woensdag 23 december 2009

Bos als begraafplaats


Het zorgt bijna dagelijks voor tragische taferelen: het ruimen van drachtige geiten vanwege Q-koorts. Boeren weten inmiddels dat uiteenlopende ziekten hun veestapel kunnen bedreigen. Zo zorgt de uitbraak van mond- en klauwzeer (mkz) in 1961 voor een macabare herinnering in de bossen van St. Anthonis.

Overijssel is de provincie waar in 1961 het eerste geval van mkz wordt geconstateerd. Vanuit daar grijpt de ziekte razendsnel om zich heen naar andere delen van het land. Met name in het zuiden – waar de meeste varkensboeren zijn gevestigd – zorgt het voor grote problemen. Het ministerie van Landbouw besluit de dieren te gaan ruimen.

Kort daarop daalt in het noorden van Nederland het aantal zieke varkens snel. Maar in het zuiden blijven er in 1962 dagelijks tussen 100 en 150 nieuwe ziektegevallen bij komen. De maatregel wordt verscherpt: alle varkens (ook de gezonde dieren) moeten weg.

Dit zorgt voor een groot probleem bij het vleesdestructiebedrijf in Son. De medewerkers krijgen al die duizenden dieren nooit zo snel verwerkt. Na enig getob komen de bossen van St. Anthonis in beeld. Militairen graven daar lange sleuven en daarin worden de kadavers van de dieren gestort. Afgedekt met ongebluste kalk en daarover een grote berg zand. Einde mkz, althans voor de komende decennia.

De bossen van Staatsbosbeheer in St. Anthonis trekken zeker in de zomer veel wandelaars en dagjesmensen. Maar weinigen weten dat de lieflijke heuveltjes tussen het groen de begraafplaats is van meer dan 100.000 varkens.

Meer informatie: kijk op www.bhic.nl

Foto RK Geitenfokvereniging Veghel. Een keuring in 1929.

Geen opmerkingen: