Tijdens de Maand van de Geschiedenis - in oktober a.s. - vindt de
landelijke online verkiezing Stuk van het Jaar plaats. Natuurlijk doet
ook het BHIC hieraan mee! Verschillende BHIC-medewerkers hebben hun
favoriete stuk uitgezocht. Vanaf 1 juli a.s. kun je je stem uitbrengen op: www.bhic.nl/stukvanhetjaar. Op ons blog presenteren de BHIC-medewerkers hun favorieten en nu is de beurt aan Yvonne.
Belasting betalen om haarpoeder te mogen
gebruiken. Het bekijken van de Acte van
patent Tot het Dragen van Haarpoeder uit 1808, verleend aan Franciscus van
Lanschot, riep bij mij de vraag op: Waarom? Na wat gezoek werd al snel
duidelijk dat het om haarpoeder voor pruiken ging. Haarpoeder werd gebruikt om pruiken
te bestuiven en zodoende in model te houden. Maar waarom belasting daarover
heffen?
Omdat de informatie beschreven in het archiefstuk
vrij eenvoudig is, is achtergrondinformatie wel geboden. Izaak Gogel, destijds minister
van Financiƫn, zorgde voor een uniform belastingstelsel geldend voor de gehele
republiek op basis van economische draagkracht: Hoe rijker je was, hoe meer
belasting je betaalde. Luxe goederen, zoals parasols, handschoenen en waaiers
werden vanaf nu financieel belast. Per 1 januari 1806 werd er een belasting
voor het gebruiken van pruiken en haarpoeder ingevoerd. Men moest bij de lokale
overheid een gezegelde akte van patent (vergunning) aanvragen, ten koste van vijf
gulden.
...belasting op het dragen van pruiken en haarpoeder... |
De vraag waarom juist vanaf 1806 belasting werd
geheven op het dragen van pruiken en haarpoeder maakt het archiefstuk
interessant. Het dragen van weelderige pruiken was immers zo goed als uit de
mode. Antwoord: De Fransen hadden geld nodig om hun Europese oorlog te kunnen voortzetten.
Omdat de Franse revolutionairen de aristocraten niet mochten, was het vanaf
1796 verboden om pruiken te dragen. Maar het geldtekort door de dure oorlogen maakte
dat pruiken weer gedragen mochten worden, mits daar belasting voor betaald
werd. Ondanks dat het stuk met weinig woorden beschreven is, laat het mooi de
wisselwerking van beslissingen op micro- en macroniveau zien. Franciscus van
Lanschot kocht als individu een patent voor haarpoeder, zodat de Fransen hun
monopolie in Europa financieel konden handhaven.
Yvonne Verstappen
Medewerker studiezaal BHIC 's-Hertogenbosch
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten