woensdag 12 oktober 2011

Beurs gevonden? Gauw een kalf kopen!


Achter de kille letters van de rechtbank gaat vaak een persoonlijk drama schuil. Ookal is het strafbare feit niet zo heel erg groot. Maar hoelang droomt Dina Kerkhof al van een eigen kalf? En hoe ver is zij bereid daarvoor te gaan?

In het vonnis van de Arrondissementsrechtbank in Den Bosch lezen we wat er op die mooie lentedag 7 mei 1900 in Den Dungen precies gebeurt. De negenjarige Leentje vindt een portemonnee met flinke inhoud. Tien guldens, vier rijksdaalders, twee guldens, twee kwartjes, een dubbeltje en vijf centen. Om precies te zijn 22 gulden 65. Leentje brengt de beurs naar haar moeder Dina die viavia al over de vondst van haar dochter heeft horen praten.

Dina handelt snel en doordacht. Zij neemt de beurs van haar dochtertje en geeft haar een zakje met steentjes waarmee Leentje buiten moet gaan spelen. Liefst in de buurt van diegenen die hebben kunnen zien dat Leentje iets heeft gevonden. De portemonnee zelf verbergt Dina snel in een kast. Een paar dagen later geeft Dina haar man 21 gulden om een kalf te kopen. De rest van het geld bergt ze weer op in de kast.

Maar de rechtmatige eigenaar, Petrus Raaijmakers, heeft ook horen praten van de vondst van Leentje en vindt het wel erg toevallig dat dat gebeurde op het moment dat hij zijn portemonnee verloor. Hij gaat verhaal halen bij Dina, in bijzijn van brigadier der Marechaussee Boogerd. Die vindt de beurs met het overgebleven geld. En Dina moet mee.

De officier van justitie eist zes weken gevangenisstraf maar de rechter beslist dat Dina veertien dagen achter slot en grendel moet. "Rechtdoende in Naam der Koningin verklaart beklaagde schuldig aan diefstal", zo staat te lezen.

2 opmerkingen:

Eric van der Ent zei

Prachtig verhaal!

BHIC zei

Dank je, Eric! (En wat leuk dat je de moeite neemt ons dit te laten weten...)

Oktober is nog niet om dus we gaan nog even door met 200 jaar rechterlijke macht ;-)