dinsdag 30 maart 2010

Volk van Brabant

Het is eigenlijk maar een onooglijk boekje in en rode omslag en met een eenvoudig getypte inhoud, de Archiefschat van deze keer. Het boekje staat in de inventaris van het archief van August Commissaris omschreven als: "Tekst bij de filmstrook Volk van Brabant, ongedateerd".
Het "schattige" zit hem in die getypte tekst. Het is blijkbaar de tekst bij een educatieve diastrook (we zouden het nu een diaserie noemen) die over de ziel van het Brabantse volk moest gaan. Het omslagje vermeldt dat de uitgever of maker de Projectie Onderwijs Centrale uit Nijmegen was.

Hoe vaak speelt er niet een discussie in Brabantse kranten of Noord-Brabant niet hoognodig een eigen officieel volkslied moet krijgen? Onze schat begint met een citaat: "Ik houd van mijn Brabant / 't Is er goed volk, goed volk.../ Met zijn leutige lach / Van 't zuiverste slag". Dat citaat komt uit een lied geschreven door Adr. P. Hamers. De volledige tekst van dat lied komt voor in een rond 1948 uitgegeven bundeltje met nóg acht van dit soort teksten.

Uit de tekst blijkt duidelijk dat de diavoorstelling een speurtocht is naar de "echt Brabantse geest". Dat begint al meteen met de vaststelling dat men op zijn tocht door Brabantse landouwen "den kromgewerkten Brabantsen boer met zijn ogenschijnlijk nors uiterlijk" kan ontmoeten. Maar dat norse is slechts schijn. "In werkelijkheid is hij een gemoedelijke kerel". Je moet ook niet in de moderne industriesteden Eindhoven, Tilburg, Den Bosch, Helmond zijn om te speuren naar die echt Brabantse geest, want daar, onder "'t gejaag der stampende machines en 't licht" is de bevolking "gemengd en geuniformeerd" geraakt en is die Brabantse geest verdwenen.
Dan volgt er een twintigtal pagina's tellend relaas bij beelden over de harde stoere werkers met hun eentonig zwaar leven, met een voorkeur voor "buurten" en een ontspannen praatje bij hun bakje troost.

Hoogtepunt in het jaar was de kermis, waar gedanst werd. Veel aandacht wordt besteed aan klederdracht en oude gebruiken zoals de Driekoningenzangers, de rommelpotspelers met Vastenavond en gebruiken bij vrijen en trouwen, bij dood, geboorte en begrafenis. De gilden en handboogschutterijen worden behandeld en afgesloten wordt met de Brabantse gastvrijheid': "kom de schaai maar s wrum haolen".

Kortom een schat aan informatie over een zeer bepaalde manier van kijken naar hoe Brabant en de Brabander werkelijk zijn. Jammer alleen dat de beelden zelf niet bewaard zijn.

Foto boven: Omslag van het tekstboekje "Volk van Brabant".



Illustratie: Pagina 5 van het tekstboekje met teksten bij de beelden 11 tot en met 14 over het dagelijks ("schamel") leven van "de" Brabanders.

De illustraties zijn afkomstig uit het archief van A.C.J. Commissaris, collectie BHIC, ongedateerd.

Geen opmerkingen: