vrijdag 15 februari 2013

Een Graafs juweeltje uit 1473


Het leek een hopeloze opdracht: op zoek gaan naar een brief van hertog Karel de Stoute van Bourgondië in de ongeordende brieven van het Graafse stadsarchief. Toch was dit precies wat een Franse vrouw het BHIC vroeg. Vijf grote dozen met honderden papieren uit de 15e en 16e eeuw lagen te wachten om onderzocht te worden. Uit een oud boek, geschreven in 1752, bleek dat de brief er ooit geweest moet zijn, maar wie weet was hij wel kwijtgeraakt of zelfs verbrand! Toch gingen we op zoek naar deze bijzondere brief…

Enige kennis van het oud schrift was vereist, want de handschriften van de graven en hertogen uit de 15e eeuw zagen er toch net iets anders uit dan die van ons. Om deze reden duurde het onderzoek door al deze brieven natuurlijk nóg langer.

Uiteindelijk, na anderhalf uur speurwerk, kwam de brief uit 1473 dan toch boven water! Deze kon namelijk herkend worden aan de aanhef van Karel. Zo’n hooggeplaatste hertog stuurde natuurlijk niet dagelijks een berichtje aan het Graafse stadsbestuur. En dit exemplaar bevatte ook nog eens een belangrijke boodschap voor het vestingstadje: Karel, hertog van Bourgondië, vroeg Grave om hem te huldigen en als heer aan te nemen.

Dat was nogal een verandering voor de Graafse burgers! Hun vorige heer, hertog Arnold van Gelre, was overleden en had zijn bezittingen in Gelre aan Karel verkocht voor ‘een merkelyke groote somme van penningen’, zo blijkt uit de brief. Nu kwam Grave dus te vallen onder de heerschappij van de machtige Bourgondiërs, die in de 15e eeuw grote gedeelten van de Lage Landen en Frankrijk in bezit hadden.


Hierboven de brief van Karel de Stoute, waarin hij zich presenteert als de nieuwe heer van Grave
In deze brief laat Karel weten dat de dood van Arnold hem ter ore is gekomen en dat hij daarom de stad in zal nemen en als nieuwe heer van Grave gehuldigd wenst te worden. Om niet al te veeleisend over te komen, belooft Karel de stad en haar burgers voor ‘overlast te beschutten en te beschermen’ en een ‘getrou goed en genadig Heer te zijn’, zodat de burgers van Grave hem later zouden bedanken. 


Geen opmerkingen: