maandag 1 september 2014

Schijndel bedankt!

De slagerij van Bertje van Rooij, die de Belgische familie Warnant onderdak heeft geboden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het pand bestaat nog steeds, zelfs met nostalgische inrichting.
Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand getekend tussen de geallieerden (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en de centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Het einde van de Eerste Wereldoorlog was daar. Begin december begonnen gevluchte Belgen weer huiswaarts te keren. Hier een hartverwarmende blijk van dankbaarheid jegens de bevolking en het gemeentebestuur van Schijndel. 


De Belg Arthur Warnant bedankt de Schijndelse inwoners voor hun gastvrijheid

Arthur Warnant sprak functioneel en op persoonlijke titel in zijn brief van 1 december 1918 aan burgemeester Manders van Schijndel zijn dankbaarheid uit over de broederlijke gastvrijheid die de Belgische vluchtelingen tijdens hun verblijf in Schijndel hadden genoten. 

Aan spek geen gebrek
Deze blijk van waardering op persoonlijke titel is mogelijk ook te danken aan het feit dat - ondanks rantsoenering in die tijd - aan spek waarschijnlijk geen gebrek was voor Arthur Warnant (52), zijn vrouw Laure Minne (45) en hun kinderen Gabriëlle (14), Nicolaas (13), Suzanne (12), Ivonne (8) en Albert (5). Volgens een opgave in het Schijndelse archief genoten zij sedert 1915 namelijk onderdak bij het gezin van E. van Rooij op het adres Dorp G58.

Arthur Warnant en zijn gezin konden terecht bij slager Van Rooij

'Bertje van Rooij'
Volgens het bevolkingsregister is dit slager Eimbertus van Rooij, alias 'Bertje' van Rooij, de bekende telg uit de slagersfamilie Van Rooij. In april 1914 had hij van de gemeente vergunning gekregen een vleesfabriek voor het slachten van varkens en het verwerken van vlees op te richten. Maar mogelijk bestond de slagerij al eerder.

'Bertje' van Rooij en zijn vrouw Maria Merks hadden drie zoons en drie dochters, geboren in de periode 1894-1902. Een druk gezin waarin de beide oma's ook ingewoond hebben. Een paar monden meer of minder, daar zullen ze in het gezin van slager Van Rooij niet van opgekeken hebben. Bovendien, Arthur en Bertje zullen gespreksstof genoeg hebben gehad. Arthur was namelijk van beroep paardenkoopman en wie weet kwam dat nog wel goed van pas in de slagerij...

Afbeelding van de slagerij...Wie weet wanneer deze foto is genomen?
Hierboven een afbeelding van de slagerij, waar Arthur Warnant en zijn gezin onderdak vonden. Wie weet wanneer deze  foto gedateerd is? We zien links naast de slagerij 'W. van Rooij' hotel Amicitia in de steigers. Is dit na de Tweede Wereldoorlog toen het door oorlogsschade zwaar beschadigde pand werd opgeknapt? Slaat de 'W' van 'Slagerij W. van Rooij' wellicht op zoon Waltherus A.J. van Rooij, die de slagerij in 1937 uitbreidde? Kortom, veel vragen! Weet u het antwoord?

In pension bij Regina Coeli
Niet het hele gezin Warnant ging meteen huiswaarts naar Gembloux in België. De kinderen waren ouder geworden en misschien was het verblijf in Nederland toch niet zo slecht bevallen. De ouders besloten de oudste dochters Suzanne (14) en Yvonne (9) op pensionaat Regina Coeli in Vught te plaatsen. Toch last van heimwee? De meisjes werden in 1919 alweer uitgeschreven...
Meisjespensionaat Regina Coeli te Vught

Hoe idyllisch het er ook uit ziet, Suzanne en Yvonne Warnant werden in 1919 alweer uitgeschreven...
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Dr. Louis Pirenne: kind van een Belgische vluchteling
- Gevluchte scheutisten in Esch


Geen opmerkingen: