woensdag 16 maart 2016

Rijdende rechter haalt ruziënde pastoors uiteen


Alle ingrediënten voor een kijkcijferkanon zijn aanwezig: twee ruziënde pastoors, een daadkrachtige rechter en een uitspraak waarmee iedereen het moet doen. Maar geen camera was aanwezig toen in 1516 de zaak werd behandeld. Gelukkig hebben we de archieven nog! Archivaris Jan Sanders beschrijft de kwestie...

gemeente
De gemeentegrens tussen Heeswijk en Dinther is de afgelopen decennia sterk vervaagd. Moge er mentaal nog verschillen tussen beide dorpsgemeenschappen bestaan, fysiek is van een scheiding vrijwel geen sprake meer nu beide dorpen aaneen gebouwd zijn. In 1969 versmolten beide gemeenten tot de nieuwe gemeente Heeswijk-Dinther. Die was geen lang leven beschoren: ze ging in 1994 op in de nieuwe gemeente Bernheze. Hoe tijdbestendig die is zal de nabije toekomst uitwijzen.

parochie
De parochiegrenzen tussen Heeswijk en Dinther bestaan nog wel, maar door de persoonlijke unie van de huidige pastoor zijn beide parochies, samen met die van Loosbroek, sterk met elkaar verbonden. Eeuwenlang stonden de parochiegrenzen van Heeswijk en Dinther vast. Alleen die van Dinther onderging twee grote veranderingen: ergens vóór 1300, toen het Schijndelse grondgebied tot de zelfstandige parochie Schijndel verheven werd; en in 1898 toen Loosbroek toestemming kreeg een eigen parochie te vormen. Om die reden kregen beide parochies dezelfde patroonheilige als die van de Dintherse moederkerk: Sint-Servaas.

ingewikkeld
Voordat we aanbelanden bij ons onderwerp, een ruzie tussen de zielenherders van de parochies Dinther en Heeswijk in 1516, moeten we enkele kerkrechtelijke verhoudingen helder maken. De pastoor van de parochie Dinther werd oorspronkelijk aan de bisschop voorgedragen door het kapittel van de Sint-Servaaskerk in Maastricht (vandaar de patroonheilige van Dinther). In 1441 kwam dit recht in handen van het kapittel van Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch. Als de pastoorsplaats van Heeswijk vacant kwam, mocht sinds 1284 de Abdij van Berne (die toen gevestigd was in Bern bij Heusden) een persoon voordragen als nieuwe pastoor. Dat was in de regel een norbertijn van Berne. De pastoors in die tijd leefden onder meer van de opbrengsten van tienden in hun parochie, een deel van de oogst. Het moest dus duidelijk zijn welke gronden tot welke parochie hoorden. Daarom werden bijvoorbeeld de grenzen tussen de parochies Schijndel en Heeswijk in 1334 vastgelegd. Bij die gelegenheid werden munten in de lucht gegooid die de aanwezige jongens in een hevige vechtpartij te pakken moesten krijgen, zodat ze zich op hoge leeftijd de vaststelling van de grens nog zouden herinneren.

ruzie
Dan nu het probleem. Het ging over de ligging van een hoeve van de Abdij van Berne in ‘Bernys’ (Bernheze). Dit gebied, waaraan de huidige gemeente zijn naam dankt, viel onder Heeswijk én Dinther. De hoeve lag in de Koffiestraat, gezien vanuit het dorp net over de Leijgraaf. Als die hoeve binnen de parochie Heeswijk lag, gingen de tienden naar de pastoor van Heeswijk. Lag ze in Dinther dan plukte zijn Dintherse collega de vruchten. Dat de hoeve bezit was van de abdij (sinds 1196 zelfs) maakte geen verschil. Andries Wijnands, pastoor van Dinther, en Coenraad van Malsen, pastoor van Heeswijk, waren de strijdende partijen die beiden aanspraak maakten op de tienden van die hoeve. Coenraad was kloosterling van de abdij. Andries had de zaak tegen hem aangespannen omdat Coenraad de tienden van deze hoeve geïnd had. Iets wat gemakkelijk voor Coenraad was omdat de abdij de hoeve bezat.

rijdende rechter
Op 5 december 1516 liep Alart Baliart, deken van het Bossche kapittel, het woonhuis van notaris Jacob van Essch aan de Papenhulst in ’s-Hertogenbosch binnen. Hij was als scheidsrechter gekozen door de twee ruziënde pastoors en liet op die dag daar zijn uitspraak vastleggen. Hij had vooraf degelijk onderzoek verricht. De vicepastoor en de koster van Dinther waren gehoord. Verklaringen waren opgenomen van de pachter van de hoeve en van zijn vrouw, kinderen en personeel. Documenten en registers waren nagesnuffeld. Uit dit alles bleek zonneklaar dat de hoeve, het woonhuis met de hof, de schuur, de schop etc. altijd onder de parochie Dinther gehoord hadden en dat de gebruiker daar de tienden moest afdragen. De pastoor van Heeswijk ving bot. De grens tussen Heeswijk en Dinther bleek in 1516 van groot belang. Dit was zijn uitspraak en daarmee moesten ze het doen.
Geschreven door: 
Jan Sanders

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 
- Op zoek naar Rendonk
- Het Maria-altaar in de Dungense kapel

De beste verhalen via e-mail ontvangen?





Geen opmerkingen: