Posts tonen met het label 2015. Alle posts tonen
Posts tonen met het label 2015. Alle posts tonen

vrijdag 25 december 2015

Mooie kerst!

...volle kerk in Vorstenbosch 1947...
Misschien ben je deze kerst wel begonnen met een nachtmis. Maar de kans dat je dat níet hebt gedaan, is veel malen groter dan op de foto hierboven die in 1947 werd gemaakt. Hoe dan ook, wil je je kerstgevoel versterken, dan kun je ook nog eens alle verhalen van onze adventskalender teruglezen.

We wensen je heel fijne feestdagen en op naar een mooi 2016!

...heb je al je pakketjes opengemaakt?...

woensdag 16 december 2015

Dokter Tinus stelt diagnose voor archieven



Hoe gaan we om met foto-onderzoek in het digitale tijdperk? Die vraag stond vorige week centraal tijdens een symposium, georganiseerd door Scherptediepte. Waar in een rij sprekers dokter Tinus opviel door zijn haarscherpe diagnose... 

Want Thom Hoffman is acteur (onder meer in De Vierde Man, Russen en ja… dokter Tinus) maar ook documentairemaker en fotograaf. Vanaf maart 2009 is Hoffman voor een half jaar gasthoogleraar aan de Universiteit van Tilburg geweest, in het kader van de Leonardoleerstoel. Hoffman heeft in die hoedanigheid masterclasses gegeven over het Nederlands-Indië ten tijde van Multatuli. 

Momenteel is hij Cultural Professor aan de TU Delft. Hier werkt hij gericht met een groep studenten aan het onderzoeksproject Kromo Blanda - Perspectieven op Nederlands-Indie’. Met als doel te komen tot een website en beeldbank over Nederlands-Indië.

Want aan die beeldbanken (zeg maar fotocollecties) schort wel 't een en ander, zo merkte Hofmann. Terwijl hij vorig jaar met Kitty Courbois en Bram van der Vlugt in het toneelstuk Moesson speelde, wilde hij zijn medespelers meer vertellen over de Bersiapperiode; een gewelddadige periode in de Indonesische geschiedenis die duurde van ongeveer oktober 1945 tot begin 1946. Liefst mét beeld en dat bleek een probleem. Want: „Beeldbanken zijn net kastelen: je komt er niet in. Beeldbanken zijn duidelijk in de jaren negentig gemaakt om snel online te zetten, zonder goed te labelen. Ze zijn niet gemaakt voor buitenstaanders.” 

Een rake diagnose want van de rijke fotocollecties die archieven hebben, zijn de juiste foto’s soms lastig te vinden. En dat terwijl geschiedenis zo mooi kan worden overgebracht via fotografie, benadrukt Hoffman. Het idee ontstond al gauw een website te bouwen, met beeldmateriaal van de geschiedenis van Nederlands-Indië. Hij benaderde diverse instituten om hun beeldmateriaal te delen en kreeg daarbij alleen maar bijval. „Iedereen zei direct ja en beaamde dat het materiaal hen lag te slapen.” Foto’s mét context. „Want er is nu nog een generatie in leven die informatie kan geven waar historici niet meer achter kunnen komen.” Aangevuld met geluid- en filmfragmenten wat in zijn geheel leidt tot een meer complete geschiedenis. Benieuwd? Nog even wachten want de site is nog onder construction...

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
De beste verhalen via e-mail ontvangen?




maandag 14 december 2015

Acht ongeopende pakjes liggen nog voor je klaar...

...Wie weet zit er nog een wel een lekker recept in de adventskalender?...
Dat is leuk zeg, we krijgen veel enthousiaste reacties op onze adventskalender. De uiteenlopende verhalen blijken veel herinneringen los te maken bij de lezers en zijn soms zelfs goed voor een glimlach op een maandagmorgen, zo liet lezer Marcel weten.

Waar komt advent precies vandaan, wat is verlossing zonder vroedvrouw maar ook een recept om je bord bij op te eten: via onze adventskalender wordt een variatie aan verhalen en foto’s voorgeschoteld. Zo’n twaalf medewerkers van het BHIC doken de archieven in, op zoek naar toepasselijke decemberverhalen. Aan de hand van die verhalen tellen we af naar de kerst.

Achter de schermen kunnen we zien dat de adventskalender via onze homepagina heel vaak wordt bezocht. Daarbij nemen lezers ook nog eens vaak de moeite om te reageren op deze bijdragen. Daarvan genieten wij natuurlijk volop van! Maar ere wie ere toekomt, de adventskalender is zeker ook het werk van Wil Schoot van Schoot Vormgeving. Wil heeft ervoor gezorgd dat de foto’s zo prachtig in beeld komen, dat je niet al stiekem vooruit kan klikken maar de verhalen wél weer terug kunt lezen, kortom: Wil heeft ervoor gezorgd dat de adventskalender er goed uitziet én werkt!


Het idee van de adventskalender komt van communicatie en PR-collega Margot die ieder jaar voor de kerstperiode iets origineels bedenkt om ons publiek te verrassen (vorig jaar was dat nog een filmpje met bedankjes). Goed om te merken dat de adventskalender goed in de smaak valt en... op naar het laatste verhaal van 24 december!)

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
De beste verhalen via e-mail ontvangen?



maandag 7 december 2015

Stadsarchief Oss gaat verder in bibliotheek

...de Osse Peperstraat in 1906, nog heel even het onderkomen van het Stadsarchief...
Deze week sluit het Stadsarchief Oss haar deuren aan de Peperstraat. Na acht jaar in het oudste pand van Oss te hebben gezeteld, wordt aanstaande donderdag (10 december) deze periode afgesloten. In 2016 is het Stadsarchief Oss te vinden in de bibliotheek aan de Raadhuislaan.

Vrijwillig is de verhuizing zeker niet. Maar door forse bezuinigingen is het niet langer mogelijk om in hartje centrum in dit historische pand te blijven zitten. Alleen het gebouw zelf al ademt één en al historie. Als je teruggaat naar de oudste vermelding van het pand, dan kom je uit in 1625. Sinds eind 17de eeuw heeft er de herberg en bierbrouwerij ‘De Drie Koningen' gezeten.

De stadsbrand die in 1751 een groot deel van het Osse centrum in de as legde, heeft waarschijnlijk ook Peperstraat 12 niet onberoerd gelaten. Maar het pand werd weer opgebouwd. In 1839 vestigden zich hier de Zusters van Liefde. Deze nonnen kwamen uit Tilburg en richtten zich op het geven van onderwijs aan meisjes en het helpen van armen.

Vervolgens zat lange tijd de Vincentiusvereniging in het pand, die zich ook met de armenzorg bezighield. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er in een gaarkeuken voedsel verstrekt. Het gebouw is daarna in gebruik geweest als magazijn voor Drukkerij Acket, die aan de overkant van de straat zijn handelsdrukkerij had. Voor de recente restauratie in 2006 zat er een meubelwinkel met de toepasselijke naam ‘De Vier Vensters'. Sinds 2007 is het Stadsarchief in het pand gevestigd.

Het Stadsarchief heeft de laatste weken in stijl afgesloten met een overzichtstentoonstelling ‘Passie voor historie’. Deze expositie toont stukken uit de tentoonstellingen die de afgelopen acht jaar in het Stadsarchief te zien waren. Er wordt onder meer fotomateriaal getoond van industrie, straatbeelden, historische ansichtkaarten, archeologie, Jan Cunen. Ook wordt in vitrines aandacht besteed aan de vele activiteiten die het Stadsarchief de afgelopen periode ontplooid heeft.

Verhuizing
Het Stadsarchief is tot en met donderdag 10 december geopend. Het Stadsarchief wordt per 1 januari 2016 ondergebracht bij de Bibliotheek Oss en opent op 28 januari op deze nieuwe plek aan de Raadhuislaan 10 in Oss.

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
De beste verhalen via e-mail ontvangen?



woensdag 2 december 2015

Met gedichten, foto's en recepten op naar kerst...


December is adventstijd. Het BHIC doet daar graag aan mee met haar eigen adventskalender. Heb jij de eerste pakjes al open geklikt?

Twaalf collega's van het BHIC zijn vorige maand de archieven ingedoken om bijzondere decemberverhalen op te duiken. Soms aan de hand van een gedicht, een recept of een foto, dan weer gebaseerd op een opmerkelijk archiefstuk. Het resultaat zijn 26 gevarieerde bijdragen die je terug kunt vinden op de kalender. Maar waar komt die adventtraditie eigenlijk vandaan?

‘Advent’ is afgeleid van het Latijnse woord adventus, dat ‘komst’ betekent. Met advent leven we namelijk toe naar het kerstfeest, wanneer we vieren dat Christus naar deze wereld is gekomen als een klein kind in een kribbe. Die tijd van voorbereiding duurt vier weken. Op de vier zondagen die in deze periode vallen, wordt in veel kerken elke week een kaars aangestoken. Daarmee wordt gesymboliseerd dat we steeds iets dichter naderen tot Kerst, het feest van het Licht. Minder bekend, maar minstens even belangrijk, is dat de adventstijd ons ook wil richten op de nog te verwachten komst van Christus: zijn wederkomst.

Waarschijnlijk ontstond het gebruik van advent in de vierde eeuw na Christus in de Oosterse kerk en verspreidde de traditie zich al snel westwaarts. In Gallië, het huidige Frankrijk, werd er verder vorm aan gegeven. In de vijfde eeuw maakte men in dit gebied de adventstijd tot een vastenperiode van zes weken. Die periode begon op 11 november, de feestdag van Sint Maarten, een bisschop die bekend stond om zijn liefdadigheid aan de armen en die door de kerk tot heilige was verklaard. De periode van het vasten met advent liep parallel aan het vasten voor Pasen: net als met Pasen begon het vasten met een soort carnavalsdag (Sint Maarten), duurde het veertig dagen en liep het uit op de viering van een belangrijk christelijk feest.

Pas in de zesde eeuw drong de traditie van advent door tot de kerk van Rome. Eerst duurde de periode nog zes weken, maar door paus Gregorius de Grote (590-604) werd ze teruggebracht tot de huidige lengte van vier zondagen. Doordat de Roomse gebruiken geleidelijk aan de overhand kregen over de kerkelijke gebruiken van andere gebieden, werd een vierwekelijks advent in de kerk van heel Europa tot norm. Tegenwoordig wordt in praktisch alle kerken advent gevierd. De periode geldt eigenlijk nergens meer als een vastenperiode, maar staat eerder in het teken van de vreugdevolle verwachting van het kerstfeest en het hoopvol uitzien naar de komst van de Messias.

Benieuwd geworden naar de BHIC adventskalender? Klik dan hier en veel leesplezier!

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- In blijde verwachting
- Strooien maar... pepernoten

De beste verhalen via e-mail ontvangen?






maandag 30 november 2015

Titus Brandsma ereburger van Oss

...Titus - in het midden - in Boxmeer...
Titus Brandsma is uitgeroepen tot ereburger van Oss. Burgemeester Wobine Buijs-Glaudemans reikte hiertoe in november 2015 een oorkonde uit aan de prior provinciaal van de Karmelieten in Nederland. Want Brandsma is van groot belang geweest voor Oss, en voor heel veel mensen ver daarbuiten.

Anno Sjoerd Brandsma wordt geboren te Oegeklooster bij Bolsward op 23 februari 1881. Hij studeert van 1892 tot 1898 aan het gymnasium van het Minderbroederklooster St. Antonius van Padua in Megen). Als hij op 17 september 1898 intreedt bij de karmelieten neemt hij de kloosternaam Titus aan. Een jaar later legt hij zijn kloostergeloften af en in 1905 wordt hij tot priester gewijd. In Rome promoveert de jonge Titus daarna tot doctor in de wijsbegeerte.

Terug in Nederland doceert Brandsma filosofie, sociologie en kerkgeschiedenis aan het studiehuis (Filosoficum) van de karmelieten in Oss. Hij zet zich op een breed vlak in voor de stad: hij wordt hoofdredacteur van het nieuwsblad voor Oss en omgeving "De Stad Oss", sticht een katholieke HBS, het huidige Titus Brandsmalyceum en
leeszaal. Ook bij de karmelieten speelt hij een belangrijke rol doordat hij zich in zet voor de vernieuwingsbeweging. In zijn hoedanigheid van geestelijk adviseur van de Nederlandsche Rooms-Katholieke Journalistenvereeniging heeft hij ook een groot aandeel in de modernisering van de katholieke dagbladpers in Nederland en in betere arbeidsvoorzieningen voor katholieke journalisten.

...Titus Brandsma (rechtsonder) tijdens
installatie burgemeester De Bourbon (1941)...
Brandsma ontwikkelt zich tot een groot kenner van de Karmelitaanse mystiek en de Moderne Devotie. Hij is betrokken bij de oprichting van het belangrijke spirituele tijdschrift 'Ons Geestelijk Erf'. Zijn unieke verzameling kopieën van middeleeuwse mystieke handschriften heeft aan de basis gestaan van het huidige Titus Brandsma Instituut te Nijmegen. Kern van zijn opvatting omtrent mystiek: God is verborgen aanwezig, in iedere mens én in de gehele schepping. Alles is in God en God is in alles. Behalve mysticus is Titus een vrome, behulpzame, opgewekte en integere persoonlijkheid.

Al in een vroeg stadium waarschuwt Brandsma voor de gevaren van het nazisme, rassenhaat en ophitsing. Hij veroordeelt de anti-joodse maatregelen van het naziregime. Zo is hij medio 1936 enige tijd lid van het door Nederlandse geleerden en kunstenaars opgerichte Comité van Waakzaamheid tegen het nationaal-socialisme. In 1941 verzet hij zich tegen het verwijderen van joodse leerlingen en bekeerlingen van katholieke middelbare scholen en is hij de architect van het verbod dat de Utrechtse aartsbisschop Jan de Jong uitvaardigde tegen het opnemen van NSB-advertenties in de r.-k. dagbladen.

...uit Boxmeers Weekblad, 8-8-1942...
Begin januari 1942 wordt hij gearresteerd door de Duitsers. Via een tocht langs de gevangenis van Scheveningen, kamp Amersfoort en de strafgevangenis van Kleef komt hij ten slotte in het concentratiekamp Dachau terecht.

Hij blijkt een grote morele, spirituele en daadwerkelijke steun voor zijn medegevangenen. Na enkele weken vol ontberingen en mishandelingen wordt hij uitgeput en doodziek in het kamphospitaal opgenomen. Daar raakt hij buiten bewustzijn en op 26 juli 1942 om twee uur 's middags komt een eind aan het leven van Titus Brandsma.

Het postume ereburgerschap van Oss markeert de dertigste verjaardag van Titus’ zaligverklaring door paus Johannes Paulus II, inmiddels zelf heiligverklaard. En dat zou ook met Titus moeten gebeuren, zo pleitte de Leeuwarder Courant.

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:

De beste verhalen via e-mail ontvangen?



vrijdag 30 oktober 2015

Lekker eten voor een lekker ding

...uit de Graafsche Courant, 17 december 1924...
Een „auto-restaurant”, het idee alleen al! Uit het krantenartikeltje in de Graafsche Courant voel je de verbazing omhoog stijgen. We schrijven 17 december 1924, ver vóór de tijd van de hippe foodtrucks: de biologische, vegetarische en duurzaam verantwoorde „rollende keukens” die anno 2015 op vrijwel ieder festival opduiken. Nou, daar kan de schrijver van het artikel in de krant in Grave zich nog helemaal niets bij voorstellen.

Een nieuwe vermakelijkheid, noemt hij het, gezien in de Parijse voorstad Belleville. Om 12 uur ’s middags en om 19 uur verschijnt een „logge auto met aan de achterzijde twee opslaande deuren, waarin zich een gasfornuis bevindt.” En wat staat er dan op het menu? „In dit fornuis wordt een visgerecht met de zg pommes fritis, de in reepjes gesneden gebakken aardappelen bereid.” En dat wordt dan voor 1,25 franc per portie „aan den volke” verkocht.

„Het secces der onderneming schijnt overweldigend te zijn: huismoeders, midinettes, taxichauffeurs, politieagenten, voorts lieden die gehaast zijn of juist niets te doen hebben, verdringen zich om het geurige vehikel, waaruit wel drie à vierhonderd porties per dag op kartonnen bordjes aan hongerige omstanders worden verschaft.” 

Even terzijde maar de woordkeuze voor midinette is hier wel heel toepasselijk. Enerzijds verwijst het naar een soort snack want het woord is samengesteld uit midi-dinette, van midi ['s middags twaalf uur] + dinette [eenvoudig maaltje, letterlijk dus: twaalfuurtje]. Maar een midinette is ook een jong Parijs ateliermeisje, in hedendaagse woorden: een lekker ding.

Terug naar het krantenberichtje. Hieruit blijkt dat niet iedereen blij is met deze nieuwe ontwikkeling die wordt gezien als een „gevaarlijken concurrent”. „Zij vreezen dat het voorbeeld van deze friterie automobile andere ondernemende geesten op het denkbeeld zal brengen porties vlees voor den man in de straat beschikbaar te stellen, en zij beschouwen het geval als een nieuwe, ernstige fase in den strijd tegen de duurte.”  

Inmiddels zijn “de in reepjes gesneden gebakken aardappel” niet meer weg te denken van de Franse menukaart, ook bij restaurants die níet op wielen staan. En ook de rollende keuken - liefst in een mooie Franse oldtimer - lijkt niet meer weg te denken uit het hippe straatbeeld.


Met dank aan de tip van collega René

Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Twee fraaie Fords en een bijzondere ambulance
- Horeca op suikerzakjes

De beste verhalen via e-mail ontvangen?



vrijdag 23 oktober 2015

Wie is de archivaris van morgen?

...Yvonne tijdens haar presentatie tijdens de Letterenbeurs...
Radboud Universiteit in Nijmegen hield vorige week de Letterenbeurs voor bachelor- en masterstudenten. In het sfeervolle Huize Heyendaal konden studenten die op zoek waren naar een stage of die zich wilden oriënteren op de arbeidsmarkt in contact komen met verschillende organisaties uit het beroepenveld van geschiedenis, literatuur, cultuur, taal en communicatie. Er waren korte presentaties en workshops van o.a. Das Magazin, Uitgeverij Vantilt en Talpa Producties. Het BHIC en Regionaal Archief Tilburg waren van de partij om de studenten voor te lichten over werk, stage en onderzoek in een archief.

Christian van der Ven (BHIC) en Astrid de Beer (RATilburg) hielden samen een - drukbezochte-  workshop met als titel "Archivaris worden: heb jij het in je?". Hierin kregen studenten aan de hand van verschillende archiefbronnen (gevangenisregisters, foto's, patiëntendossiers van een psychiatrische inrichting, muurkranten) vraagstukken over selectie, openbaarheid, toegankelijkheid en publieksbereik. Het was erg boeiend om te zien hoe de studenten hun hersens kraakten over de probleemstellingen die Christian en Astrid hen voorlegden. De oplossingen die ze aan het einde van de workshop in groepjes presenteerden waren gevat en kwamen zelfs gedeeltelijk overeen met ons huidige beleid . Voor zowel student als archief een leerzame ervaring!
...een enthousiaste groep, met links staand Astrid de Beer...
Daarna gaf ik twee korte presentaties over mijn ervaringen tijdens studie, stages en de werkvloer van het BHIC en RATilburg. Sinds 2012 werk ik als archiefassistent in de studiezaal bij het BHIC en heb mijn stage-ervaringen daarheen meegenomen: bezoekers te woord staan en hun vragen beantwoorden, vrijwilligersprojecten ondersteunen, blogs schrijven en archiefstukken lichten behoren tot mijn werkzaamheden. Als afgestudeerd historica leek het me zinvol om te vertellen op welke fronten het verstandig is om in contact te komen met bedrijven. Want naast het uitbreiden van je netwerk helpt het om een beeld te vormen van het aanbod op de arbeidsmarkt. Met een theoretische studie is het immers een uitdaging om je verworven competenties breder in te zetten dan je gewend bent.

Doordat er een presentatie uitviel, hadden we tijd om de rollen eens om te draaien en de studenten te vragen wat ze wilden leren van de Letterenbeurs. Zo werd duidelijk dat de meesten al met hun master begonnen waren en zich wilden oriënteren op het beroepenveld. Helaas te laat voor een stage, maar veel waren geïnteresseerd in archiefonderzoek voor hun masterscriptie. Daar zijn we natuurlijk ook erg blij mee! Na onze uitleg over mogelijkheden voor stages en onderzoek denk ik dat de stap naar het archief gemakkelijker is geworden voor studenten. Archieven zijn immers, naar mijn mening, de bouwstenen voor de geschiedschrijving.

Dit jaar was de Letterenbeurs niet verplicht, maar werd het aangeboden als een extraatje buiten het programma om. De studenten die aanwezig waren op deze middag waren dan ook oprecht geïnteresseerd en gemotiveerd: een goede basis om onze schatten van archieven te promoten. Voor herhaling vatbaar!  


Geschreven door:
Yvonne Verstappen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Cold case van archiefkraak
- Niet rijden op zondag!

De beste verhalen via e-mail ontvangen?



woensdag 30 september 2015

BHIC in een infographic (en wie maakt dat dan?)

...Wil je het groter zien? klik dan op dit plaatje...
Infographics en datavisualisatie duiken steeds vaker op. Bij archieven zie je dat nog niet zo vaak maar gelukkig hebben wij (voor even) Harm in huis. Wie Harm is en wat hij doet? In dit blog maak je kennis met hem.

Ik ben Harm Kersten, 20 jaar oud en kom uit het dorpje Dreumel in het Land van Maas en Waal. Ik zit nu in het tweede jaar van mijn studie Geo Media & Design op de HAS Hogeschool en loop nu tien weken stage bij het BHIC. Geo Media & Design is een opleiding die aardrijkskundige onderwerpen combineert met (nieuwe) media en het ontwerpen van visualisaties en toepassingen. Deze visualisaties houden ook het maken van infographics in, wat een belangrijk thema is tijdens mijn stage bij het BHIC. In mijn vrije tijd ben ik veel bezig met muziek en sport. Ik speel zelf gitaar en ga graag naar concerten. Ik heb een verzameldrift voor allerlei elektrische gitaren en speel graag mee met de platen van mijn favoriete bands. Autosport is mijn tweede passie. Ik ben een fanatiek volger van allerlei takken van autosport en bezoek met enige regelmaat een race.

Ik ben begonnen met de opleiding Geo Media & Design nadat ik eerst een jaar Geschiedenis heb gestudeerd aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Met de studie Geschiedenis ben ik gestopt omdat het voor mij op het moment te theoretisch was. Ik had behoefte aan meer praktische kennis en wilde mijn creativiteit meer uiten. Daarom heb ik uiteindelijk voor Geo Media & Design gekozen. Afgelopen studiejaar ben ik op zoek gegaan naar een stageplek voor mijn oriëntatiestage in het tweede studiejaar van de opleiding Geo Media & Design. Omdat het design-aspect van de opleiding me erg aanspreekt zocht ik een stage waar ik iets mocht doen met infographics en visualisaties. Deze stage vond ik gelukkig bij het BHIC waar ik nu met veel plezier stage loop.

Mijn stagebegeleiders bij het BHIC, Marilou Nillesen en Christian van der Ven, hebben mij binnengehaald om te werken met de vele informatie die het archief te bieden heeft en deze te vertalen naar infographics en visualisaties. Voor mij zijn dit een heel leerzame 10 weken waarin ik ontdek hoe het is om te werken voor een opdrachtgever en waarin ik mijn opgedane kennis van het eerste studiejaar in de praktijk kan brengen. De eerste twee infographics die ik heb gemaakt voor het BHIC zijn bedoeld om het publiek een inzicht te geven in wat het BHIC is en om de bijzondere locatie waarin het BHIC zich bevindt uit te lichten.

...facts&figures van de Citadel...
Als ik aan de slag ga met een opdracht voor een infographic probeer ik eerst zoveel mogelijk informatie in te winnen over het onderwerp. Daarna ga ik een ruwe schets maken op papier of in het programma Illustrator om te onderzoeken welke beeldelementen bij elkaar passen en om verhoudingen tussen informatie en beeld vast te stellen. Zodra ik de informatie heb die ik wil hebben kan ik beginnen aan het leukste onderdeel van het maken van een infographic: het tekenen! Zodra je bezig bent met het uittekenen van je infographic in het programma Illustrator kom je nog veel obstakels tegen en wijk je altijd wel een beetje van je plan af. Daarom zorg ik ervoor dat ik regelmatig met de opdrachtgever om de tafel zit om te bespreken of de weg die ik ben ingeslagen met een visualisatie de juiste weg is.

Tot nu toe ben ik tevreden over het werk dat ik heb gedaan. Ik heb voorafgaand aan de stage nog getwijfeld of ik na één jaar studie al zover zou zijn dat ik zelfstandig infographics kon maken maar deze twijfel verdween snel en ik ben uiteindelijk blij met het resultaat van de eerste twee visualisaties.
Nu is de vierde week van mijn stage alweer aangebroken. Ik kijk er naar uit om ook de komende weken weer veel te leren en nog meer interessante infographics te maken.

Geschreven door:
Harm Kersten

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Whatsappen met het BHIC
- Meer dan 4000 foto's van internaten online

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

woensdag 16 september 2015

Wie maakt het verhaal van de Boheemse trapnaaimachine af?

...voorbeeld van een trapnaaimachine...
Het is een aangrijpend verhaal op onze site, over de Bossche bevrijdingsbaby, en de angst van zijn vader Michel de Reeper om te overleven tussen al het heftige oorlogsgeweld in Den Bosch. Michel schrijft hierover aan zijn broer Frans de Reeper en echtgenote Otti. Bijzonder genoeg is de trapnaaimachine van deze Otti binnenkort te zien op de Dutch Design Week in Eindhoven.

Joos Hamers reageerde op het verhaal op de site. “Toen ik in 1970 ging studeren en op kamers ging, kreeg ik van deze 'tante' Otti haar trapnaaimachine mee. Eigenlijk staat die inmiddels in de weg, niemand wil hem meer hebben, maar ik kan hem niet wegdoen omdat er een bijzonder verhaal aanzit, dat ik maar voor een deel ken.”
“Ik weet niet hoe en waar Frans de Reeper en Otti Muller elkaar hebben ontmoet. Zij kwam uit Oostenrijk, daar woonde ook haar familie. De familie was van origine Duits en woonde in Bohemen, waarschijnlijk al vele generaties. Daar zijn zij verdreven en gevlucht naar Oostenrijk. Ik vermoed ergens nog in WOII, want uit de brief maak ik op dat Otti in december 1944 al met Frans de Reeper was getrouwd en in Heerlen woonde.”
“Over de trapnaaimachine heb begrepen dat zij die na de oorlog nog heeft opgehaald of heeft laten ophalen (?) uit Bohemen, onder het mom van bruidsschat, mogelijk nog met andere spullen, die ze door de vlucht hebben moeten achterlaten? Wat ik ook heb begrepen is dat Frans de Reeper daar nogal wat voor heeft moeten doen/regelen, om dat mogelijk te maken.”
“Dit is een stukje van de geschiedenis die maar weinig mensen kennen. Ik wil dit nog proberen te reconstrueren. Ook omdat de naaimachine nu onderdeel gaat worden van een expositie in het Van Abbemuseum in Eindhoven, in het kader van de Dutch Design Week 2015 over 'dingen' die van waarde zijn.”
Maar wie weet meer? Wie kan het verhaal van Joos verder aanvullen? Wie maakt het bijzondere verhaal van een Boheemse trapnaaimachine af? Laat het ons weten!


Geschreven door:
Marilou Nillesen

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Bossche bevrijdingsbaby
- Achter de Singer

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

vrijdag 4 september 2015

Twee miljoen op de teller!


...3742 views voor de foto van familie Smulders...
De fotocollectie van Vught was de eerste collectie die we in 2008 op de fotowebsite Flickr plaatsten. Inmiddels zijn er zo’n 3000 foto’s van het BHIC op deze online fotodienst te vinden. En het aantal views? Die staat inmiddels op twee miljoen! Een kijkje in de top 3 (plus een bonusfoto!)

Foto’s van het BHIC zijn op Flickr gerangschikt per plaats maar ook per thema. Dus zo vind je eenvoudig heel veel foto’s van baby’s in Brabant. Of over de brandweer in Brabant, om maar iets te noemen. Niet alleen onze eigen foto’s maar ook foto’s die particulieren naar ons stuurden, staan op www.flickr.com/brabantbekijken Want Flickr is interactief; behalve foto’s krijgen we ook veel reacties op de foto’s. 

En die opzet blijkt te werken want niet alleen zijn onze foto’s twee miljoen keer bekeken - op een scherm waar dan ook ter wereld - er is ook geen enkele foto die níet bekeken is! 

...bijna 3600 views voor deze foto...
In de top drie van de best gekeken foto’s staat de foto van de familie Smulders uit Vinkel (1959) op de eerste plaats met maar liefst 3742 views. De familie Van Hooff uit de Taalstraat in Vught (1945) heeft met 3594 views de tweede plaats in de wacht gesleept. De derde plaats gaat naar een foto van vrouwenvoeten in klompen.  
...de geliefde "wooden shoes"...

Mijn favoriet blijft “juffrouw” Braams met de mooie lange vlecht. De foto is gemaakt op 30 oktober 1946. Dat deze foto anderen ook aanspreekt, blijkt want Mieke Braams heeft op dit moment 3005 views. Ook de reacties hier zijn leuk en in 2011 reageerde haar nichtje op de foto.

Heb jij veel mooiere foto’s in je schoenendoos en wil je ze met ons delen? Stuur ze op naar info@bhic.nl en wij zetten ze erbij.

Geschreven door:
Mariët Bruggeman

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
Bekijk ons op Flickr
- 100-jarige fotograaf

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

maandag 20 juli 2015

Op ontdekkingsreis door de wondere wereld van auto’s en motoren

...op De auto van mn opa vind je prachtige foto's, zoals dit Bossche exemplaar...
Sinds een aantal weken is de website De auto van m’n opa in de lucht en in die tijd hebben al heel veel mensen foto’s en verhalen ingestuurd over de motorvoertuigen in hun familie van zo’n 65 jaar of langer geleden. Zelf heb ik auto’s altijd wel leuk gevonden, maar dan ging het toch vooral om de merken en modellen uit de jaren ’50 en ’60 (daarna is het nooit meer echt interessant geworden). Van auto’s van vóór die tijd had ik eigenlijk geen idee. Ze leken me vooral erg ouderwets.

Maar inmiddels zijn mijn ogen wel opengegaan voor de wereld die schuil gaat achter die vroegere periode van het gemotoriseerde voortbewegen. Ik ben vooral onder de indruk geraakt van de ondernemingsgeest die uit tal van foto’s en verhalen blijkt. Via motor en auto ben ik bovendien over veel iets te weten gekomen, waarvan ik geen flauw idee had. Om maar een voorbeeld te noemen: het fenomeen autoloze zondagen behoort voor mij vooral tot de oliecrisis uit begin jaren ’70. Maar nu leerde ik uit een ingezonden verhaal over “de auto’s van mijn pa”  dat ook eind jaren ’40 vanwege brandstoftekorten het rijden op zondagen alleen maar met een speciale ontheffing mogelijk was. En dat dat opnieuw gebeurde tijdens de Suez-crisis in 1956.

En tijdens de Tweede Wereldoorlog was men vanwege de brandstofschaarste ook best bereid om het paard voor de wagen te spannen, of anders gezegd, om terug te vallen op 1 PK (N-3148 bijvoorbeeld) en zelfs een luxe Buick geheel te verzagen.

Wat betreft die ondernemingsgeest: het blijkt dat Brabant heel wat pioniers heeft gekend op het gebied van auto’s en motoren. Zo kwam de eerste autobezitter in Nederland uit Tilburg: Jos Bogaers, die al in 1895 rondtoerde.  Ook als het ging om het bouwen van auto’s en motoren zien we al heel vroeg intiatiefnemers in onze provincie. Iemand als Marius Entrop uit ’s Gravenmoer t mag gerust de eerste Brabantse autofabrikant genoemd worden. Hij adverteert al in 1909 in de ANWB-Kampioen, met ook nog eens drie modellen. Of de gebroeders Otten in Breda: vanaf 1901 bouwen ze motorfietsen van het merk Otten’s Motor Breda. Meer nog: ze bouwden waarschijnlijk het eerste damesmodel ter wereld (voor hun zus Petra)!

...Bert Manders op de eigen gemaakte creatie (foto via HKK Erthepe)...
Natuurlijk steekt op dit gebied Huib van Doorne met zijn DAF boven alles en iedereen uit, maar je moet toch ook bewondering hebben voor mensen als de gebroeders Musters uit Erp die nog in de jaren ’50 op commerciële schaal tractoren produceerden onder de merknaam MCE (Munsters Constructie Erp). Oké, ze zagen er niet uit (ze werden niet voor niets ook wel “gemotoriseerde erdkar” genoemd), maar al met al zijn er toch zo’n 75 van gebouwd tot 1957. Kijk maar eens hier. Kortom, er valt bij De auto van m’n opa veel te ontdekken. En je kunt daar ook wat van jezelf aan toevoegen, zodat je anderen de ogen weer opent voor nieuwe dingen!

Geschreven door:
Rien Wols

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Twee fraaie Fords en een bijzondere ambulance
- Niet rijden op zondag!

De beste verhalen via e-mail ontvangen?