woensdag 26 februari 2014

De laatste beul van Den Bosch

...uit het vonnis van Johannes Libordus Kleijne uit 1819...  
De AKO literatuurprijs ging dit jaar naar Joke van Leeuwen, voor haar boek 'Feest van het begin'. Dit boek speelt zich af in Parijs ten tijde van de Franse Revolutie, 1795. Het gaat onder andere over de beul Charles die door zijn beroep wordt gemeden maar eigenlijk een vriendelijke ontwikkelde man is. 

Joke van Leeuwen heeft voor haar roman gedegen historisch onderzoek gedaan. Bij het lezen van vonnissen van de rechtbank van Den Bosch stuitte ik op een veroordeling in 1819 van Johannes Libordus Kleijne, 68 jaar oud. Als beroep wordt genoteerd: "Meester van den Scherpengeregte en de heelkunst uitoefenende". In een ander vonnis wordt zijn beroep nog plastischer beschreven als "Meester van den Scherpen – Zwaarde". Deze beul van Den Bosch gebruikte net als Charles zijn anatomische kennis, opgedaan tijdens het uitoefenen van zijn beulswerk, ook op een meer positieve manier. Hij deed dit waarschijnlijk om zijn inkomsten aan te vullen, maar wellicht ook uit 'interesse', zoals Charles, of om meer geaccepteerd te raken bij de bevolking. 

...fragment uit het vonnis van Johannes Libordus Kleijne uit 1819...  
Hoewel zelf ervan overtuigd dat hij tot de heelkunde bevoegd was, bleek hij niet over de juiste papieren te beschikken en werd daarom in 1819 – na al bijna twintig jaar de heelkunde te hebben beoefend - veroordeeld tot een boete van 25 gulden, waar nog 10 gulden 76 bovenop kwam voor de proceskosten. Johannes Libordus Kleijne kwam net als Charles uit een 'beulsfamilie'. Hij had het vak van zijn vader David Hendrik Kleijne overgenomen, en droeg het over op zijn zoon Johan Hendrik. 

Johan Hendrik, die in Den Bosch "Jan Hein" werd genoemd, was de laatste beul van Den Bosch die openbare terechtstellingen uitvoerde, waarvan de laatste in 1856 plaatsvonden. Hij werd halverwege de negentiende eeuw tweemaal veroordeeld voor 'het onbevoegd verlenen van heelkundige behandeling', onder meer voor het zetten van een gebroken arm. En  weer twintig jaren later blijkt Johannes Lubardus Kleijne, genoemd naar zijn grootvader, de familietraditie voort te zetten: hij is op dat moment "assistent scherpregter" en verleent clandestien wat heelkundige hulp. Zo vader, zo zoon!

Deze tekst is van de hand van gastblogger Mirjam Lambermon. Ben jij ook op een mooi verhaal gestuit tijdens je genealogische of historische onderzoek? En wil je dat verhaal delen? Stuur het in! Niet te lang (rond de 250 à 350woorden), illustratie erbij en we plaatsen het op ons weblog. Wie durft? :-)

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 

Geen opmerkingen: