vrijdag 20 november 2015

Wie was de dader van de tragische moord in Haps?

Vanmiddag kwam het blogje online over Een tragische moord in Haps. De link naar de ontknoping werkt niet, maar hieronder lees je de tekst integraal (niet de mooiste oplossing maar wel de meest praktische ;-)

Aanvankelijk verdenkt justitie de moeder van de pasgeborene. Niet zo heel vreemd. In de negentiende eeuw komt infanticide, moord op pasgeborenen, erg veel voor en in het gros van de gevallen is het de moeder zelf die het kindje doodt. Om de schande van een ongewenste zwangerschap te vermijden, een zwangerschap die de dienstboden, die waren het meestal,  voor hun omgeving zo goed en zo kwaad als het ging verborgen hielden waarna ze het kindje na een eenzame bevalling zo snel mogelijk doodden. De moeder wordt dan ook opgepakt. In het Boxmeersch Weekblad/De Maasbode staat het op 24 juni 1875 te lezen. Dat in Haps Anna Maria van den Elzen is aangehouden en naar Den Bosch 'ter beschikking van Justitie' is gebracht. Ze wordt ervan verdacht 'heimelijk te zijn bevallen en het kind verdonkeremaand te hebben', zo schrijft de redacteur. Waarna hij het bericht afsluit met een persoonlijke wens die zijn lezers ongetwijfeld ook gehad zullen hebben:  'Het is te hopen dat de Justitie er in slagen zal in deze duistere zaak meer licht te brengen.'

Dat licht komt er. Anna Maria van den Elzen wordt, net als Bernardus Panders verhoord en al snel komt de waarheid op tafel. Verdachte Panders zal het op 7 oktober ten overstaan van de rechters in Den Bosch verklaren. En als later het vonnis wordt opgesteld valt daarin, meer tússen de regels van het keurige handschrift dan ín de regels zelf, te lezen dat de rechters de nodige compassie hebben gehad met de dader.

De moeder van het kindje, zo verklaart hij, Anna Maria van den Elzen, is de zus van zijn overleden  vrouw Wilhelmina. Ze woont al enige tijd bij hem in. En ja het klopt, hij heeft in een en dezelfde kamer met haar geslapen en 'gedurende geruime tijd met haar in ongeoorloofde gemeenschap geleefd'. Zo zal Panders het vast niet letterlijk hebben gezegd, maar de griffier van de rechtbank wist  wel hoe hij dat amorele gedrag officieel moest omschrijven. Waarom woonde die zus bij hem in? Was het omdat er iemand voor het 5-jarig zoontje moest  zorgen. Heeft de familie gezegd: 'Laat ons An diejen ermen mins maar gon helpen'?

Een arme kerel, zo zou je Panders wel kunnen noemen. Het is geen kwaaie kerel, zo valt op te maken uit de stukken. Hij kan zelfs lezen en schrijven en is dus enige jaren naar school gegaan. Bernardus wordt geboren in Cuijk, op 2 april 1842. Hij krijgt, naar goed gebruik, de voornaam van zijn vader, ook een Cuijkenaar. Zijn moeder, Petronella Lanspach, komt uit Mill.  Zo vanaf zijn 19e zwerft hij een beetje rond in de buurt, vermoedelijk van baantje naar baantje. We vinden hem in Nijmegen, in Heumen en in Hapse bevolkingsregisters terug, als arbeider en dienstknecht. Zijn ouders, landbouwers van beroep, wonen dan in Beers, op wat vroeger de Hetsberg heette maar tegenwoordig als de Heuf bekendstaat en waar nu het uit 1919 daterende jachtopzienershuis staat. In 1869, op 27-jarige leeftijd, vinden we onze Bernardus terug bij burgemeester Johannes Mooren van Haps.

Naast hem staat een meisje dat in Haps als dienstmeisje werkzaam is. Ze heet Wilhelmina van den Elzen - al is er wat gedoe over die z -, ze is ook 27 jaar en, anders dan bij Bernardus, haar ouders zijn allebei al overleden. Ze komt oorspronkelijk uit Boekel. Als ambtenaar van de burgerlijke stand van Haps verbindt Mooren vervolgens het huwelijk van de twee. Wie naar de handtekening kijkt die Wilhelmina onder de akte heeft gezet, heeft weinig verbeelding nodig om het tafereel voor zich te zien: hoe de bruid met het puntje van haar tong tussen de lippen letter voor letter haar naam op het officiële papier tekende. En ook al schreef de burgemeester elders in de akte nog dat haar achternaam Van den Elzen met een z en niet met een s moet luiden, ze schrijft toch 'Van den Elsen'. En de eerste letter van haar voornaam, een gekunstelde H. Wat was de roepnaam van het meisje dat bij de doop Wilhelmina was genoemd? Helmina, Helmientje, Helma wellicht? 
Het huwelijk wordt geconsumeerd zoals het hoort en tien maanden later staat Bernardus opnieuw bij Mooren op de stoep. Nu om te melden dat zijn eerstgeborene een jongen is, die hij, zoals gebruikelijk, de naam van zijn vader geeft. En dus die van hemzelf. 

Tot zover het goede nieuws. Want vanaf dan drijven er donkere wolken boven het huisje aan de Aalsvoort in Haps waar Bernardus en Wilhelmina een onderkomen hebben gevonden. Een jaar later wordt er weer een zoontje geboren, maar die Hendrikus is niet zo sterk en overlijdt het jaar daarop. Weer een jaar later geeft Bernardus opnieuw de geboorte van een zoontje aan, maar ook die, wederom Hendrikus genoemd, zal niet ouder worden dan 9 maanden. Op de dag dat Bernardus dat zoontje naar het kerkhof brengt, doet hij dat als weduwnaar. Want twee weken vóór haar zoontje sterft, blaast Helmientje haar laatste adem uit, op 32-jarige leeftijd.

Dat moet een gebroken man zijn geweest, staande voor zijn rechters op 7 oktober 1875. Vrouw dood. Twee van zijn drie kinderen dood. Beschuldigd van wurging van het kind dat hij bij zijn schoonzuster heeft verwekt. Kan de ellende nog groter zijn? Ja. Terwijl hijzelf in hechtenis zat, is Magere Hein nóg eens langs geweest.  Zijn 5-jarig zoontje, dat nadat hij en Anna Maria waren opgepakt, begin augustus door zijn vader en moeder in Beers in huis is genomen, is op 17 augustus gestorven.

Vol berouw staat hij voor zijn rechters. En dat tellen de rechters mee als zij zich beraden op de hoogte van de straf. Wat staat er voor kindermoord, niet zijnde gepleegd door de moeder zelf? Officieel nog steeds de doodstraf. Maar die wordt niet meer ten uitvoer gebracht en is in levenslang omgezet. Moet Panders de rest van zijn leven achter tralies slijten. Nee, de rechters hebben clementie. Niet alleen vanwege het getoonde berouw. Ze zien ook verzachtende omstandigheden in  wat Panders verklaart over zijn pogingen om de schande van de zwangerschap op een andere manier te voorkomen. Nadat zijn schoonzus hem van de zwangerschap op de hoogte had gebracht, heeft hij een bezoek gebracht aan pastoor Manders van Haps. Of die toestemming zou kunnen geven voor een huwelijk. Hij was bereid Anna Maria te trouwen en zo de schande op te heffen. Maar Franciscus Manders toonde zich onverbiddelijk en weigerde elke medewerking. Vervolgens zocht Bernardus het hoger op.

Bedremmeld zal hij, met de pet in de hand, in Cuijk, bij deken Bogaers hebben gestaan. Of die dan wellicht... Maar ook de deken wilde niets van een huwelijk weten. Nogmaals toog Bernardus naar de pastorie van Haps. Nu vertelde hij de pastoor eerlijk hoe de situatie er voor stond. Dat de jonge vrouw die hij wilde trouwen al in gezegende toestand verkeerde... Maar ook dat was zonder resultaat. En de griffier noteert in zijn verslag van de rechtszaak dat 'de gemoedsaandoeningen en vrees voor schande, waarin hij verkeerde ten gevolge der weigering van Pastoor en Deken om tot huwelijk met Anna Maria van den Elzen mede te werken (...) omstandigheden zijn die als het feit verzachtende kunnen gelden. ' Dat Panders de weigeringen van pastoor en deken niet uit zijn duim heeft gezogen, daarvan zijn de rechters overtuigd want dat blijkt in het vooronderzoek te zijn onderzocht.

Tien jaar tuchthuis. Dat wordt de straf. Bernardus Panders wordt naar Leeuwarden gebracht, naar het 'Huis van reklusie en tuchtiging', de gevangenis waar Nederlandse langgestraften destijds werden opgesloten.
Komt daarmee een einde aan een treurige geschiedenis? Nee. Er zal nóg een moord worden gepleegd. Eentje die, hoe gek het ook klinkt, een positieve wending teweeg zal brengen in het leven van onze hoofdpersoon. Maar eerst nog even terug naar die rampzalige dag in juni 1875. Hoe is de kindermoord eigenlijk ontdekt? Door de buren. Die waren ook niet gek. Natuurlijk wisten die dat er sinds enige tijd een andere vrouw bij de weduwnaar en zijn jongetje woonde. En die hadden echt wel in de gaten dat de taille van dat meisje breder en breder werd, dat ze zich steeds meer terugtrok op het erf en zich uiteindelijk zelfs niet meer buiten liet zien.

Op die bewuste vrijdagmorgen hadden ze gezien dat de luiken tot laat in de ochtend gesloten waren gebleven en dat Panders pas 's middags naar zijn werk was getogen. Een paar dagen later was het vrouwtje weer verschenen. Net zo dun als een paar maanden daarvoor. Eén en één is twee. Een roddel wordt een gerucht dat uiteindelijk bij de veldwachter en de burgemeester belandt. En zo is het balletje aan het rollen geraakt. Het zal burgemeester Mooren niet onberoerd hebben gelaten, zo'n misdrijf in zijn gemeente. Op 26 juni 1875, het justitieel onderzoek is inmiddels gestart, zet Mooren zich aan zijn bureau en schrijft een brief aan de Commissaris der Koningin. Hij vindt dat hij toch moet melden dat in Haps een kindermoord is gepleegd en dat beide daders, 'zwager en zwagerin', zijn gearresteerd.

Die tweede moord, tien jaar later, heeft ogenschijnlijk niets met de kindermoord in Haps te maken. Hij vindt plaats in Schiedam, tijdens de kermis. Maar toch. We keren nog even terug naar de maanden vóór de tragische dood van het pasgeboren meisje. Waarin Bernardus vergeefs aanklopt bij de geestelijkheid voor steun. Waarom werkt de pastoor niet mee? En waarom heeft het stel die toestemming nodig, waarom is het niet voldoende om in ondertrouw te gaan bij burgemeester Mooren? Aangezien het antwoord niet uit de nagelaten stukken blijkt, wordt het gissen. Het meest voor de hand liggende antwoord vinden we als we kijken naar de achtergrond van Anna Maria van den Elzen.

Maar daarvoor is, gek genoeg, een sprong in de tijd nodig. Een sprong van tien jaar. We schrijven 16 april 1885. Bernardus Panders wordt vrijgelaten. Zes maanden eerder, want, zo laat de gevangenisdirectie optekenen:  'Zijn gedrag in de gevangenis was zeer goed'. Panders keert terug naar Haps en laat zich op hetzelfde adres inschrijven als van waar hij tien jaar eerder onvrijwillig was vertrokken. In januari van het jaar daarop verhuist hij naar Berghem, bij Oss. Waarom? Ontvlucht hij Haps toch nog vanwege de schande van toen? Of is het de liefde die hem drijft? Want wie woont er in Berghem en met wie staat hij op 5 juni 1886 voor de ambtenaar van de burgerlijke stand in die gemeente? Juist ja. Ene Anna Maria van den Elzen.
Is het dezelfde Anna Maria van den Elzen die ruim tien jaar eerder in zijn bedstee van een meisje beviel dat hij in haar schoot had verwekt? 

Hard bewijs hebben we niet. We hebben een overlijdensakte van het kindje, waarin de moeder alleen met haar naam Anna Maria van den Elzen wordt aangeduid, waarin verdere aanduidingen ontbreken. Laten we wel wezen: rond die tijd leven er in het Brabantse meer vrouwen met dezelfde naam. Maar als we kiezen voor de romantische optie, dan is het dezelfde en dan heeft zij de periode waarin Bernardus achter de tralies zat geduldig afgewacht. Dan heeft de tragische kindermoord van toen de geliefden niet uiteen gedreven, maar de band juist versterkt. En waarom zou tegen een huwelijk nu geen bezwaar zijn van geestelijkheid en/of overheid? Omdat deze Anna Maria van den Elzen in 1875, ten tijde van de  kindermoord, al getrouwd was. Dat verklaart de tegenstand van de geestelijkheid; echtscheiding werd door de katholieken destijds niet getolereerd. Ook niet als de huwelijkspartners al gescheiden van tafel en bed leefden en als de man bekendstond als een losbol die regelmatig in aanraking kwam met de wet. Want over zo iemand hebben we het.

Even voorstellen: Piet Wittenberg, een man uit Berghem die zich regelmatig bij de rechter in Den Bosch moet verantwoorden. Voor diefstal, voor beschuldiging van zware mishandeling en voor vernieling. Dezelfde Wittenberg die op de vroege ochtend van 10 juli 1885 in Schiedam, waar hij als grasmaaier werkzaam is, op weg naar zijn werk ruzie krijgt met een dronken kerel die van de kermis afkomt. Wiens mes hem dusdanig zal verwonden dat hij even later zijn laatste adem uitblaast. Een moord in Schiedam die de weg vrijmaakt voor Anna Maria van den Elzen, kersverse weduwe, om alsnog ja te zeggen tegen Bernardus Panders. Elf jaar na die tragische gebeurtenis in Haps, die hen voor het leven bond.

Bernardus en Anna Maria leefden nog jaren samen in Berghem. Anna Maria stierf op 17 maart 1919, op 76-jarige leeftijd. Bernardus, 77 jaar inmiddels, zou op 18 december van datzelfde jaar zijn laatste adem uitblazen.  Beiden stierven kinderloos. Eén vraag blijft na al die jaren onbeantwoord. Wellicht voorgoed. Waarom vertelde Bernardus Panders tegen de rechters dat hij samenwoonde met de zuster van zijn vrouw? Die Helmina heeft nooit een zus gehad die Anna Maria heette...

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Criminaliteit in Gestel
- Osse bende opgerold

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

Geen opmerkingen: