Posts tonen met het label En het vonnis luidt. Alle posts tonen
Posts tonen met het label En het vonnis luidt. Alle posts tonen

maandag 21 mei 2012

Ben jij wel écht geboren?

En het vonnis luidt… 



Ter gelegenheid van het online gaan van 6500 vonnissen en akten afkomstig van de vredegerechten Boxmeer en Ravenstein, schotelen we je hier een maand lang élke maandag een bijzondere zaak voor! Deze week alweer het laatste verhaal...

Het lijkt zo eenvoudig: meisje wil met jongen trouwen. Geen vuiltje aan de lucht want hij wil ook met haar. Maar wat als je niet kunt bewijzen wanneer je bent geboren? Lees mee met de lotgevallen van Johanna Loovendaal die in 1837 wil trouwen met schutter Jan Kersten. 

...deel uit akte van bekendheid...
Johanna is een dienstmeisje in Nijmegen en wil trouwen met haar schutter. Maar er is één probleem. Bij een huwelijk moet je een afschrift van je geboorte óf (voor 1811) je doopakte kunnen overleggen. Maar soms is het doopregister verloren gegaan. Of door een dwaling van de pastoor is de dopeling niet geregistreerd of hebben de ouders - om wat voor reden dan ook - hun kind niet laten dopen. Welke oorzaak er bij Johanna achter zit, weten we niet. We weten alleen dat ze niets op papier heeft om haar geboorte te bevestigen.

...knappe vent, die Jan...
In zo'n geval moet er een akte van bekendheid van geboorte worden opgemaakt. Minimaal vier getuigen leggen daarin een verklaring af over de identiteit van de betrokkene. Bij Johanna zijn haar ouders en grootouders allemaal overleden en dus worden er andere mensen opgetrommeld. Twee arbeiders, een landbouwer, een metselaar, een veldwachter, een assessor (soort wethouder of lid van de rechtbank) en een schoenmaker. Zij verklaren dat Johanna geboren is op 18 november 1800 in Vierlingsbeek en dat zij dochter is van Jacobus Loovendaal en Herman Hermens.

Via de website www.genver.nl is de huwelijksakte van Jan en Johanna terug te vinden. Daarbij zitten ook de huwelijkse bijlagen (waarvan de akte van bekendheid een onderdeel vormt). Hierin zit ook de toestemming van de schutterij dat Jan mag trouwen. Maar… als er kinderen komen, mag Jan geen aanspraak maken op ontslag. En ook is meteen vastgelegd dat Johanna haar echtgenoot niet zal volgen, als hij op pad moet met de mobiele schutterij. Stel je voor!

Zo zie je dat ook de huwelijkse bijlagen voor een deel het leven inkleuren van mensen die er nu allang niet meer zijn. Bovendien komen we ook te weten waarom Johanna voor Jan is gevallen. Lees hier rechtsboven maar mee met het signalement van hare schutter Jan.







maandag 14 mei 2012

"Een karretje op de zandweg reed"


En het vonnis luidt… 



Ter gelegenheid van het online gaan van 6500 vonnissen en akten afkomstig van de vredegerechten Boxmeer en Ravenstein, schotelen we je hier een maand lang élke maandag een bijzondere zaak voor! Volgende week alweer het laatste verhaal...

   

"Een karretje op de zandweg reed"

Inderdaad, zo heette vroeger een kinderliedje. Het gaat over een voerman die lag te slapen in de kar en het paard dat zelf de weg naar huis wist. Dat dit niet zo onwerkelijk is als het lijkt, blijkt uit een vonnis uit het vredegerecht van Ravenstein. Dit keer dus geen verhaal over een brutale dame of criminele heer, maar over de onschuldige zwijmelarijen van Jacobus. Maar óf deze zo onschuldig waren?

Zo moet het er ongeveer uit hebben gezien, toch is dit niet Jacobus Geene. Deze foto is omstreeks 1920 genomen op een landweggetje in de Gemullehoekenweg in Oisterwijk (foto BHIC)
Jacobus Geene wordt geboren op 2 oktober in het jaar 1800 in Oud Zevenaar. Hij is nog net geen 25 als hij als voermansknecht werkt bij de heer Van der Ven in de Zoutkeet te ’s-Hertogenbosch. We komen er in dit vonnis trouwens niet achter bij welke Bossche zoutkeet hij werkt, maar het zou best wel eens zoutkeet De Bloem op het Ortheneinde kunnen zijn. Jacobus heeft het druk en voelt zich erg verantwoordelijk voor de goederen die hij op zijn wagen vervoert.

Het verhaal speelt zich af op een zonnige vrijdagmiddag op twee september in 1825. De heren Pex en Van de Ven van de Marechaussee in Grave keren terug naar hun kazerne, zich verheugend op het naderende weekend hoewel ze op zaterdag uiteraard ook nog paraat moeten staan.

Fragment uit het vonnis
Plotseling valt hun blik op een slingerende paardenkar op de grote weg bij Schaijk. Dichterbij gekomen, treffen ze voerman Jacobus Geene slapend aan op de kar. In de archieven kunnen we niet opmaken of ze hem kruisen of dat ze beiden dezelfde richting uitgaan.
Hoe dan ook, Pex en Van de Ven kijken elkaar verbaasd aan en weten meteen wat hen te doen staat. Heel voorzichtig brengen ze het paard tot stilstand, geven de voerman een flinke por en vragen hem wat dit wel niet te betekenen heeft. Een proces verbaal wordt opgemaakt. Jacobus, nog half slapend, heeft op dat moment geen verklaring voor zijn middagdutje. Zou het komen door het slaapverwekkende, eentonige ritme van de paardenstappen? Door het zware werk als voerman of droomde hij misschien van zijn mooie Cornelia en de naderende huwelijksnacht?

De overlijdensakte van voermansknecht Jacobus Geene...
Uit de huwelijksakte van Jacobus Geene blijkt namelijk dat hij de volgende dag naast zijn bruid op de trappen van het stadhuis in ’s-Hertogenbosch zal verschijnen. Maar let wel, trouwe lezers, zo onschuldig is dit alles niet. Immers, een wettelijk huwelijk geeft nog geen recht op het ‘consumeren van het huwelijk’. Dat mag pas na het kerkelijk huwelijk.





maandag 7 mei 2012

Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken!



En het vonnis luidt…



Ter gelegenheid van het online gaan van 6500 vonnissen en akten afkomstig van de vredegerechten Boxmeer en Ravenstein, schotelen we je hier een maand lang élke maandag een bijzondere zaak voor!





Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken! 

Ook deze maandag weer aandacht voor een vonnis, dit keer uit het vredegerecht van Ravenstein. We schrijven 1825 en maken kennis met de 35-jarige Lamberdina van Hoogstraten. Zij woont in de Veerstraat op nummer 16 in Ravenstein.

Lamberdina is een ongetrouwde dame en hoewel ze winkelierster is van beroep, heeft ze op dit moment geen werk. Mogelijk is haar dat niet in de koude kleren gaan zitten, want uit de stukken van het Vredegerecht blijkt dat ze meerdere malen zorgt voor overlast in het dorp.

...Het vonnis betreffende de zaak Lamberdina van Hoogstraten...
Deze pittige tante blijkt bij maar liefst vier vonnissen betrokken te zijn geweest. Regelmatig “verwekt de gedaagde burengerugten en bewegingen ten andere zijde”. Soms loopt dit helemaal uit de hand. Zoals die zonnige dag op 20 augustus in 1825. De hele dag zoekt ze ruzie en lokt ze mensen uit de tent.

Haar broer Willem van Hoogstraten wordt daarbij niet gespaard. Ze maakt hem overal verwijten over en weet zelfs haar zus Antoinetta voor haar karretje te spannen. De ruzie loopt zo hoog op dat de veldwachter erbij wordt geroepen. Deze zal tot laat in de nacht in het huis van Willem blijven om in ieder geval te proberen de boel in goede banen te leiden. Dat hij daar niet helemaal in slaagt, zal blijken uit het feit dat de hele buurt die nacht getuige wordt van de woedeuitbarstingen van ‘ons’ Lamberdina.

Leeftijdgenoten van Lamberdina, Antoinetta en Willem van Hoogstraten, maar dan wel wonend in Vught
Broer Willem zal later verklaren dat hij op verregaande wijze is mishandeld door zijn zussen. Dit zal leiden tot nader onderzoek. Ook Carel Frederik Arents, griffier bij het Vredegerecht en gepensioneerd luitenant, en Johannes Keijsers, landbouwer, beiden wonend in Ravenstein, worden als getuigen opgeroepen. Maar dat is nog niet alles! In het vonnis lezen we ook dat de gedaagde dame de spot drijft met de vonnissen van de vrederechter en herhaaldelijk voor deze misdaad is veroordeeld. We kunnen dus vaststellen dat Lamberdina van Hoogstraten geen gemakkelijk type is.

De uitspraak van de vrederechter liegt er ook niet om die vrijdag de 26ste augustus 1825 in Ravenstein: Lamberdina van Hoogstraten moet 5,90 gulden betalen en bovendien vier dagen zitten in de Gevangentoren van Megen.

maandag 30 april 2012

Familiedrama in Boxmeer


En het vonnis luidt…



Ter gelegenheid van het online gaan van 6500 vonnissen en akten afkomstig van de vredegerechten Boxmeer en Ravenstein, schotelen we je hier een maand lang élke maandag een bijzondere zaak voor!


Familiedrama in Boxmeer

Neuzend in de stukken van het vredegerecht van Boxmeer kom je vonnissen tegen die je nieuwsgierigheid wekken. Zoals de overlijdensakte van Simon Johan van Steeland. Bij het gloren van de ochtend op 27 april 1822 wordt de 65-jarige Simon dood gevonden door zijn buurmannen, de 39-jarige Gerardus van Pietersom en de 47-jarige timmerman Willem Ambrosius, allen wonend te Boxmeer.

Rond tienen ’s ochtends staan de heren opgewonden op de stoep van het stadhuis om het vreselijke nieuws te vertellen en om aan te geven dat hun buurman op onverklaarbare wijze is overleden. Omdat er natuurlijk onzekerheid bestaat over de doodoorzaak wordt meteen schouwarts J.G. Koch gealarmeerd. Deze haast zich naar het huis van Simon Johan om het stoffelijk overschot te onderzoeken. Het lichaam wordt ter plekke opengesneden. Dan wordt vastgesteld dat Simon Johan van Steeland waarschijnlijk zelfmoord heeft gepleegd.

Saillant detail is trouwens dat de schouwarts op zijn declaratie als schouwdatum 26 april 1822 heeft opgetekend, terwijl in de overlijdensakte toch echt gesproken wordt van 27 april 1822. Aangenomen wordt dat de arts zich bij het declareren dus een dag vergist heeft óf dat ze een dag later aangifte deden.

Declaratie van schouwarts J.G. Koch te Boxmeer aan het vredegerecht Boxmeer wegens o.a. schouwen lijk J. Steenland en operatie van het lijk op 26 april 1822

Maar wie was Simon Johan van Steeland eigenlijk? Als oudste kind komt hij op 18 juni in 1757 in Den Haag ter wereld als zoon van Johan Frederik van Steeland en Johanna Albertina Schopman.

Pa van Steeland was niet de minste en had zijn sporen reeds verdiend als fiscaal advocaat en Procureur Generaal van Brabant. Uit alle familiestukken blijkt dat zijn zoon, Simon Johan dus, in de voetsporen van zijn vader loopt en ook kiest voor een juridische functie. Hij trouwt met Cecilia Geertrui Mackenzie en krijgt met haar een zoon die - wat in die tijd gebruikelijk is - ook de naam Johannes draagt en ook advocaat wordt. Verder blijkt dat hij al jaren renteniert en er dus zogezegd warmpjes bij zit.

Overlijdensakte van Simon Johan Steeland van 27 april 1822 van de gemeente Boxmeer

Alle ingrediënten lijken bij Simon aanwezig om samen met zijn Cecilia gelukkig oud te worden, zou je denken. Het blijft dan ook gissen naar de reden waarom hij zelfmoord heeft gepleegd. Miste hij zijn Cecilia? Uit de overlijdensakte blijkt namelijk dat hij weduwnaar was…
Aannemelijk is dat het te maken heeft met een andere verdrietige gebeurtenis die zich onlangs heeft voorgedaan in zijn leven. Op 5 april 1822, slechts drie weken vóór de zelfmoord van opa Simon Johan, overlijdt zijn dierbare kleinzoon en naamgenoot Johan Simon Frederik. Het kindje is dan pas acht maanden oud.

Het wapen van de familie Van Steeland. Wapen: in rood een zilveren dwarsbalk, beladen met vier, horizontaal afgesneden, blauwe schuinkruisjes. Wapenvoerder: Johan Frederik van Steeland, fiscaal advocaat en Procureur Generaal van Brabant, benoemd in 1770

maandag 23 april 2012

BHIC zet ruim 6500 schatten online!


Dagvaarding van de getuigen Adrianus Potjes en Reinier van Tongeren om "in persoon te verschijnen ten einde getuigenis der waarheid te geven omtrent de daadzaken en omstandigheden..."
 
Waarom veroorzaakte de 53-jarige werkloze Willem van Hoogstraten uit Ravenstein op 28 mei 1826 onrust in zijn buurt? Het was niet de eerste keer dat deze heetgebakerde Ravensteiner over de schreef ging. De echte reden weten we niet, maar wel wat het vonnis luidde op die zonnige dag op 2 juni 1826: een boete van vier gulden of een gevangenisstraf van vijf dagen in de toren van Megen. Een interessante kwestie en dat is er maar één van de 6500 vonnissen en akten die nu online te vinden zijn op de BHIC-site.

Het BHIC heeft de index op de archieven van de vredegerechten op zijn site uitgebreid met ruim 6500 vonnissen, akten en uitspraken afkomstig van de vredegerechten Boxmeer en Ravenstein. Dit dankzij een gift van de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) afdeling Land van Cuijk en Ravenstein. Ben je stamboomonderzoeker dan zijn deze vredegerechten een belangrijke bron, want je vindt hierin achtergrondinformatie uit het dagelijkse leven van personen.

Het BHIC heeft de vonnissen van 6 van de 24 vredegerechten die Noord-Brabant tussen 1811 en 1838 telde online staan op www.bhic.nl/vredegerechten, namelijk van Boxmeer, Eindhoven, Gemert, Grave, Ravenstein en Roosendaal. Van de 15.000 akten hebben er 6.500 betrekking op Boxmeer (4000) en Ravenstein (2500).

Maar wat zijn vredegerechten eigenlijk? Het zijn de voorlopers van de huidige kantongerechten, de laagste rechtbanken dus. Ze zijn afkomstig uit het Franse rechtstelsel en zijn in Nederland ingevoerd tijdens de inlijving bij Frankrijk. Voor het grootste deel van Brabant vond dat in 1811 plaats. In 1838 zijn de vredegerechten opgeheven. De vrederechter was bevoegd voor lichte vergrijpen en eenvoudige administratieve handelingen. Hij behandelde eenvoudige dorpsruzies, openbare verkopingen en voogdij aanstellingen, maar bijvoorbeeld ook zelfmoordzaken.

Een waardevolle informatiebron als je meer over je voorouders te weten wilt komen! Je kunt de index doorzoeken via www.bhic.nl/vredegerechten en de stukken aanvragen via de studiezaal van het BHIC.

Ten slotte willen wij Wim Jaegers van de NGV afdeling Land van Cuijk en Ravenstein hártelijk danken voor zijn medewerking om deze stukken digitaal aan te leveren en aan het BHIC beschikbaar te stellen. Hierdoor zijn deze historische bronnen voor iedereen gemakkelijk te doorzoeken.

En het vonnis luidt…




Ter gelegenheid van het online gaan van 6500 vonnissen en akten afkomstig van de vredegerechten Boxmeer en Ravenstein, schotelen we je hier een maand lang élke maandag een bijzondere zaak voor!