maandag 3 juni 2013

Over piepkeswater en knupkeslicht in Oijen

...het verhaal over de boerderij aan de Oijense Benedendijk...



Op 10 november 1955 ben ik op deze boerderij geboren. In Oijen werd ons pap Lee Verhoeven genoemd maar voor de oudere Oijenaren heette hij Lee van Janus van Pauwe. Lee (Leo), zoon van Adrianus (Janus) en kleinzoon van Pauwe (Paulus). Dus tot ver in de twintigste eeuw was het gebruik van achternamen nog niet geheel  ingeburgerd in Oijen. 

Janus en Liza Verhoeven-Lagarde hebben als eerste Verhoeven in dit huis gewoond met hun gezin van vier kinderen. Zoals dat toen gebruikelijk woonden daarnaast ook diverse knechten en dienstmeiden in. Ze sliepen op de open zolder waar met zachtboard een paar kamers getimmerd waren. In de winter lag je onder een stapel gestikte dekens terwijl je onder de dakpannen rechtstreeks de sterrenhemel zag. Je adem condenseerde als ijs op de dekens en je moest eerst moed verzamelen om uit het bed te stappen en de confrontatie aan te gaan met het koude zeil aan je voeten. Vervolgens griste je je kleren van de stoel en rende je over de zolder via de trap naar de warme kolenkachel beneden die ons mam gelukkig al had aangestoken. Even bijkomen, aankleden en flink eten want je moest een eind fietsen voordat je op school was. Rauwe eieren werden geklutst en met suiker opgedronken samen met twee gebakken eieren op brood. Heerlijk smaakte dat. Gelukkig wisten we toen nog niet dat eieren cholesterolverhogend waren. 

Ons pap kon prachtige verhalen vertellen over de oorlog. Onderduikers waren altijd welkom in huize Verhoeven en diverse zogenaamde 'neven en nichten' die op het platteland moesten aansterken, vonden hier een tijdelijk thuis. Mijnheer en mevrouw Verberk uit Amsterdam zijn blijven komen, ook nĂ¡ de oorlog. Maar er werden ook Duitsers ingekwartierd. Zij aten gezamenlijk met de onderduikers. Dat leverde meestal geen problemen op terwijl ze natuurlijk goed in de gaten hadden wat er zich onder hun ogen afspeelden. Volgens de verhalen hebben de acteurs Ton en Pieter Lutz ook ergens in Oijen ondergedoken gezeten.

Toen kwamen de Engelsen waarover ons pap de volgende anekdote vertelde. Jannes kwam langs om een kist appels op te halen en hij vroeg hoe laat het was want hij had staan buurten maar moest botturhamme gaan eten. Een Engelsman antwoordde: "It’s half past 12" waarop Jannus antwoordde: "Hij kent de klok nie, tis half een."

...Stamboom van de familie Verhoeven...
Leo Verhoeven trouwde in 1948 met Dina Merkus en zij gingen trokken in bij Janus en Liza. Kinderen werden geboren en inmiddels had heel Oijen piepkeswater (water uit de kraan) en knupkeslicht (elektriciteit). Ook het paard voor de ploeg werd vervangen door de tractor en de veestapel groeide. Oijen ontwikkelde en kinderen vlogen uit. Maar die meidoornhaag stond er, staat er en zal hopelijk altijd blijven staan. Deze heg, met een zee van prachtige witte bloemen in mei, is reeds zeer hoog bejaard en heeft veel gezien, heeft beschutting geboden aan het vee tegen de koude wind vanaf de dijk. Maar deze heg bood bovenal  beschutting en troost bij tegenwind aan de bewoners van de Oijense Benedendijk 14 / 46.

Deze tekst is geschreven door gastblogger Helma Verhoeven. Ben jij ook op een mooi verhaal gestuit tijdens je genealogische of historische onderzoek? En wil je dat verhaal delen? Stuur het in! Niet te lang (rond de 250 woorden), illustratie erbij en we plaatsen het op ons weblog. Wie durft? :-)

Geen opmerkingen: