maandag 4 augustus 2014

Hamsteren tijdens de Eerste Wereldoorlog

Bakker Ketelaars wordt per brief door de burgemeester van Veghel op de hoogte gebracht van zijn straf…
In Veghel krijgt bakker Ketelaars een maand lang géén nieuwe grondstoffen van de Centrale Broodcommissie vanwege het achterhouden van broodkaarten, bedoeld voor zijn klanten. Deze pittige straf komt voort uit de eis van de overheid om in elke gemeente een zogenaamd Levensmiddelenbedrijf te installeren om levensmiddelen zo eerlijk mogelijk te verdelen tijdens de oorlog. 

Door de komst van Belgische vluchtelingen, de beperkte handelsmogelijkheden en de permanente mobilisatie langs de grensstreken lopen de voedseltekorten snel op. Er wordt massaal ‘gehamsterd’ door de Nederlandse bevolking. Kelders en kasten worden volgepropt om de schaarste in het land voor te zijn. De overheid grijpt haastig in om de orde te blijven handhaven. Dit leidt onder meer tot de Onteigeningswet van 1914. De burgemeester is daarmee gemachtigd levensmiddelen, huishoudelijke artikelen en brandstoffen te ‘annexeren’ en in te grijpen bij onredelijke opdrijving van prijzen. Daarnaast komt er ook een uitvoerverbod. Omdat de import sterk bemoeilijkt wordt door de oorlog is het zaak de gehele productie uit eigen land beschikbaar te houden voor de eigen bevolking.

Nieuw broodrecept 
Al voor de officiële aanstelling van het levensmiddelenbedrijf Veghel op 1 november 1916 neemt burgemeester Völker de nodige maatregelen. Om inbeslagname van roggebrood te voorkomen eist hij van de bakkerijen zuinig om te gaan met de voorraden rogge. Namens de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel komt hij met de mededeling dat vanaf heden (27 januari 1915) de samenstelling van het mengsel van roggebrood voortaan voor de helft uit rogge en de helft uit tarwe moet bestaan. Hierdoor wordt de geringe voorraad rogge zo spaarzaam mogelijk gebruikt.

...de burgemeester informeert alle bakkers uit Veghel over het besluit tot wijziging van de samenstelling van roggebrood...
Behalve het roggebrood is het Levensmiddelenbedrijf ook verantwoordelijk voor de verdeling van kaarsen en schemerlichten, zeep, eierkolen, zuivel, kleding en schoeisel. Uit een bestellijst blijkt dat met name de veehouders een streepje voor hadden. Zij krijgen veruit de meeste kaarsen – vijfhonderd pakken in totaal - om ook in het donker te kunnen werken met hun vee.

In de laatste twee jaren van de oorlog is de schaarste het grootst en draait het Levensmiddelenbedrijf op volle toeren. Vanaf 1920 geraken de meeste levensmiddelen weer terug in de vrije handel. Pas op 30 oktober 1923 wordt het levensmiddelenbedrijf Veghel opgeheven.

Deze weken verschijnt er elke maandag een blog over de Eerste Wereldoorlog in Brabant. Houd de weblog in de gaten en maak kennis met Brabantse zaken tijdens de Eerste Wereldoorlog!

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Brabantse zaken tijdens de Eerste Wereldoorlog
- Klompen voor 30 punten


Geen opmerkingen: