woensdag 15 april 2015

Kapelaan in opspraak!

Kapelaan Fenneker doet 'vrijwillig' afstand van zijn functie. Wat is er gebeurd?
We hebben ze in verschillende vormen en van veel verschillende schrijvers: mooie, bijzondere brieven. Op initiatief van Tresoar twitteren archieven en musea regelmatig een mooie brief uit hun collectie met #HistoryPost. Het BHIC doet mee en deze week bekijken we twee brieven over een Oeffeltse kapelaan die werd beschuldigd van bijgelovige, zelfs magische praktijken!

Olie en zout
Op 7 april 1836 belandt een verontrustende brief op de deurmat van de deken in Cuijk met een ernstige verdenking van de kapelaan Fenneker te Oeffelt. Een zeer geloofwaardig man had deze geestelijke bezocht, omdat iemand in zijn familie ziek was. Hierop antwoordde Fenneker hem: 'Dan weet ik het al, gij hebt dat gisteren op die en die uur gedagt en op die uur van huis gegaan.' En inderdaad het was ' juist zoo!'

Lees hier welke 'wondere werken' de pastoor allemaal uitvoerde...
Maar deze voorspelling was nog niets vergeleken bij de magische sessie die daarna door de kapelaan werd uitgevoerd. De bezoeker moest een maatje olie en een pond zout halen, vervolgens werd hij verzocht driemaal 'het geloof' te bidden. Hij haastte zich daarna met de olie naar huis, die de zieke 'in den mond moest nemen' en daarmee zijn borst bestrijken, en hij moest zeggen 'In den naam des Heere J.C. verdwijnt van mij ziekte.'

Het zout moest vervolgens aan de vier hoeken van het bed worden gebonden en het overige in het 'bedstroo' worden gestrooid. 'Dan zou de persoon in 9 dagen zeker genezen zijn,' verzekerde Fenneker hem. Onderaan de brief wordt vermeld dat de man stellig werd bevolen de kapelaan niet te verraden. Dit gebod is dus helaas voor Fenneker niet opgevolgd...

Wijze raad
Hierboven kon je al lezen dat Fenneker in 1840 uiteindelijk 'vrijwillig' afstand deed van zijn functie. Maar hoe vrijwillig was dit eigenlijk? Waarschijnlijk zal hij in Oeffelt met de nek zijn aangekeken en zal er veelvuldig over hem geroddeld zijn.

Dagelijks naar de kerk om boete te doen!
Gelukkig verloor de deken van Cuijk hem niet uit het oog. Hij schrijft de kapelaan bovenstaande brief, waarin hij hem een hart onder de riem steekt en hem van wijze raad voorziet: 'Uwe toestand is zoo naar lighaam als naar ziel waarschijnlijk te beklagen maar ook gemakkelijk te verbeteren, gij hebt dit zelf in uwe handen.'

Eer en rust?
Maar wat stond Fenneker dan te doen? De deken is hier heel duidelijk over: 'Ja ik smeek u volg mijnen raad, begin met dagelijks naar de kerk te gaan vooral zondags nooit te ontbreken en alles zal goed gaan.' Mocht de kapelaan dit een maand volhouden, dan zou hij zijn oudedagsvoorziening gewoon ontvangen en de deken belooft hem 'zoo zult gij de weinige dagen die u nog te leven overblijven in eer en rust slijten.'

Zijn broer was overigens pastoor van Oeffelt en ook hij bezorgde de parochie de nodige problemen. Heel rustig is het in de parochie van Oeffelt dus niet geweest...


Lisette Kuijper

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
-  Brief vertelt het verhaal van de eigen tijd
Negentien jaar en gesneuveld in Oeffelt



Geen opmerkingen: