maandag 26 april 2010

Heellinnen met een rode ruit



Mejuffrouw Gransberg uit Rotterdam gebruikte hem en mevrouw Welsch-den Hengst uit Velp. Allebei bestelden ze er in oktober 1933 een dozijn van, van theedoek nummer 1419, geweven uit 100% linnen, 65 x 65 cm groot en voorzien van een ingeweven rode ruit. Hij kostte f 0,65 per stuk. Voor mevrouw Welsch kwam daar nog een stuiver bij voor het zomen, maar het opnaaien van een letterbandje was gratis.

Ook mevrouw Lieneman-Hoogendijk uit Bloemendaal bestelde ruim een half jaar later een dozijn van deze doeken, maar daarnaast nog heel veel meer, alles te borduren met het monogram GL en ‘beslist voor eind juni klaar’. Kort na die datum zullen ze wel getrouwd zijn, het meisje Lieneman en haar meneer S. Hopelijk vond hij haar mooi in haar gele nachthemd met bijpassend hemd en broekje ‘de pijpen 3 cm langer’. Want ook dat bestelde haar moeder bij de Linnen- en Damastweverij W.J. van Hoogerwou & Zonen te Boxtel. Het staat allemaal genoteerd in een van de orderboeken die bewaard worden in het BHIC.

Daar zijn ook twee zogenaamde ‘scheerboeken’ in te zien, waarin precies staat opgeschreven welke stof wanneer geweven werd en door wie. Dat was rond 1930 voor theedoek 1419 steeds G. Florie en die weefde per keer een lap van 150 of 200 meter. Voor de bestelling van de dames uit Rotterdam, Velp en Bloemendaal zal wel gebruik gemaakt zijn van het weefsel dat hij op 28 april 1933 afleverde. De theedoek zelf is nog als staal te bewonderen, samen met eenentwintig andere. Daaronder ook nummer 1432 waarvan later, maar dat zal wel na de tweede wereldoorlog geweest zijn, een variant met groene rand geleverd werd ‘voor de moderne keuken’. Die kostte toen f 2,50 en was daarmee net iets goedkoper dan nummer 1419 waarvoor op dat moment f 2,60 betaald moest worden.

Foto: Staal van theedoek en monogram uit het archief van de Linnen- en Damastweverij W.J. Van Hoogerwou & Zonen, Boxtel, 1933

Geen opmerkingen: