vrijdag 20 juli 2012

De professorenkamer


Pirenne achter zijn bureau in de 'professorenkamer'
Louis Pirenne had een chique benaming voor zijn kamer in het oude Rijksarchief aan de Waterstaat 20 in Den Bosch: de professorenkamer.

“Ik weet het nog goed, er stond een prachtige oude boekenkast die de hele wand vulde. Het bureau was gemaakt van antieke eikenhouten panelen en midden in de kamer stond een grote vergadertafel met leren zetels. Het behang was druk beschilderd en er hingen oude portretten aan de muur.”

Aan de hand van een boek met oude foto’s en prenten vertelt de oud-rijksarchivaris zijn verhaal. De in 1924 geboren Louis Pirenne begint in 1945 aan de studie geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Na het behalen van zijn kandidaatsexamen wordt hij assistent van de Bossche stadsarchivaris H.J.M Ebeling.

Wanneer Ebeling overlijdt, neemt hij diens functie waar en loopt tegelijkertijd ook nog stage bij het voormalige Brabantse Rijksarchief*) namelijk bij mevrouw drs. E.H. Korvezee, de eerste vrouwelijke rijksarchivaris. Op 1 januari 1954 wordt hij formeel benoemd tot archivaris van de provinciehoofdstad. In 1959 promoveert hij en in 1963 wordt hij benoemd tot rijksarchivaris in Noord-Brabant.
“Terugkijkend naar die tijd, moet ik het toch wel druk hebben gehad. Maar het was natuurlijk niet te vergelijken met met al die digitale ontwikkelingen van nu.”

Het in 1883 opgeleverde oude Rijksarchief aan de Waterstraat in 's-Hertogenbosch was voor die dagen een modern gebouw (mét centrale verwarming tegen de vocht en met vier verdiepingen in het depotgedeelte). Tussen 1887 en 1890 werd het pand vergroot. In de jaren dertig werd door plaatsing van stalen rekken de depotcapaciteit fors vergroot. In 1973 werd zelfs het aangrenzende provinciale griffiegebouw gedeeltelijk bij het Rijksarchief getrokken. Dat waren maar lapmiddelen. In 1985 vond het Rijksarchief in de Citadel een prachtige nieuwe behuizing.

Aan de Waterstraat
“De overgang van het stadsarchief naar het oude Rijksarchief was groot. Van een donkere kamer in de onderbouw van het stadhuis naar een fraai pand aan de Waterstraat. Achteraf gezien was het daar erg chaotisch en onoverzichtelijk. Depotruimte was er aanvankelijk wel genoeg, maar werkruimte nauwelijks.”
De oud-rijksarchivaris wijst naar een foto: “Kijk, dat was onze studiezaal. Slechts negen mensen konden er zitten. Waren het er meer, dan werd het behelpen."

"Tussentijds is er nog verbouwd. We kregen er vijf kamers bij, dat gaf lucht. Maar de bezoekersaantallen bleven toen stijgen. Nu zijn de digitale bezoekerscijfers ook erg belangrijk. Toen het ruimtegebrek echt nijpend werd, liet ik bezoekers zelfs regelmatig aan de vergadertafel in mijn kamer werken. Ik bediende ze dan zelf. Mijn kamer?" Glimlachend: "Die was prachtig. Ik vind dat rijkskantoren gezag moeten uitstralen. Datzelfde geldt ook voor de kamer van een rijksarchivaris. Deze moet stijlvol zijn.”

De huidige Centrale Hal in de Citadel met de computereilanden en verstoken van kaartenbakken, precies zoals Louis Pirenne dat begin jaren '70 van de vorige eeuw al voor ogen had...

Vooruitziende blik
De eerste gesprekken voor een nieuw gebouw werden omstreeks 1967 al gevoerd. “We dachten toen nog niet aan de omvang die het archief nu heeft. Al gauw viel de keuze op de Citadel, maar het zou nog tot 1982 duren voordat de eerste paal in de grond werd geslagen. In die tijd speelden we al met het idee om alle kaartenbakken met gegevens in de publiekshal te vervangen door computers."

Meer weten over de oud-rijksarchivaris Louis Pirenne? Lees dan zijn boek: De archivaris vertelt.


*) Het Rijksarchief in Noord-Brabant is in 2005 na een fusie met de streekarchieven Langs Aa en Dommel en Brabant-Noordoost overgegaan in Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC).


Geen opmerkingen: