Posts tonen met het label gevangenis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gevangenis. Alle posts tonen

vrijdag 4 maart 2016

Vals geld op de kermis in Oploo

Een tweemarkstuk uit 1877 met de afbeelding van de Duitse keizer

Josephina Erkes (29) heeft in de rechtszaal een baby van een paar maanden oud op de arm. Het kind is in de gevangenis, tijdens voorarrest, geboren. Het is haar zwaar te moede, op de vragen van de rechter geeft ze geen antwoord. Het maakt niet uit, de rechter is er snel van overtuigd dat zij het was die op 6 en 7 oktober 1895 de valse munten op de kermis in Oploo heeft uitgegeven.

De bewijzen zijn overduidelijk, de verklaringen van de getuigen glashelder. Resterende valse munten zijn door de gewaarschuwde brigadier Baarts aangetroffen in de portemonnee van haar man, Adriaan Verstegen (29). Duits geld: stukken van 1 en 2 mark uit 1877 met de beeltenis van de Duitse keizer. De vrouw voldoet aan de beschrijving van de kermislui: klein, donker haar en blauwe ogen, ronde kin, ovaal gezicht en geheel in het zwart gekleed.

Verstegen heeft de munten zelf gemaakt. Hij is goed met zijn handen. De in Wanroij geboren zoon van een klompenmaker beoefent officieel hetzelfde beroep als zijn vader. Hij woont in Duitsland, in Kempen, vlak over de grens bij Venlo. Zijn vrouw Josephina is een Duitse; zij is geboren in Sankt Hubert, een vlek in de buurt van Kempen.
Verstegen bekent op 21 april 1896 tegenover zijn rechters dat hij de valse munten heeft gemaakt. Waarom? Zijn gezin was in diepe ellende geraakt, zegt hij. Langer dan een jaar was híj, de kostwinner, aan het ziekbed gekluisterd geweest. Hij had zijn huisraad al verkocht om eten te kunnen kopen. Ten einde raad was hij bezweken voor de verleiding en had wat munten gemaakt.

Burgemeester Plum van Kempen, ook aanwezig op de zitting in  Den Bosch, had hoogstpersoonlijk het huisje van de twee onderzocht. In het klompenblok, waarop Verstegen zijn klompen hakte, had hij een verborgen luikje ontdekt. Daarachter had het bewijsmateriaal gelegen: gipsvormen voor het gieten van munten. Plum was niet verbaasd geweest. Verstegen was eerder op valsemunterij betrapt en had al een jaar in een Duitse cel doorgebracht.

De rechters tonen weinig compassie. De valsmunterij zelf wordt zwaar bestraft: Verstegen moet vier jaar de cel in. Het opzettelijk uitgeven van vals geld wordt minder zwaar aangerekend, zijn vrouw krijgt een jaar gevangenisstraf.

Beiden gedragen zich goed in de gevangenis. De man heeft het er moeilijk. De gevangenisdirecteur noteert dat Verstegen lijdt aan 'een zeer gedeprimeerde toestand van het zenuwstelsel.' Twee verzoeken om eerder vrijgelaten te worden, worden door de minister van justitie echter afgewezen. De valsemunter zit de volle straf uit.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Een zeeman met Sambeeks kerkzilver
- Boze cafébezoeker steekt drie broers neer

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

woensdag 12 augustus 2015

Bendelid van Oss blijkt beminnelijke buurman

...inschrijving van Lambertus Vos, gevangenisregister Den Bosch 1918-1923...
Kerstnacht 1926: de 17-jarige Dina van der Doelen is alleen thuis met haar broertje als ze wordt overvallen door de Bende van Oss. Als Dina niet snel genoeg zegt waar geld verborgen is, zet Lambertus Vos (alias Bijs de Sijp) een pistool in haar mond en schiet door haar wang. Jaren later vindt het buurmeisje van Vos een brief van hem, verstopt in een schuur. Geschreven in 1951, vanuit de strafgevangenis in Groningen.

De Bende van Oss zorgt tussen 1888 en 1934 voor veel zware misdaden; met 29 moorden, tientallen roofovervallen, inbraken en honderden brandstichtingen. Op de lange lijst met veroordeelde bendeleden staat ook Lambertus Vos. Hij wordt veroordeeld voor roofovervallen en heling. Lambertus deinst – zo blijkt uit het voorval in 1926 – niet terug voor geweld.

...brief gericht aan Bijs de Sijp...
Dat is de ene kant van Vos. Aan de andere kant is hij ook gewoon een buurman die – decennia later – woont in een doodgewone straat. Daar is hij “wel een zonderling maar ook een ontzettend lieve buurman”, zo laat zijn toenmalig buurmeisje Brigitte van der Doelen-Ruijs weten.

“Bijs was een echte zonderling, kwam nooit zijn erf af. Mijn moeder zette wel eens koffie voor hem en dan zette zij een dienblad over de heg, hij dronk het op en zette het terug, vaak met een emmertje kersen of aardbeien erbij. Bij iemand binnenkomen deed hij nooit, zelfs niet aan de deur komen. Wel vertelde hij hele verhalen over allerlei soorten brandnetels en ander onkruid, tegen welke kwalen je die allemaal moest eten of thee van moest zetten. Dat groeide dan ook allemaal in zijn enorm grote "tuin".” Brigitte speelde als kind vaak in en om het huis van Vos en vond zo, na zijn overlijden, een brief.
...klik erop om de brief te vergroten...
In een goed leesbaar en regelmatig handschrift wendt Vos zich tot vermoedelijk zijn advocaat. “Ik verzoek U nogmaals beleefd om hier in Groningen bij den Rechtercommissaris een stil verhoor te beleggen en Mej. Van Lieverloo te laten dagvaarden om hier in stil verhoor te komen. Het doel hiervan is, om die kwestie, textiel te kort of te weinig, op te lossen.”

De reden dat Vos weer vastzit, lijkt te maken te hebben met diefstal of heling van textiel. “Wij mochten niet naar die dennen bosschen mochten gaan om het bewijs te leveren waar die textiel goederen verborgen hebben gelegen.” Zijn verleden lijkt hem hierbij wel parten te spelen want Vos krijgt als antwoord van zijn advocaat dat hij “bij de bestudering van Uw strafdossier niet bepaald lichtpunten heb kunnen ontdekken”.

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Rafelrand van Oss wordt glad gestreken
- Postuum BN'er: Jan van de Pas

De beste verhalen via e-mail ontvangen?



woensdag 15 juli 2015

Schijt aan den Koning!


De man die in november vorig jaar op een demonstratie in Amsterdam "fuck de koning" riep werd uiteindelijk toch niet vervolgd. Het Openbaar Ministerie besloot de zaak te seponeren omdat hij zijn uitspraak had gedaan "binnen de context van het publiek debat".

Dat publiek debat was echter ver te zoeken toen Christiaan Struick, een 53-jarige geboren Rotterdammer die als kleermaker woonde en werkte in Woudrichem, zich op 30 december 1850 voor de rechtbank in 's-Hertogenbosch moest verantwoorden voor het "boosaardiglijk en openbaar honen en smaden van de persoon des Konings van Nederland". Er was ook geen ontkennen aan voor hem, want hij uitte de belediging in een café vol getuigen. Christiaan had daar onenigheid gekregen over het uitblijven van een beloning voor zes trouwe jaren militaire dienst. Herhaalde pogingen tot erkenning van zijn diensttijd werden steevast door de Koning afgewezen.

Stront
Al zijn frustratie hierover dronk Christiaan op 1 november 1858 in de gelagkamer van een herberg in Woudrichem weg. Hij raakte er bovendien verzeild in een woordenwisseling met een gewezen Franse soldaat en op het kookpunt van zijn woede jegens 's lands Koning kwam de majesteitsschennis zo over zijn tong rollen: "ik heb schijt aan den Koning, niet één hoop, maar wel twéé, als ik eenen grooten hoop stront had, zoude ik hem dien op zijn kop zetten!"

Christiaan zelf kon zich door zijn beschonken toestand van toen, later niets meer van deze bloemrijke woordkeuze herinneren, maar had hoe dan ook een overduidelijk wanbedrijf begaan! En wel eentje waarop zomaar twee tot vijf jaar gevangenisstraf stond. Gelukkig voor hem vond de rechter een paar verzachtende omstandigheden voor Christiaan. Zo achtte deze zijn militaire diensttijd wel degelijk bewezen en ook gezien zijn "gewonden gemoedstoestand" kwam Christiaan Struick uiteindelijk weg met 'slechts' drie maanden cel. Het was de eerste kennismaking met het Bossche gevangenisleven voor de onfortuinlijke kleermaker uit Woudrichem.

Bron: archief rechtbank in Den Bosch (toegangsnr. 24), inv.nr. 61, vonnisnr. 166.

Dank
In deze zaak werd ik getipt door Antoon Vissers, die als vrijwilliger bij het BHIC druk doende is de bestaande naamindex op strafvonnissen aan te vullen. Je komt de vermelding van Christiaans gevangenisstraf trouwens ook tegen als je op zijn naam zoekt in onze nieuwe index op gevangenisregisters. Een prachtige bron om oude boeven en boefjes op te sporen! Check je eigen naam maar eens...

Geschreven door:
Christian van der Ven, digitale archivaris BHIC

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Christiaan van de Ven op het criminele pad
- Vijf en twintig Bossche hoertjes in één brief

Onze beste verhalen via e-mail ontvangen?

vrijdag 27 februari 2015

Hoeveel Daltons telt jouw familie?


...De Daltons uit het zuiden...
Kleine boefjes en grote criminelen zijn online traceerbaar, nu de oude inschrijvingsregisters van Brabantse strafgevangenissen over de periode 1821-1925 doorzoekbaar zijn via 
www.bhic.nl/stamboom. Staat je achternaam er niet bij? Wacht even met het ontkurken van de champagne want het strafblad kán toch nog komen...

Met het doorzoeken van de gevangenisregisters zoek je namelijk nog niet in de Huizen van Bewaring waar mensen in (al dan niet voorlopige) hechtenis zitten. Maar vrees niet, tegen de zomer beginnen we met het maken van indexen hiervan zodat ook alle opa's of oma's die zich mogelijk niet helemaal aan de wet heeft gehouden boven water komt.

Familie van de Daltons uit het zuiden (op de foto hierboven) hoeft in ieder geval niet lang te zoeken naar de criminele sporen van hun voorouders. De Daltons danken hun bekendheid vooral uit de strips van Lucky Luke. Maar deze beruchte boeven zetten rond 1890 ook in werkelijkheid heel wat bank- en treinovervallen in de Verenigde Staten op hun naam. Een vergelijkbare club is in 1905 ook in Breda actief. Een soort Daltons maar dan met bolhoed en een zachte g.
Het gaat om vier mannen, twee uit Nederland en twee uit België. De twee Nederlanders (Ooijens en Duquesnoy) leren elkaar kennen in Waalwijk waar zij allebei schoenmaker zijn. Duquesnoy heeft ook een herberg in Rotterdam en daar leert het duo meneer Domhoff uit Zundert kennen. Het idee om brandkasten te kraken, komt van hem. Hij kent ook wel een paar "mannetjes" die dat heel goed kunnen. Deze mannetjes zijn de Belgen, Van Gelder en Guilliams uit Antwerpen. Ooijens en Duquesnoy hoeven "slechts" de plaatsen aan te wijzen waar de brandkasten staan.

Hoewel de heren in het proces-verbaal de beschuldigende vinger naar elkaar steken, kun je er dit verhaal uit afleiden. Op zondag 20 november 1905 ontmoeten de vier elkaar in het huis van Duquesnoy. Daar spreken zij af om in te breken in de ijzergieterij van de Gebroeders Cosijn aan de Tramsingel in Breda. Maar op weg daar naar toe zien ze aan de Veemarkt dat meneer Zwang, handelaar in muziekinstrumenten, samen met zijn vrouw, de winkel afsluit om naar huis te gaan.

Ze besluiten om eerst in dit huis in te breken. Duquesnoy en Ooijens staan buiten op wacht. Na ruim een uur komen de Belgen weer naar buiten. Thuis wordt de buit bekeken: ongeveer vijftien gulden, een gouden horloge met een kettinkje en een gouden herenring. Hierna gaan ze alsnog naar de ijzergieterij. De Belgen breken weer in, terwijl de andere twee op wacht staan. Maar nadat de voordeur eenmaal open is, gaan ze alle vier naar binnen. 
...de gekraakte brandkast van meneer Zwang...
Na tien minuten horen zij rumoer op het terrein rondom de gieterij. De politie heeft lucht gekregen van hun klus en is gearriveerd. Ooijens en Duquesnoy worden eerst gearresteerd. De Belgen vluchten eerst nog naar boven, maar worden al gauw ook opgepakt. Ook Domhoff moet worden aangehouden voor medeplichtigheid, maar de geruchten gaan dat hij gevlucht is. Dit is mogelijk doordat de Commissaris van Politie te Breda moet wachten tot het telegraafkantoor op maandag 21 november (om 7.30 uur) open gaat om een telegram te sturen naar de Brigade Commandant van de Marechaussee te Zundert.
uit: Gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, 1838-1930 (Toegangsnummer 22, inv.nr. 284)
Procesdossier rolnummer 5773, jaar 1905. J. van Geldere, J. Guilliams, Th. Duquesnoy en A. Ooijens, diefstal. 

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 
- 100.000 boeven op het internet
- Beestachtig moordenaar