woensdag 7 januari 2015

Brabant als vakantiebestemming

...Conny als gids naar Brabant, links naast de jongens met cowboyhoed...
Als elfjarige kwam Conny van Hees-Rietbergen voor het eerst naar Brabant. “Met de gidsen gingen we naar Teteringen en sliepen we in een stal op een boerderij. Voor een meisje uit Den Haag die drie hoog woonde, was dat een enorm feest.”

In een open vrachtwagen met laadklep werden de gidsen en hun spullen
...uit de foto's van de gidsen...
vervoerd van Den Haag naar Brabant. “Dat was al een hele onderneming. Op die manier kinderen vervoeren, is nu natuurlijk ondenkbaar. Maar wij vonden het geweldig.” De ruimte, de droppings, het spelen buiten: voor de meeste stadse kinderen gaf dat een enorm vakantiegevoel. “We hadden wel parken en het strand was dichtbij maar de vrijheid in Brabant leek toch groter.”

Na haar trouwen in 1970 kwam Conny door het werk van haar man Cees (bij de luchtmacht in Volkel) in Uden terecht. “In Den Haag woonden wij het eerste jaar van ons huwelijk bij mensen in; daar huurden wij twee kamers. Nu kregen we een huis met vijf kamers en een zolder en een tuin. Dat was helemaal het einde.” Het betekende ook het begin van een ander leven. “Ik verhuisde van een stad naar dorp.”

Binnen een week kon Conny aan de slag bij Philips. “Via het eerste uitzendbureau in Oss; Van Orsouw. De sfeer bij Philips was heel gemoedelijk met veel jonge vrouwen die net als ik allemaal net getrouwd waren. Aanvankelijk had ik veel moeite om mijn collega’s te verstaan; sommigen praatten alleen stevig dialect. Soms gingen ze voor mij over op Nederlands maar dat hielden ze maar een kwartier vol. En dat wilde ik ook niet; ik kwam hier wonen dus ik moest ook de taal leren.” Het leverde vaak hilarische situaties op. “Toen ik een keer niet direct reageerde, zei iemand: ‘zè verstut oe nie’. Dan zei ik: ‘ik verstut je wel’. Dan lag iedereen onder het bureau van het lachen. We hebben toen echt veel lol gehad.”

Conny ging het eerste jaar met de bus van Uden naar Oss. “Dan rij je eerst een stuk door de bossen en dan zag ik die seizoenen zo mooi veranderen. Het gaf mij het gevoel dat ik dan op vakantie was. Het was voor mij echt een andere wereld.” Maar dan ook letterlijk: als Haagse stapte zij in een andere cultuur. “Met – in mijn oren – niet alleen een andere taal maar ook andere gewoonten. Ik had ook het idee dat ik heel erg bekeken werd, dat iedereen alles van me wist. Bovendien ben ik nogal direct en dat wordt hier niet altijd gewaardeerd. Ik heb al veel afgeleerd. In Brabant wordt vaak om dingen heen gepraat. Dat vind ik nog steeds wel eens lastig.”

...portretfoto gemaakt bij Organon...
Toen het werk bij Philips stopte, kon Conny aan de slag bij Organon; als enige vrouw op de administratie, afdeling verpakking. “Bij Organon was alles veel strakker. Allemaal in witte jassen en chefs die mij – als 22-jarige – aanspraken als “mevrouw Van Hees”. Maar ik vond het werk erg leuk: prikklokken controleren en standaard de radio om 10 uur aanzetten op Arbeidsvitaminen.”

Toen zij in verwachting raakte en stopte met werken was het wel even slikken. “Ik had altijd gewerkt en kende vooral mijn collega’s. Toen dat wegviel en ik in mijn eentje door Uden liep, voelde ik me soms behoorlijk eenzaam. Ik kende niemand, mijn roots lagen niet hier. Toen besefte ik dat ik nog echt moest gaan aarden in Brabant.” Met twee zoontjes ging dat heel gemakkelijk. Toen haar man een half jaar naar het buitenland moest voor zijn werk, zei een buurvrouw dat ze haar wel in de gaten zou houden. “Toen ervoer ik juist dat als mensen veel van je weten dat ook een heel prettige sociale controle kan opleveren.”

...afscheid in Grave...
Zo kwam het toch goed tussen Conny en Brabant. Met één uitzondering: carnaval. “Daaraan kan ik nog steeds niet wennen. En ik heb heus de polonaise gelopen maar op de een of andere manier werd ik altijd uit de rij getrokken en gezoend terwijl ik dat niet wilde. Of het werd hommeles. Nee, carnaval moet echt in je bloed zitten; dat lukt mij niet als Haagse.” Maar ze heeft toch bijna tien jaar veel voor Brabant gedaan als vrijwilligster bij het BHIC. Er zijn heel wat aktes gedigitaliseerd door haar van het oud rechterlijk archief.

Of ze ooit terug zou willen? “Soms zie ik culturele projecten die mensen doen in Den Haag. Dan denk ik wel eens: goh, dat had ik dan ook allemaal gedaan. Maar aan de andere kant: er zijn zoveel straten, zelfs buurten in Den Haag die ik nauwelijks ken en dat heb ik in Uden dan weer niet. En met kinderen en kleinkinderen dicht in de buurt is het fijn wonen en ik vind Brabant nog steeds prachtig! Nee, het is goed zo.”

Marilou Nillesen

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Gezegende picknick
- Kampvuur


1 opmerking:

BHIC zei

Wat een mooi en eerlijk levensverhaal, Conny! Veel dank voor al je indiceerwerkzaamheden voor BHIC. Veel plezier met je nieuwe activiteiten.