Posts tonen met het label Uden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Uden. Alle posts tonen

woensdag 8 juni 2016

Duits drama op Udens doek

...In 1942 kan het Udense publiek zich op 'veler verzoek' nog één maal vergapen aan de film Verbannen met Zarah Leander en Willy Birgel in de hoofdrollen...
We gaan terug naar het jaar 1942. De tijd van de Duitse bezetting. Aan de Udense Markt is Cinema Parisien gevestigd. Een bioscoop die behoort tot de Desmet-formule met vestigingen in Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. Cinema Parisien, in 1939 geopend door Theo Desmet, beëindigt in 1967 haar exploitatie en wordt in 1968 afgebroken. 

De Udense bioscoop projecteert iedere week bijzondere programma's. Onder de bezielende leiding van Theo is Cinema Parisien 'geworden een etablissement met een apart cachet en een aparte sfeer, een sfeer, welke het best kan worden geillustreerd als een Desmet-sfeer, omdat de ongekende gezeligheid en intimiteit zich in alle Desmet Theaters manifesteert'. Immers: 'Wat Desmet u biedt, kan een ander niet'.

Op 5 februari 1942 wordt een laatste reprise van de film Verbannen uitgezonden. Deze film uit 1937, waarvan de oorspronkelijke titel Zu neuen Ufern luidt, is de grote doorbraak van de populaire filmster Zarah Leander. De Udense toeschouwers zien een 'ongeëvenaard kunstwerk' met bijzonder plot. Leander vertolkt de rol van de Londense zangeres Gloria Vane, die valt voor de roekeloze Albert Finsbury (Willy Birgel). Wegens frauduleuze praktijken neemt hij de benen naar Australië. Gloria neemt de schuld van Finsbury op zich en volgt hem als gevangene naar Australie. De toeschouwers vergapen zich vervolgens aan het drama dat zich op het scherm van Parisien voor hen ontvouwt. Al is het wel een drama met een Duits tintje. Vanaf augustus 1940 staan alle films onder strenge controle.

Er worden alleen films vertoond die door de bezetter zijn goedgekeurd. Zu neuen Ufern is een productie van Universum Films AG (UFA). De belangrijkste Duitse filmstudio en één van de grootste filmindustrieen ter wereld. Ze staat onder zware druk van het Nazi-regime. Ook Desmet moet in zijn programmering rekening houden met de regels van de Duitse bezetting. Zelfs de Polygoon-bioscoopjournaals zijn pro-Duits. Toch weet hij er een draai aan te geven. Op 'veler verzoek' luistert het publiek nog één avond naar de zeldzame, meeslepende stem van Zarah Leander terwijl zij in het tuchthuis van Paramatta (Australië) haar lied van verlangen zingt. Liefde kent geen grenzen.

Dit verhaal stond eerder in Brabants Dagblad

Geschreven door:
Rolf Vonk

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
Krachtige kanonnen 



Let op: we gaan verhuizen!

Hopelijk heb je deze blog met plezier gelezen. Maar let op: woensdag 15 juni verschijnt onze laatste bijdrage op deze blog. Daarna verschijnen er bijna dagelijks nieuwe verhalen op onze website; die verhalen vind je via www.bhic.nl/verhalen Volg je de blog via rss-feed? Meld je dan voor onze nieuwsbrief want daarin vind je onze beste verhalen overzichtelijk terug. Hopelijk zien we je daar weer! Bedankt alvast voor je aandacht!

De beste verhalen via e-mail ontvangen?






woensdag 1 juni 2016

Udense emigranten opgelicht

...Voelden de eerste migranten uit Uden, Zeeland, Boekel en Volkel zich opgelicht? De doorzetters bouwden Little Chute uit tot een nieuw thuis...
In de huidige tijden krijgen we berichten van emigranten die een speelbal worden van oplichters. Lieden die zich schaamteloos verrijken over de rug van vluchtelingen wanneer zij hun overtocht proberen te maken naar veiliger oorden. 

In 1853 leken economische vluchtelingen uit Uden slachtoffer van oplichterij te zijn: "Een gedeelte der hier (Rotterdam) uit Noord-Brabant aangekomen landverhuizers, en voornamelijk die uit Uden, zijn naar hunne haardsteden wederom terug gekeerd, daar het gebleken was, na hunne aankomst alhier, dat zij hunne gelden voor overtogt hadden toevertrouwd aan iemand, die daarmede vertrokken is, zonder voor hunnen overtogt zorg te dragen." 

Ze maakten deel uit van een groep van ruim 200 landverhuizers uit Uden, Volkel, Mill en Boekel. Hun bestemming was het plaatsje Little Chute in Wisconsin "waar velen hunner familiebetrekkingen en vrienden zullen ontmoeten, die zich daar reeds gevestigd hadden". Aan de Fox River was in 1848 een kolonie katholieke landverhuizers uit het Peelgebied neergestreken. Aangemoedigd door economisch moeilijke tijden en geinspireerd door priester Theodoor van den Broek hadden zij de overtocht gewaagd. Van den Broek beloofde een "voortreffelijke R.K. Kolonie". 

Maar in Little Chute was niets en "eene algemene verslagenheid heerschte er onder de landverhuizers. Niemand wilde op die plaats blijven, verre van alle correspondentie gelegen, zonder handel en maar ordinaire grond." Er zat maar één ding op. Aanpakken of vertrekken. En vele handen maken licht werk. Die extra handen werden in het thuisland gevonden. Aangemoedigd door fantastische verhalen volgde een ketting-migratie. De nakomers gaven huis en haard op voor de Amerikaanse droom. Hoe zuur was het dan om wegens oplichterij in Rotterdam de boot te missen!

De emigranten in kwestie waren echter volgens latere berichten geen slachtoffer van oplichting. Ze konden de verhoogde kosten voor de overtocht niet betalen. Maar de emigranten hadden een dubieuze rol, want "twee van hen zijn vroeger reeds in Amerika geweest". Ze kwamen terug "alleen om hunne vrienden aan te raden hun vaderland te verlaten". Beloofden zij net als Van den Broek "een voortreffelijke R.K. Kolonie"?

Dit verhaal stond eerder in Brabants Dagblad

Geschreven door:
Rolf Vonk

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
Krachtige kanonnen 



Let op: we gaan verhuizen!


Hopelijk heb je deze blog met plezier gelezen. Maar let op: woensdag 15 juni verschijnt onze laatste bijdrage op deze blog. Daarna verschijnen er bijna dagelijks nieuwe verhalen op onze website; die verhalen vind je via www.bhic.nl/verhalen Volg je de blog via rss-feed? Meld je dan voor onze nieuwsbrief want daarin vind je onze beste verhalen overzichtelijk terug. Hopelijk zien we je daar weer! Bedankt alvast voor je aandacht!

De beste verhalen via e-mail ontvangen?




woensdag 20 april 2016

Belgisch dorp verrijst op Udense hei

...Op 12 februari 1915 arriveren de eerste Belgische vluchtelingen vanuit Baarle-Nassau in het Udense Vluchtoord, het 'Belgische dorp' op de Udense heide...
Sinds 1915 heeft Uden een naam hoog te houden als het om vluchtelingenopvang gaat. Het neutrale Nederland krijgt tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) een grote vluchtelingenstroom te verwerken. Op de vlucht voor Duits geweld, klopt een miljoen Belgen aan voor asiel. Als blijkt dat de particuliere initiatieven de vluchtelingenstroom niet aan kunnen, grijpt de regering in. 

De vluchtelingen worden overgebracht naar barakkenkampen of 'Belgische dorpen'. Die zijn voorzien van een school, een postkantoor, een ziekenhuis, een kerk en soms zelfs een bioscoop. De Udense burgemeester Thijssen stelt direct zijn gemeente kandidaat voor de vestiging van zo'n 'vluchtdorp'. Ook de regeringscommissaris, jonkheer Ruys de Beerenbrouck, acht Uden geschikt om Belgische vluchtelingen op te nemen. Enkele duizenden, als het mogelijk is. Meer dan het totaal aantal inwoners van Uden!

De Udense raad is huiverig voor onrust en veiligheidsproblemen. Pas na een besloten raadsvergadering waar Ruys de Beerenbrouck toezeggingen doet, stemt de raad in. Het plaatselijke bedrijfsleven ziet wel brood in de komst van de Belgen. De locatie voor het 'vluchtdorp' is een stuk heide ten noorden van het dorp aan de klinkerweg Uden-Zeeland. In januari 1915 wordt in een mum van een tijd een compleet barakkendorp uit de grond gestampt.

In februari nadert het z'n voltooing. Een journalist schrijft: '...al heeft de ondervinding nog niet geleerd, dat het hier gevolgde systeem aan alle verwachtingen voldoet, toch zal een vluchtige schets van de in deeling van het onafzienbare terrein en de doelmatige inrichting der ontelbare hallen doen begrijpen met welk een practischen, nauwgezetten zin men hier is te werk gegaan.' De withouten woonbarakken ogen somber 'maar het oog bedriegt zich daarin, want zoodra men binnentreedt, voelt men als 't ware den open hemel boven zich, zoo vrij en hoog glooien de daken.'

Praktisch en schoon zijn de uitganspunten, met enige vorm van privacy. Uden is klaar om vluchtelingen op te vangen. Op 12 februari 1915 arriveren de eerste 28 vluchtelingen uit Baarle-Nassau in het Vluchtoord. De komende jaren zal de Udense heide hun thuis, hun Vluchtoord worden.

Dit verhaal stond eerder in Brabants Dagblad

Geschreven door:
Rolf Vonk

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
De beste verhalen via e-mail ontvangen?

woensdag 24 februari 2016

Het gaat om praktisch en klantvriendelijk

...De samenvoeging als hamerstuk: oud-Burgemeester Kooijmans van Erp overhandigt de Erpse voorzittershamer aan de nieuwe burgemeester Keijzer... 
Het is tweeëntwintig jaar geleden, dat de zelfstandige gemeente Erp ophoudt te bestaan. Erp gaat samen met Veghel en delen van Uden en Sint-Oedenrode één gemeente vormen. Het is een uitwerking van de commissie Schampers die de provincie Noord-Brabant het advies geeft de centrumgemeenten (o.a. Oss, Uden, Veghel) te versterken. 

Soepel gaat het niet, omdat allerlei politieke belangen een rol spelen. Vanaf 1991 zijn Erp en Boekel plannen aan het vormen om samen te gaan. In de Tweede Kamer wordt dit plan in 1993 afgeschoten. Zowel PvdA, D66, GroenLinks als VVD stemmen voor versterking van de krachtige industriegemeente Veghel. VVD-er Franssen: "De oriëntaties van Erp op Veghel zijn voluit aanwezig. Erp heeft bovendien een industriële oriëntatie en zou bij een gemeente als Veghel niet misstaan". 

Grote teleurstelling bij de Erpse gemeenteraadsfracties. Boekel heeft het nakijken. In de Eerste Kamer is het wetsvoorstel Erp-Veghel een hamerstuk. In sneltreinvaart wordt de herindeling vier maanden later een feit en treedt de doortastende Keijzer als burgemeester aan. De bevolking loopt niet te hoop, zoals de politiek constateert. De ronde van het Brabants Dagblad door Erp levert weinig spectaculaire sentimenten op: "Ik denk dat het beter is, omdat iedereen met winkelen en schoolgaan gericht is op Veghel" en "Alle ondernemers hier zijn blij dat het toch Veghel is geworden, want het ondernemersklimaat daar is veel beter dan hier in Erp". 

Wanneer BD in 2007 een tweede ronde door Erp houdt, zijn de reacties positef over de wijze waarop zaken professioneel geregeld worden, het ondernemersklimaat en de investering in de kleine kernen. BD concludeert: Erp is goed af met Veghel. En zoals een Erpenaar verwoorde: "De hechte samenleving van vroeger is gebleven en is misschien zelfs nog hechter geworden". Heeft burgemeester Keijzer dan toch gelijk? Keijzer noemt de sentimenten van herindeling "inhoud en diepte die geen eeuwigheidswaarde heeft. Maar de plaats waar het gemeentehuis staat is echt niet zo belangrijk, want hoe vaak moet een mens daar nou heen? Een praktisch en klantvriendelijk bestuur, daar gaat het om".

Dit verhaal stond eerder in Brabants Dagblad

Geschreven door:
Rolf Vonk

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
De beste verhalen via e-mail ontvangen?







vrijdag 19 februari 2016

Zwerver afgeslacht in schuur in Vianen

De inschrijving van de gewelddadige Poolse zwerfster in het Vluchtoord Uden
Midden in de nacht maakt Berendina Mackowiak (45) die andere zwerver, Dirk van Dijk (50), wakker. 'Nu is het tijd', zegt ze. Van Dijk, die net als de Poolse vrouw onderdak heeft gevonden in een schuurtje tussen  Cuijk en Vianen, wrijft zich de slaap uit de ogen. Hij neemt de ijzeren staak en slaat de derde slaper in de hut hard op diens hoofd. Dat is Berend Tap, een 72-jarige dakloze die handelt in van alles en nog wat.

'Laat mij het maar doen,' zegt de Poolse geïrriteerd, als blijkt dat Tap weliswaar zwaargewond is, maar nog lang niet dood. Ze pakt de staak en slaat nog eens en nog eens.

Het lijk dat op maandagmorgen 30 juni 1930 in een moddersloot in Vianen wordt gevonden, is vreselijk toegetakeld. Wonden aan hoofd en armen. Er blijkt zelfs chloorkalk en peper over het lijk gegooid te zijn, om speurhonden op een dwaalspoor te brengen. Niet veel later worden twee verdachten, de zwervers Van Dijk en Mackowiak, aangehouden.

Tijdens de rechtszitting in Den Bosch, op 15 juni 1931, bekent Van Dijk dat hij Berend Tap, na het toedienen van slagen, samen met de vrouw in een sloot heeft gekieperd. Toen hoorden ze Tap nog kermen: 'Nou gooit ze ook nog kalk over me heen.'
Daar had Mackowiak wel raad mee geweten. Met een hooivork had ze net zolang gestoken totdat Tap geen kik meer gaf. 'Uit erbarmen,' zegt ze tijdens de zitting. Van Dijk had volgens haar de moord gepleegd, zíj had de zwerver alleen maar uit zijn lijden verlost.

De buit, enkele horloges en klein spul, hadden ze verdeeld. Mackowiak, tijdens de Eerste Wereldoorlog als vluchtelinge uit België in een kamp in Uden terechtgekomen, was eerder verdacht van de moord op een man. Dat kon toen niet bewezen worden.

Van Dijk verklaart dat het hem niet om de buit te doen was geweest. Hij had niet eens willen doden. Hij had Tap alleen maar geslagen omdat hij jaloers was. Tap had een relatie met de Poolse vrouw, terwijl hij verliefd op haar was geworden. De Poolse had volgens hem de dodelijke slagen uitgedeeld. Het deed er niet toe, vond de rechter en hij veroordeelde beiden tot acht jaar cel.

Tap was getrouwd, maar leefde al jaren gescheiden van zijn vrouw. Dat was een beruchte oplichter: Femia Haverhoek. Toen haar man voor de rechter stond, zat ze zelfs wegens kwakzalverij in de gevangenis. Haverhoek gaf zich later uit als 'psychometriste': ze kon aan een portret gebeurtenissen uit het verleden aflezen.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Criminaliteit in Gestel
Goede mannen, steekt uw sweert in uw schede

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

maandag 1 februari 2016

De lotgevallen van een 'hulpeloos mensch'

Slot van de lange klachtbrief van Swinkels. Onthou vooral zijn handschrift...
Ook deze week nemen we in het kader van de  openbaarheidsmaand weer een kijkje in één van onze kerkelijke archieven. Dit keer duiken we in het tragische verhaal van Martinus Swinkels, die keer op keer de Udense pastoor Spierings, bisschop Van de Ven en zelfs de aartsbisschop van Utrecht smeekte om te mogen trouwen. Wanneer we verder graven in onze archieven, vinden we de opmerkelijke reden van deze pertinente weigeringen...

Martinus Swinkels was geboren in 1874 te Uden als zoon van een ongetrouwde moeder. Op een gegeven moment vond hij werk bij een meubelmaker in Duitsland. Zijn 'zuur gespaarde penningen' wilde hij spenderen aan een mooie bruiloft. Maar helaas, de geestelijken stribbelden tegen...

Van Herodus naar Pilatus...
Het archief van de parochie Sint Petrus te Uden bevat een ellenlange klachtenbrief van Martinus Swinkels, gericht aan de 'aardsbisschop' van Utrecht. In een uiterste poging om tóch dispensatie te krijgen voor zijn huwelijk legt hij op 8 juni 1900 zijn 'treurigen toestand' aan de hooggeplaatste geestelijke bloot.

Vervreemd en uitgeworpen...Martinus twijfelt aan de Kerk!
De Udense pastoor Spierings had geweigerd om een verzoek voor dispensatie door te sturen naar bisschop Van de Ven in Den Bosch. Hij bemoeide zich niet met die zaak; dit waren 'zijne eigene woorden,' aldus een geagiteerde Martinus.

De gehele brief bestaat uit een klaagzang over de handelswijze van Spierings en Van de Ven, die hem verschillende reizen vanuit Duitsland lieten maken, allemaal zonder resultaat. Uiteindelijk bleef Martinus geruïneerd achter, als een 'hulpeloos mensch' en met een 'ledige beurs.'  Hij had er schoon genoeg van om telkens van 'Herodus naar Pilatus' te worden gestuurd en begon zelfs te twijfelen aan de leerstellingen van de Rooms-Katholieke kerk!

Schande
Na de zoveelste reis naar Nederland bleek dat er geen dispensatie kon worden verleend omdat hij in Duitsland woonde. Inmiddels had hij zijn aanstaande bruid bij zich in huis genomen, omdat zij niet langer kon wonen in haar 'onhoubare stal.' Je kunt het je voorstellen hoe heel Uden schande sprak van deze situatie. Teleurgesteld wendde Martinus zich 'fluks' tot de pastoor van Sterkrade en diens antwoord was verrassend. Lees maar mee:

De Duitse pastoor ziet geen enkel probleem!
Deze Duitse pastoor meende dus dat Swinkels zonder bezwaar in 'Holland' zou kunnen trouwen en dat er helemaal geen dispensatie verleend hoefde te worden! Het probleem was dat men het stel gewoon niet wílde trouwen, aldus de pastoor. Wat waren dan de achterliggende redenen voor Spierings en Van de Ven, die halsstarrig weigerden dit huwelijk te voltrekken?

Harmonicaspeler
Hiervoor moeten we even terug naar de prille jeugd van Martinus Swinkels. Op 15-jarige leeftijd komt hij als een onschuldig ogende harmonicaspeler al voor het eerst in aanraking met justitie. Wegens bedelarij tussen Sambeek en Boxmeer werd hij acht dagen in hechtenis genomen.

Aanklacht tegen de bedelende Martinus, 1890
In bovenstaande aanklacht staat precies beschreven hoe de pientere Swinkels dit aanpakte. Hij stak één van zijn armen in de jas 'ten einde de liefdadigheid der voorbijgangers op te wekken, willende doen voorkomen alsof hij die arm miste.'

Twaalfvoudige dief
Was dit dan voldoende grond om hem de kerkelijke zegen over zijn huwelijk te ontzeggen? Misschien konden de bisschoppen dit akkefietje nog wel door de vingers zien, maar een jaar later werd Martinus opnieuw in de kraag gevat. Ditmaal voor een ernstiger vergrijp, namelijk een twaalfvoudige diefstal!

De 16-jarige harmonicaspeler belandt in 1891 wéér in de gevangenis

Deze keer kwam Swinkels voorlopig de gevangenis van Breda niet uit. Hij kreeg maar liefst een jaar gevangenisstraf opgelegd. Zekerheid hebben we natuurlijk niet, maar het is heel goed mogelijk dat Spierings en Van de Ven vanwege zijn misdadige verleden geen dispensatie voor zijn kerkelijk huwelijk wilden verlenen.

Beschrijving van Martinus Swinkels in het gevangenisregister. Vergelijk zijn handtekening met de eerste foto...
Toch lijkt het erop dat Martinus zijn leven heeft verbeterd. Na 1891 duikt zijn naam niet meer op in de gevangenisregisters en op 28 juli 1900 stapte hij uiteindelijk in het huwelijksbootje met zijn geliefde Johanna Maria van Boxtel. Of het kerkelijk huwelijk ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, blijft vooralsnog een mysterie...


Geschreven door:
Lisette Kuijper  

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
Kijkje in kerkelijke archieven
Elk huisje heeft zijn kruisje

De beste verhalen via e-mail ontvangen?
 
 

maandag 25 januari 2016

Kijkje in kerkelijke archieven

Aandacht voor kerkelijke archieven in de openbaarheidsmaand januari 2016. Hierin zitten naast stukken over de organisatie en pastorale zorg, vaak ook historisch interessante en nostalgische documenten die ons doen vertederen en verbazen. Laat je verrassen door een greep uit dit soort stukken die nu in 2016 openbaar zijn geworden. Je vraagt je misschien af, waarom nu pas openbaar? Dat ligt aan de afspraken daarover met de kerkbesturen, -voogden en –rentmeesters. 

Devotieprentje uit het archief van Parochie Sint Petrus' Stoel in Antiochië Uden. (Een beetje scheef opgeplakt op papier)
Hervormde kerk in Lith
In het archief van de Nederlands Hervormde gemeente Lith-Lithoijen etc. treffen we deze tekening aan van de oude kerk, op een stuk karton geplakt. Met de aantekening vóór 1828.


De ‘leugenbaar’ van de RK Nicolaasparochie te Helvoirt
Het werkschriftje van de koster geeft een aardig tijdsbeeld van de handelingen achter de schermen voor het voorbereiden van missen en het lof rond de jaren 1950. Door de week, op zon- en feestdagen, trouw- en lijkmissen. Dat lijkt heel simpel, maar er waren vijf klassen missen met elk een ander aantal paramenten, liturgisch vaatwerk, kaarsen en wel of geen wierook. Ook de kwaliteit werd aangegeven. Bij een mis van de vijfde klasse moest de koster oude kaarsen neerzetten. En een mis met drie heren (priesters) was natuurlijk arbeidsintensiever. En het kazuifel van de priester was bij elk type mis weer anders. Het maatschappelijk tijdsbeeld van rangen en standen proef je heel duidelijk uit zo’n eenvoudig schriftje.

De uitvaart van een klein kind vond plaats tijdens de vroegmis om kwart voor 8 ’s morgens. Het lijkkistje met de ouders, broers en zusjes mocht niet door het middenschip  ‘ze gaan door de smalle gangs langs kapelaan z’n biechtstoel naar achter en komen door smalle gang langs pastoor z’n biechtstoel terug’. Voor een kind dat de H. Communie had gedaan, golden weer andere normen. De lijkmis begon dan om 9.00 uur en er was meer aankleding.
Ook zet de koster een boeiende aantekening in zijn schriftje ‘Wanneer ’t lijk niet in de kerk mag komen dan de leugenbaar zetten’. Dit lijkt op een soort nep baar, waarop een kist zonder lijk stond. Bijvoorbeeld bij mensen die gestorven waren aan een besmettelijke ziekte of wanneer iemand verdronken was, van wie geen stoffelijk overschot was gevonden.


Doopboek van ná 1811
Kerkelijke doopboeken zijn tot 1811, het jaar waarin de burgerlijke stand is ingevoerd, raadpleegbaar in het stamboomprogramma van BHIC. Van een enkele plaats binnen het regionale werkgebied van BHIC lopen de indexen (geen scans) op doopboeken ná 1811 door, maar op termijn verdwijnen die uit de database.
In archieven van RK parochies en protestante gemeenten bevinden zich vaak nog doop- trouw- en overlijdensregisters van ná 1811.

Hier een voorbeeld van een doopboek 1867-1915 uit de parochie St. Remigius te Lithoijen, dat in 2016 openbaar wordt. De eerste dopeling is Wilhelmus Bernardus Govers op 11 januari 1867. Hij was vernoemd naar zijn peetvader en oom, schoolmeester Wilhelmus Dijkhoff. De kleine Willem was volgens zijn geboorteakte van de Burgerlijke Stand op 11 januari ‘om twee ure des namiddags’ geboren en is dezelfde dag gedoopt. Bij de katholieken was dat belangrijk omdat een ongedoopt kind bij overlijden niet rechtstreeks naar de hemel gaat, maar gedoemd is te blijven hangen aan de rand van de hemel, in het ‘voorgeborchte’. En ongedoopte kinderen mochten niet op gewijde grond begraven worden.


In het laatste jaar van dit doopregister vinden we ook weer een Govers, dit keer Maria Antonia Josefina Govers, gedoopt op 22 juni 1915. Volgens de burgerlijke stand was zij op 22 juni geboren ‘in de namiddag om half een’.

Met de aantekening dat zij in juli 1935 ingetreden is bij de Zusters Jezus Maria Jozef (JMJ) te ’s-Hertogenbosch, net 20 jaar. Volgens het bevolkingsregister van Lithoijen was zij onderwijzeres van beroep en had zij haar opleiding gevolgd aan kweekschool Hoogerheide te Woensdrecht.
Devotieprentje uit het archief van Parochie Sint Petrus' Stoel in Antiochië Uden
Visitatierapport van de Classis ’s-Hertogenbosch over 1965
Hier enkele fragmenten die een mooi tijdsbeeld geven:
Instuif als visvijver voor protestantse trouwlustigen
...klik op plaatje voor vergroting...
Gevolgen van de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 voor de diaconie
...klik op plaatje voor vergroting...
Pastoor komt voor 100-jarige thuis de mis opdragen
Bisschop W.M. Bekkers gaf de pastoor van Berlicum toestemming om ter gelegenheid van de 100e verjaardag van Wilhelmus Spierings (geboren 13-1-1866) de H. Mis bij hem thuis op te dragen. Willem was een oude vrijgezel die zijn leven lang al had samengewoond met ongetrouwde broers en zussen in het ouderlijk huis aan de Werststeeg 19 in Berlicum. Zus Theresia was al vroeg het huis uitgegaan. Zij was een kloosterzuster en werkte als verpleegster op Huize Voorburg in Vught. In 1949 was zij al overleden.
Wat mooi dat hij dat mee heeft mogen maken. Ruim een jaar later, op 23 mei 1967 sloot hij definitief zijn ogen op de leeftijd van 101 jaar.
...klik op plaatje voor vergroting...
En wie weet nog hoe die neomist (pas gewijde priester) uit India was, die door de parochie van Berlicum geadopteerd was?

Devotieprentje uit het archief van Parochie Sint Petrus' Stoel in Antiochië Uden
...klik op plaatje voor vergroting...

Geschreven door:
Annemarie van Geloven

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
Bij de brandweer
Paniek op de Zeedijk van Oijen

De beste verhalen via e-mail ontvangen?






maandag 9 november 2015

Lang haar: ook voor mannen!

Alle geslaagde modinettes werden getrakteerd op een 'mieters plaatje'
Deze pas geslaagde Udense modinettes kregen niet alleen een bosje bloemen bij hun diploma, maar zij werden ook getrakteerd op een 'mieters plaatje' dat ze zelf uit mochten kiezen. Uiteraard ontbreken de Beatles niet op dit verlanglijstje uit 1969. Toch was niet iedereen in die tijd gecharmeerd van deze legendarische band en hun 'flink lange kapsels'...

Mieters plaatje
Vele Udense meisjes hebben zich in de vorige eeuw toegelegd op het ontwerpen en naaien van korsetten; een 'echt vrouwelijk beroep,' lezen we in de Udensche Courant van 1969. Na afloop van de cursus ontvingen de meiden een zogenaamd VOC (Vakopleiding voor de Confectie-Industrie) diploma én een plaat van hun lievelingsband. Betty de Wilt en Ria van Ras behoorden tot de gelukkigen.

Echte Beatles-lovers, deze Udense modinettes
De Beatles hadden tegen die tijd al een uitgebreid repertoire opgebouwd en ook in Uden bevond zich een behoorlijke schare fans. Betty en Ria kozen allebei voor het nummer 'Ballad of John and Yoko' van de langharige popidolen. Gek genoeg hebben de twee meiden zelf juist een heel kort koppie!

Besmettelijke ziekte
Een paar jaar eerder verscheen een artikel in de Udensche Courant over de almaar groeiende lokken van vooral Engelse jongeren. Als een 'besmettelijke ziekte' greep deze nieuwe haardracht om zich heen. Sommigen verloren hun baan dankzij hun nieuwe kapsel en anderen werden zelfs door de politie met een mes onder handen genomen en gekortwiekt!

Deze jongens hebben al 'flink lange kapsels gefokt'
Uiteindelijk is deze haardracht in de jaren zeventig ook in Nederland populair geworden, zo weten we nu. Maar in 1966 oogstten deze kapsels nog diepe verontwaardiging in onze kranten. Het begon allemaal in Hamburg, toen de Beatles geen tijd meer hadden om naar de kapper te gaan. Met hun gebrekkige Duits durfden ze daar geen kapsalon te bezoeken en voilà, het moderne kapsel was geboren. 

Gevaarlijk, die lange kuif!
Volgens de auteur van dit artikel zaten er veel schaduwkanten aan lange kapsels. Zo zou het bij winderig weer en in het verkeer zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Bovendien vergde de verzorging van de lange lokken alleen maar veel tijd en geld.

Gevaarlijk, maar toch ook verleidelijk, zo'n lange kuif!
Toch kleefde er ook één voordeel aan de nieuwe haardracht. Meisjes schenen jongens met lang haar namelijk vaak te prefereren boven de 'gewone knapen'! Bovendien, de musea hangen vol met portretten van stoere mannen mét lang haar! Misschien moeten de heren onder ons tóch iets minder vaak de kapper bezoeken....

Welke heren durven het te proberen?


Geschreven door:
Lisette Kuijper  

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Udense band vanuit de schoolbanken
- Bijzondere bustes

De beste verhalen via e-mail ontvangen?
 




maandag 19 oktober 2015

Udense band vanuit schoolbanken op het podium

...Square in de beginjaren...
Het is een bijzonder verhaal, dat van de band Square uit Uden. Niet alleen omdat de zanger later furore zou maken op een heel ander terrein. Maar het is ook het verhaal van een paar vrienden van de middelbare school die in het weekend in binnen- en buitenland optraden maar door de week netjes hun Duitse woordjes leerden.

...een jonge Addy van den Krommenacker en Alphons Arts...
Bij het eerste optreden in 1965 bestond hun repertoire uit twee haastig gekozen nummers. Maar het schooloptreden van de band van Addy van den Krommenacker, Alphons Arts, Jos Peters, Toon Smits en Paul Bronwasser wél een succes: Square was geboren. Aanvankelijk leggen de jongens zich toe op soulmuziek; Wilson Pickett, Otis Redding, Sam & Dave. Gerepeteerd werd er achtereenvolgens in de garage van de bevriende buurvrouw, een oud kippenhok en een kerk. In die toenmalige kerk moest als tegenprestatie de “vernieuwde” kerkdiensten met muziek worden opgeluisterd. De grote groep aanhangers van Square kreeg meer vorm en algauw kwam er een een eigen fanclub van de grond.

...voor de fans...
Het aantal optredens nam steeds verder toe, zeker toen een echte manager werd aangesteld: Vincent de Vries. Al gauw waren de meeste weekends volgeboekt. Van vrijdagmiddag tot maandagochtend speelde de band op uiteenlopende podia en werd er geslapen op doorgaans ongemakkelijke zolders boven de danszalen. Maandagmorgen konden de jongens direct door naar de schoolbanken.

Langzaam veranderde het repertoire van Square en werd soul ingeruild voor meer zogeheten “zangeressenmuziek” van Cilla Black, Dusty Springfield en P.P. Arnold. Nog iets later werd de band – dankzij hun veranderende repertoire - de “Udense Bee Gees” genoemd. Met optredens door het hele land én daarbuiten. Na een aantal jaren van ieder weekend zingen kreeg Addy stemproblemen waartegen geen remedie opgewassen bleek. De optredens van Square tussen 1970 en 1973 waren doorgaans zonder de zanger. In de jaren tachtig stonden de Udense muzikanten weer vaker op het podium dankzij revivaloptredens.

Square kreeg een aantal keren met zware tegenslag te kampen. Manager De Vries verongelukte en toetsenist Willem Konijnenbelt – heel belangrijk voor de professionele ontwikkeling van de band – overleed in 1990 aan een hersentumor.
...Square in kleur...
In de jaren negentig stond Square nog veelvuldig op de planken maar aan het eind van dat decennium werd duidelijk dat de leden van de band ieder weer hun eigen weg op gingen. Zanger Addy had zijn hart inmiddels – succesvol – verpand aan de mode en ook anderen kregen het steeds drukker met andere passies. In 2007 kwam het nogmaals tot een optreden als sponsoring van het Udens theater Naat Piek. De kaartverkoop moest toen wat stilletjes verlopen want de pers mocht er geen lucht van krijgen dat de inmiddels bekende couturier achter de microfoon zou staan. Het publiek had er geen boodschap aan en genoot van dit feest van herkenning.

Geschreven door:
Alphons Arts
Wil je meer herinneringen van Alphons Arts lezen? Hier vind je het hele verhaal.

Vind je dit interessant? Lees dan ook:

De beste verhalen via e-mail ontvangen?