maandag 17 november 2014

Een Spitfire in de West-Brabantse klei

...onthulling van het informatiebord...
Afgelopen maandag 3 november was ik uitgenodigd om de onthulling bij te wonen van het eerste informatiebord van een serie van zes over neergestorte vliegtuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Westelijk Noord-Brabant. Het was een initiatief van de Heemkundekring ‘Fijnaart en Heijningen’, in samenwerking met andere kringen uit de buurt. De onthulling zou rond 13.00 uur plaatsvinden, min of meer op de minuut af exact 70 jaar nadat een Belgische piloot zijn Spitfire zo’n 200 meter verderop aan de grond had moeten zetten, nadat hij was geraakt door Duits luchtafweergeschut.

Het was een grijze dag, met laaghangende wolken die langs de hemel voortgejaagd werden door een stevige wind. Regen dreigde en je was blij als je een jas aanhad. Precies dezelfde weersomstandigheden als 70 jaar daarvoor, bleek uit het stukje War Diary van piloot Paul Decroix dat Willem van Dranen voorlas. Willem (zelf ex-luchtmachtman) is de grote inspirator  van het onderzoeksproject naar neergestorte vliegtuigen in de Westhoek waar een aantal leden van de heemkundekring mee bezig is.

Daar stonden we aan de Oostdijk bij Willemstad te wachten op het moment van de onthulling. Naast een aantal mannen van de heemkundekringen, waren er twee officieren aanwezig van de Belgische luchtmacht, om preciezer te zijn, van hetzelfde 349 squadron waartoe in 1944 de Spitfire van Paul Decroix had behoord; een luchtmachtofficier van de RAF; iemand van de Britse ambassade; iemand in een authentiek ogend pilotenjack (die later een van de directe collega’s van Decroix bleek te zijn geweest, de inmiddels 91-jarige André Kicq) en de kleinzoon van Decroix met zijn vrouw en kinderen. Alleen, die laatsten waren nog niet gearriveerd.
...dreigende wolken boven het gezelschap, hetzelfde weer als 70 jaar geleden... 
Terwijl ik even met Willem stond te praten, kwam de RAF-man (“I am Joe”) naar ons toe met de vraag of het gepast zou zijn straks de meegebrachte krans te plaatsen. En inderdaad hield de man van de ambassade een kleine krans van “poppies” (klaprozen) achter zijn rug. Willem was even van zijn stuk: Decroix had alleen maar een noodlanding gemaakt, hij was pas in 1974 overleden. O, geen probleem, dan leggen we de krans weer terug achterin de auto…

Even later was het zover: onder applaus haalden de burgemeester van Moerdijk en de inmiddels gearriveerde kleinzoon (allebei manhaftig keurig in pak, zónder jas) de Belgische vlag weg voor het informatiebord. Daarmee werd in drie talen het verhaal zichtbaar over dit moment, zoals er vele van zijn geweest tijdens de oorlog. Déze piloot had het overleefd (al moest hij het wel met krijgsgevangenschap bekopen), maar er zijn in die jaren tussen ’40 en ’45 talloze andere vliegeniers gevallen in de strijd om de vrijheid. In Brabant alleen al gaat het om honderden doden in de luchtoorlog. En daarom is het goed, zoals burgemeester Klijs zei, dat we de herinnering aan hen blijven koesteren. Een mooi initiatief van de Fijnaartse heemkundekring, die informatieborden met daaraan gekoppeld een fietsroute “in het spoor van de bevrijders”!

Rien Wols

Vind je dit interessant? Lees dan ook:

Geen opmerkingen: