kippen slachten deed mijn moeder altijd. We hadden er wel een paar honderd want de eieren werden verkocht aan de eiermijn in Roermond. We deden ze in een grote kist en eens in de week werden ze opgehaald. Ze werden overgeheveld naar een kist van de eiermijn. Ze zaten in rekken van honderd en ze werden meteen gewogen. Het geld werd de week erna betaald in papieren zakjes, dan waren de eieren geschouwd en geteld.”



...met de buurkinderen aan het melken...
“Toen we wat ouder werden, acht of tien, hielpen we mee op het land. Bijvoorbeeld met aardappelen rapen. Vader haalde ze eruit met de riek en wij raapten ze. En koren binden, eerst met een kleine zeis (zigt) en een pikhaak bij elkaar halen en wij bonden er stro omheen. Later kwam de maaimachine met paard ervoor. Er zat twee man op: een menner en de andere legde de stro af met een stok, in een bos (garf) bij elkaar en wij konden dan binden. De vrouw des huizes kwam met een grote pot thee en brood met gebakken eieren want tijd om te lunchen hadden we niet.”

“In de oorlog hadden we een onderduiker, want Nijmegen was platgegooid en de mensen hadden geen huis en eten meer. Eerst was er een gezin en daarna bleef een jongen over, het gezin ging naar andere mensen. De Engelsen van Market Garden lagen in onze buurt gelegerd. Allemaal tenten en de munitie, die lagen bij het Huukske. Ze hadden een aggregaat en dan hadden we overdag stroom maar ’s avonds als we het licht nodig hadden dan ging de aggregaat uit vanwege het lawaai. Het einde van de oorlog weet ik nog wel, de bevrijding. Ik ging bij m’n vader achterop de fiets naar Grave en daar heb ik de gliders zien liggen (in Overasselt) en daar heb ik ingezeten.”



...koeien liepen nog los in de wei...
“Elektriciteit kregen we in 1950. Alle apparaten stonden al klaar zoals een wasmachine, een radio, een stofzuiger en zodra de stoppen erin gingen deed alles het. Gas kregen we pas in de jaren zeventig maar we kookten toen allang elektrisch. Als jongste heb ik de boerderij overgenomen, want de oudste broers hadden al werk gevonden als timmerman en smid. 
We hebben een klein huisje erbij gebouwd voor mijn ouders maar mijn vader bleef liever in de boerderij wonen, dus ging ik met mijn vrouw in het kleine huisje wonen. Het was hard werken maar prachtig tegelijk.”

Deze gastblog is van de hand van Conny van Hees. Ben jij ook op een mooi verhaal gestuit tijdens je genealogische of historische onderzoek? En wil je dat verhaal delen? Stuur het in! Niet te lang, illustratie erbij en we plaatsen het op ons weblog. Wie durft? :-)

Vind je dit interessant? Lees dan ook:

maandag 2 maart 2015

Gebroken harten op kasteel Nemerlaer in Haaren

...kasteel Nemerlaer (schilder onbekend)...
Lang was het stil en leeg op kasteel Nemerlaer, bijna zeventig jaar. De laatste adellijke eigenaar had in 1880 bij testament bepaald dat het oude jachtslot pas weer mocht worden bewoond als de jongste erfgenaam  - een neefje van 12 jaar  -  80 jaar zou worden. Aan dit zonderlinge testament lag een familievete ten grondslag. Iets van die lege en kille sfeer moet er op het slot gehangen hebben toen het huwelijk van kasteelheer mr. Michiel Hubert en zijn tweede vrouw Theodora Agneta van Teijlingen uit Rotterdam in 1794 op de klippen liep. Laten we eens een kijkje nemen achter de kasteelmuren...

Leengoed van de hertog van Brabant 
Waarom werd deze scheiding van tafel en bed door de Raad van Brabant uitgesproken? Om reden dat kasteel Nemerlaer een leengoed was. In 1347 had ridder Jan de Rover de middeleeuwse versterkte burcht als leengoed opgedragen aan hertogin Johanna van Brabant, die het weer in leen aan hem terug gaf met allerlei heerlijke rechten, zoals het jachtrecht, visrecht en vrije warande in de omgeving.

Gedurende de Tachtigjarige Oorlog tegen de koning van Spanje werden er steeds meer steden in het huidige Noord-Brabant veroverd door de Staatsen en kwamen rechtstreeks onder het gezag van de Staten-Generaal van de Republiek. Dit gezag werd pas in 1648 door de koning van Spanje als hertog van Brabant erkend. Zijn rol als hertog van Brabant werd in Staats Brabant rechtstreeks door de Staten-Generaal overgenomen. Zij kregen daarmee ook het gezag over de oude leengoederen van de hertog van Brabant. Hiermee werd de Raad van Brabant te ’s-Gravenhage belast, die uit haar midden drie raadsheren koos die samen met de griffier het Leenhof van Brabant vormde. Dit leenhof registreerden en beheerde de oude en nieuwe leengoederen.

In 1789 kocht mr. Michiel Hubert, oud-schepen van Rotterdam en vrijheer van Hilvarenbeek, Diessen, Riel en Westelbeers het kasteel voor de som van bijna 43.000 gulden. Dit moet in de leenboeken terug te vinden zijn.
...Kasteel Nemerlaer volgens een tekening van Stellingwerf uit 1622,
Leengoed van de hertog van Brabant sinds 1347...
Scheiding van tafel en bed na ruim 30 jaar

Ja, de adel had zo haar eigen kopzorgen..  We komen mr. Michiel Hubert nog als eens al procederend tegen bij het Hof van Holland en de Raad van Brabant.
...Op verzoek van de kasteelheer mag hij zijn proces voor het Hof van Holland gaan voeren voor de Raad van Brabant...
Was het ‘t slepende conflict voor de Raad- en Rentmeester generaal der Domeinen in Brabant over de vrijstelling van houtschat, dat het echtpaar uit elkaar gedreven heeft? Of maakt al dat geld en al die goederen uiteindelijk toch niet gelukkig? Ja, de adel had zo zijn eigen problemen…
Bij vonnis van 27 juli 1792 legde de Raad van Brabant de kasteelheer op om, tijdens de lopende procedures, zijn echtgenote jaarlijks een bedrag van 3000 gulden uit te keren. Omgerekend naar deze tijd circa 30.000 euro. Wij zouden dit nu een ‘voorlopige voorziening’ noemen.
...een uitkering van 3000 gulden per jaar...
Theodora Agneta bevrijd van de ‘Maritale magt’
...Seperatie van de Maritale magt van de gedaagde kasteelheer...
Na enkele uitspraken van de Raad van Brabant inzake de procedure scheidde het echtpaar op 22 juli 1794 van tafel, bed, bijwoning en goederen en ontslaat de kasteelvrouwe van de ‘maritale magt’ van de kasteelheer. Zij had haar vrijheid terug en hoefde hem niet meer te gehoorzamen en te volgen.

Mr. Michiel Hubert verkocht het kasteel in 1796 en moest er zo’n 10.000 gulden op inleveren. Hij stierf op 27 februari 1797 in Kleef.  Die verkoop werd op 11 oktober 1798 op verzoek van dochter lief door de Raad van Brabant nietig verklaard. Jacoba Catharina Hubert die getrouwd was met Bernhard Johan Zaal, volgde in 1797 haar vader op als Vrouwe van Hilvarenbeek en werd de nieuwe kasteelvrouwe van Nemerlaer...

Theodora Agneta van Teijlingen was een langer leven beschoren. Zij woonde in Den Haag en stierf op 17 juni 1825 op 80 jarige leeftijd  in Zevenbergen. We weten ook waar, in huis nr. 496 in het gehucht den Hoek. Het blijft mysterieus rondom de oude kasteelvrouwe...
...een mooi verstild plekje op de binnenplaats van het huidige kasteel...
Annemarie van Geloven

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 
- Het spook van Tongelaar
- De freule