maandag 22 februari 2016

Lieropse schoolmeester hardhandig aangepakt

...tekening van schoolmeester in 18de eeuw...
Het zal er niet zachtzinnig aan toe zijn gegaan: schoolmeester Pieter Franken verliest zelfs zijn oog bij het handgemeen met Francois van den Boomen. Maar Van den Boomen heeft zo zijn redenen om de Lieropse schoolmeester naar het leven te staan... Lees maar mee!

Op 12 januari 1749 schrijft de hoog- en laagschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch, die op dat moment in Den Haag vertoeft, een brief als reactie op een rekest van een zekere Pieter Franken, schoolmeester en koster van Lierop. Die beweert in zijn rekest dat hij op 20 augustus 1747 een bezoek heeft gebracht aan de roomse priester Staijakkers [1]. Op dat moment treft hij aldaar ook de president-schepen Francois van den Boomen aan, die daar aanwezig is namens de secretaris van het dorp.

Francois of Francis, op 29 april 1699 gedoopt als zoon van Nicolaas van den Boomen en Maria Wilbers, in 1738 gehuwd met Anna Voermans, is vier jaren na dit venijnige voorval gestorven op 52-jarige leeftijd. Uit genealogische informatie is af te leiden dat hij en de schoolmeester bepaald geen vrienden waren. [2]  Het bleek nl. dat tijdens de Oostenrijkse Successie-oorlog [1740-1748] de schoolmeester heulde met de vijand en dat schoot bij Van den Boomen, wiens hoeve door de militie was geplunderd, totaal in het verkeerde keelgat.

Wat er allemaal besproken is bij Staijakkers blijft in nevelen gehuld. Feit is wel dat Van den Boomen het huis geïrriteerd moet hebben verlaten. Als Franken, uiteraard van gereformeerde huize, ’s avonds terug wil gaan naar het schoolmeestershuis wordt hij op de voet gevolgd door de president-schepen die hem inhaalt en ineens naast hem loopt. Plotsklaps haalt hij een of ander instrument te voorschijn en slaat de schoolmeester ongenadig hard op diens hoofd en raakt daarbij ongelukkigerwijs ook een van diens ogen.


Terwijl de schoolmeester bijna bewusteloos ter aarde valt, schreeuwt Van den Boomen hem toe: “Daar donder, gij hebt nog geen vacantie gehouden, gij kunt nu vacantie houden!’ De resolutie suggereert dat de schoolmeester meer dan een uur heeft liggen ‘spartelen’ en lag er ‘voor dood bij’, maar dat deert Van den Boomen niet, want hij gaat finaal door het lint en brengt voor die bedreigende schreeuw zijn slachtoffer nog eens twee stevige slagen toe.

Ruim twintig weken heeft de schoolmeester zijn vak niet kunnen uitoefenen en tot overmaat van ramp blijkt na een medische controle dd. 10 juni 1748 dat ‘een oog gansch uit is’. Stadhouder Otto Juijn, de directe vervanger van de hoog- en laagschout, wint de nodige informatie in over het voorval. Beide heren worden voor het ‘officie crimineel’ gedaagd en men stuurt aan op een compromis, maar Van den Boomen weigert elke toelichting.

Toch wordt hem te verstaan gegeven door de stadhouder van kwartier Peelland Gualtheri dat zijn leven niet meer veilig is als hij blijft weigeren. Uiteindelijk komt men tot een akkoord en is de zaak als het ware afgekocht. Slot van het liedje is dat de schoolmeester een ootmoedig verzoek richt aan de Edele Mogenden waarvan hij hoopt dat ze ‘barmhartig gelieven te zijn’ en er zorg voor zullen dragen dat hij, volledig beroofd van zijn kostwinning als onderwijsman, in ieder geval schadeloos wordt gesteld om zijn vrouw en vier kinderen te kunnen onderhouden en dat ze hem in de toekomst in bescherming willen nemen.
 
[1] BHIC toegang 178 inv.nr.360 Resoluties van de Raad van State folio 71v dd. 13 januari 1749; [2] Informatie verkregen via Antoon Vissers uit Deurne die o.a. dataschurk had geraadpleegd en Taxandria jrg. 1938 pag. 82.

Geschreven door:
Henk Beijers

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Fransen geëxecuteerd in Den Bosch
- Veldnamen Vught en Cromvoirt

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

Geen opmerkingen: