maandag 21 september 2015

Help, de dokter komt niet!

...de opvallende advertentie...
“Attentie!!! Om aan verschillende, belachelijke geruchten een eind te maken, bericht ondergeteekende aan belanghebbenden, dat zij, zoo niet voor goed, dan toch minstens tot November haar betrekking als vr. vr. te Cuijk blijft waarnemen.” Getekend, A. de Jong-Rooker.

Het is een duidelijke advertentie die we lezen in de Echo van 7 juni 1913. Heel Cuijk weet waar “vr. vr.” voor staat: vroedvrouw. Want in die jaren is dat de meest besproken functie van het dorp. Wat is er aan de hand?

De katholieke dokter Van den Dries  (1897-1925) betaalt al jaren uit eigen middelen een vroedvrouw, om zo zijn werk wat te ontlasten. Maar als de katholieke vroedvrouw vertrekt en alleen de protestantse A. de Jong-Rooker solliciteert, neemt hij haar aan. Dit tot afgrijzen van pastoor Sengers die vanaf de kansel vrouwen oproept geen gebruik te maken van haar diensten. Maar dokter Van den Dries blijft achter zijn protestante vroedvrouw staan en wel op een opmerkelijke manier: hij stelt dat een ieder die gebruik zou maken van de diensten van de katholieke vroedvrouw niet meer door hem zou worden geholpen.  

...de ingezonden brief...
Behalve Van den Dries is ook dokter Van de Broek werkzaam in Cuijk. Maar ook al zijn er twee dokters, “toch zijn er gevallen dat men er practisch geen heeft”, zo lezen we uit een ingezonden brief in de Echo 25 januari 1919 (dus alweer zes! jaren daarna). Daarin doet F. van der Meer uit de doeken dat de dokters zijn zieke kind niet wilden helpen. Toen dokter van den Dries eerder liet dat mensen min of meer verplicht waren gebruik te maken van de diensten van A. de Jong schreef Van der Meer de huisarts een brief dat hij vrijheid van handelen wilde hebben. “Wij wisten dus dat we op diens hulp niet meer hoefde te rekenen.” Maar toen één der kinderen flink ziek werd, werd de familie ook door de andere dokter geweigerd. “Is dat nu geen treurige toestand en moet daarin geen verandering komen?”, vraagt de briefschrijver zich af.

...spijt van de sollicitatie...
Inmiddels is ook de Staatstoezicht op de Volksgezondheid op de hoogte van de schrijnende situatie in Cuijk. In een vertrouwelijke brief aan de burgemeester vraagt de hoofdinspecteur of het klopt dat dokter van den Dries inmiddels “meer dan vroeger bereid was ook aan patiënten geholpen door de katholieke vroedvrouw geneeskundige hulp te verlenen.” De burgemeester belegt een bijeenkomst met de hoofdinspecteur maar omdat de pastoor niet verschijnt, loopt dat op niets uit. Ondertussen is er nog een vroedvrouw benoemd die zich weer snel terugtrekt als ze van de manier van werken in Cuijk hoort (“het spijt mij gesolliciteerd te hebben!”)
...en de benoeming...
Nog geen jaar later staat er een ingezonden stuk in namens “vele” (maar anonieme) “Cuijkse Katholieke Huismoeders”. Er is dan nog weinig verandering gekomen in de bestaande situatie, zo blijkt. “Wij willen Roomsch zijn en daarom wenschen wij, neen daarom eischen wij in onze overwegend Katholieke gemeente een Katholieke vroedvrouw. Maar moedeloos worden wij aan ons lot overgelaten… de dokter komt niet! Zoo’n toestand hebben wij in Cuijk in de verlichte 20ste eeuw. Zóó staan de zaken.” Uiteindelijk wordt in 1925 de katholieke vroedvrouw M. Derksen-Beckers benoemd tot vroedvrouw van Cuijk. Langzaam keert de rust weer.

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Vroedvrouwen
- Over de narigheid die de tijd met zich meebrengt

De beste verhalen via e-mail ontvangen?




Geen opmerkingen: