vrijdag 18 maart 2016

Jheronimus Bosch en de drankzucht van de kanunniken van Sint Jan


Over de herkomst van de wonderlijk wezens op de drieluiken van Jheronimus Bosch (ca 1450-1516) zullen we wel nooit volledige duidelijkheid krijgen. Maar waar de laatmiddeleeuwse schilder de inspiratie vond voor het afbeelden van op geld en drank beluste geestelijken, is niet moeilijk vast te stellen. Want terwijl de armoede onder de bevolking van ’s-Hertogenbosch steeds nijpender werd, verzette het kapittel van Sint Jan zich fel tegen door het stadsbestuur opgelegde belastingen op bier en wijn.

Directe aanleiding voor het conflict is de ramp die ’s-Hertogenbosch op 13 juni 1463 treft. In de Verwersstraat laat een lakenverver een brand ontstaan, die een groot deel van de stad in lichterlaaie zet. Het vuur kan zich snel verspreiden, omdat de meeste huizen nog zijn bedekt met riet. Kort nadat de vlammen zijn gedoofd, nemen de Bossche schepenen daarom een besluit: voortaan moeten alle gebouwen worden voorzien van ‘leyen, tychelen oft andere harden daken’.

Voor de financiering hiervan wordt een beroep gedaan op het kapittel van Sint-Jan, maar de kanunniken geven niet thuis. Met een verwijzing naar hun oude vrijstelling van belasting op verbruiksgoederen, weigert het kapittel een nieuwe bieraccijns te betalen. De kwestie leidt tot een rechtszaak, die zes jaar later in het voordeel van de geestelijken wordt beslist.

Smokkelpraktijken
Rond 1500 leidt een juridisch gevecht tot een bescheiden overwinning voor het stadsbestuur. Hoewel de belastingvrijheden overeind blijven, mogen de kanunniken niet langer bier en wijn aan derden verkopen. Dat laatste doen zij echter toch en daarom laat de magistraat in 1511 de wijnkelder van het kapittel aan de Papenhulst bewaken. Vijf jaar later zijn die smokkelpraktijken voor de Raad van Brabant aanleiding om de vrijheden van het kapittel te beperken: de dertig kanunniken mogen voortaan jaarlijks niet meer dan 180 vaten rijnse wijn en 1.200 vaten bier nuttigen.

Kort na de dood van Jheronimus Bosch gaat de strijd onverminderd door. Sterker, in het voorjaar van 1518 bereikt het conflict zijn hoogtepunt als de kanunniken erin slagen om de bisschop van Luik de stad het interdict op te laten leggen. Het stadsbestuur is woedend en slaat terug door een groep soldaten onder te brengen in de huizen van de kanunniken. Zo ontstaat er een grimmige sfeer met wederzijds pesterijtjes, die pas maanden later met een compromis verbetert: de kanunniken krijgen een hogere vrijstelling en het interdict wordt opgeheven.

Wonderlijke plant
Dat Jheronimus Bosch op de hoogte is van dit conflict is evident. Niet alleen bevindt zijn woonhuis aan de Markt zich precies tussen het raadhuis en de woningen van de kanunniken, hij ontmoet de strijdende partijen ook nog eens geregeld tijdens bijeenkomsten van het Lieve Vrouwe Broederschap. Vast staat bovendien dat stedelijke vertegenwoordigers bij hem schilderstukken bestellen. Zo staat stadssecretaris Peter van Os afgebeeld op het Boston-triptiek en gaat onder een wonderlijke plant op de Johannes de Doper in het Prado een afbeelding van schepen Jan van Vladeracken schuil.

Overigens is het conflict met dit compromis nog niet ten einde. Halverwege de zestiende eeuw breekt een nieuwe fase aan, die pas na een aantal jaren eindigt met een verdere beperking van de accijnsvrijheid van het kapittel. In de jaren zeventig maken de archieven voor een laatste maal melding van de ruzie; nieuwe sporen van een eventueel vervolg ontbreken. Het lijkt erop dat het standpunt van de kanunniken in die periode door de tijd is ingehaald. In de nasleep van het Concilie van Trente, waar de kerk zelf besluit afstand te doen van belastingexempties, breekt het verzet van het kapittel definitief.

Moordenaar
De strijd tussen kapittel en stadsbestuur speelt een voorname rol in Het valse paradijs. Kroniek van een moordenaar, een historische roman over de leef- en ideeënwereld van Jheronimus Bosch. Hiervoor verrichtte ik onderzoek in de archieven van ’s-Hertogenbosch, Den Haag en Brussel. Meer informatie op Het valse paradijs.

Geschreven door:
Jeroen Savelkouls

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
De beste verhalen via e-mail ontvangen?

Geen opmerkingen: