Posts tonen met het label moord. Alle posts tonen
Posts tonen met het label moord. Alle posts tonen

vrijdag 19 februari 2016

Zwerver afgeslacht in schuur in Vianen

De inschrijving van de gewelddadige Poolse zwerfster in het Vluchtoord Uden
Midden in de nacht maakt Berendina Mackowiak (45) die andere zwerver, Dirk van Dijk (50), wakker. 'Nu is het tijd', zegt ze. Van Dijk, die net als de Poolse vrouw onderdak heeft gevonden in een schuurtje tussen  Cuijk en Vianen, wrijft zich de slaap uit de ogen. Hij neemt de ijzeren staak en slaat de derde slaper in de hut hard op diens hoofd. Dat is Berend Tap, een 72-jarige dakloze die handelt in van alles en nog wat.

'Laat mij het maar doen,' zegt de Poolse geïrriteerd, als blijkt dat Tap weliswaar zwaargewond is, maar nog lang niet dood. Ze pakt de staak en slaat nog eens en nog eens.

Het lijk dat op maandagmorgen 30 juni 1930 in een moddersloot in Vianen wordt gevonden, is vreselijk toegetakeld. Wonden aan hoofd en armen. Er blijkt zelfs chloorkalk en peper over het lijk gegooid te zijn, om speurhonden op een dwaalspoor te brengen. Niet veel later worden twee verdachten, de zwervers Van Dijk en Mackowiak, aangehouden.

Tijdens de rechtszitting in Den Bosch, op 15 juni 1931, bekent Van Dijk dat hij Berend Tap, na het toedienen van slagen, samen met de vrouw in een sloot heeft gekieperd. Toen hoorden ze Tap nog kermen: 'Nou gooit ze ook nog kalk over me heen.'
Daar had Mackowiak wel raad mee geweten. Met een hooivork had ze net zolang gestoken totdat Tap geen kik meer gaf. 'Uit erbarmen,' zegt ze tijdens de zitting. Van Dijk had volgens haar de moord gepleegd, zíj had de zwerver alleen maar uit zijn lijden verlost.

De buit, enkele horloges en klein spul, hadden ze verdeeld. Mackowiak, tijdens de Eerste Wereldoorlog als vluchtelinge uit België in een kamp in Uden terechtgekomen, was eerder verdacht van de moord op een man. Dat kon toen niet bewezen worden.

Van Dijk verklaart dat het hem niet om de buit te doen was geweest. Hij had niet eens willen doden. Hij had Tap alleen maar geslagen omdat hij jaloers was. Tap had een relatie met de Poolse vrouw, terwijl hij verliefd op haar was geworden. De Poolse had volgens hem de dodelijke slagen uitgedeeld. Het deed er niet toe, vond de rechter en hij veroordeelde beiden tot acht jaar cel.

Tap was getrouwd, maar leefde al jaren gescheiden van zijn vrouw. Dat was een beruchte oplichter: Femia Haverhoek. Toen haar man voor de rechter stond, zat ze zelfs wegens kwakzalverij in de gevangenis. Haverhoek gaf zich later uit als 'psychometriste': ze kon aan een portret gebeurtenissen uit het verleden aflezen.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Criminaliteit in Gestel
Goede mannen, steekt uw sweert in uw schede

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

vrijdag 4 december 2015

Het monster uit de wildernis


Sommigen in Velp en Reek meenden dat ze idioot was. Anderen vonden haar kwaadaardig. Misschien zat ze ook wel achter de branden die de twee dorpen de laatste tijd teisterden. Een monster, zowel lichamelijk als geestelijk. Dat was misschien wel de beste omschrijving van het meisje met de woeste, flonkerende ogen…

15 jaar oud was ze, deze Maria van der Linden. Ze kwam uit Reek, uit een buurt die bekend stond als ‘de Wildernis’. Zei dat niet genoeg? Niemand stond ervan te kijken toen ze op de avond van donderdag 6 oktober 1875 in opdracht van marechaussee Sellschop werd opgepakt. Had zij, eerder die dag, niet ook als enige geweigerd mee te zoeken naar de verdwenen dochters van Antoon Laarackers uit Reek, 6 en 9 jaar oud?

Ze lachte het toegestroomde publiek brutaal uit toen ze naar de Graafse gevangenis werd gevoerd. Maar eenmaal binnen kwam het al gauw tot een bekentenis van ‘het kind van de wildernis’.
Ja, zij had die ochtend de twee meisjes vermoord. Ze was in Velp eikels aan het rapen toen de twee haar, niet voor het eerst, uitscholden. Haar toeriepen dat zij geen centen had voor de kermis en de twee zusjes lekker wél.

Ze had haar knipmes gepakt en de oudste, Henrica, een bosje ingelokt. Had het kind een snee toegebracht en vervolgens in de ogen gestoken. Nog een steek was nodig om het kind te doden. Vervolgens had ze het 6-jarige zusje, Theodora, in een sloot geduwd en net zo lang onder water gehouden totdat ze niet meer spartelde.

De rechters die op 21 februari 1876 de dubbele moord behandelden, troffen tegenover zich geen meisje aan. Daar stond een jongen. In de gevangenis was aan het licht gekomen dat de jonge dader – klein van stuk, met een bleek aangezicht en een kuiltje in de kin – een penis had. „Ik ben altijd als meisje opgevoed en heb er nooit aan gedacht dat ik een jongen zou kunnen zijn”, zei hij tegen de rechters. Hij had een zeldzame afwijking aan zijn geslachtsorgaan: hypospadie. Bij zijn geboorte was er maar voor gekozen het kind als een meisje te beschouwen…

Afwijking of niet, de rechters oordeelden dat de jongen in koelen bloede zijn daden had gepleegd. En dat er niets mis was met zijn geestelijke vermogens. Vijftien jaar verbeterhuis, zo luidde het vonnis een week later.
Toen hij, als vrij man, in 1903 wilde trouwen, was er een probleem. Volgens de geboorteakte was hij immers een vrouw. De rechtbank kwam er opnieuw aan te pas. Nu om te verklaren dat die geboorteakte moest worden gewijzigd: vrouwelijk werd mannelijk en Maria werd Marinus.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Een beestachtig moordenaar
- De Goede Stad: crimineel of niet

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

vrijdag 20 november 2015

Een tragische moord in Haps

...Bernardus Panders...
Zachtjes moet hij doen. Heel zachtjes. Want zijn zoontje van 5 mag niet wakker worden. Het enige kind dat hem nog herinnert  aan zijn vorig jaar overleden vrouw, mag geen getuige zijn van de gruwelijke daad die hij zo meteen zal gaan plegen. 'Neem het maar gauw weg', heeft ze net gezegd, de vrouw die in haar bedstee ligt bij te komen.  

Zojuist heeft hij de navelstreng doorgeknipt. Nu loopt hij naar de stal met in zijn handen dat spartelende  en krijsende vrachtje. Zo meteen zal hij met zijn mes een  lint van de voorschoot  snijden die in de stal ligt. Hij zal het lint om het halsje van de pasgeborene leggen en er aan trekken. Het moet. Bevreesd voor de schande, is er maar één uitweg: het kind moet weg. Zij heeft het ook gezegd: 'Neem het maar gauw weg..'.

...geboorteakte van het overleden kindje...
Het is vroeg in de ochtend van vrijdag 11 juni 1875 als in een keuterboerderijtje aan de Aalsvoort in Haps een pasgeborene om het leven wordt gebracht. De dader is Bernardus Panders, een 33-jarige arbeider. Hij wurgt het kind met een lint dat hij van een voorschoot snijdt en begraaft het direct, in de stal, naast het secreet. Hij stampt de aarde aan. Twee weken later zullen een luitenant en een brigadier van de marechaussee op bevel van justitie in de stal een onderzoek instellen en 'op circa één en één vierde meter onder den beganen grond' een aardappelzak aantreffen met daarin het lijkje van een pasgeboren meisje. Om haar hals een dichtgeknoopt lint. Een lint van precies dezelfde samenstelling als de voorschoot die veldwachter Arts uit Haps eerder al op de deel van het boerderijtje gevonden had. Een voorschoot waarvan een lint was afgesneden.

De huisartsen Van Aernsbergen uit Cuijk en Sormani uit Boxmeer, die het lijkje hebben onderzocht, zullen later voor de rechtbank verklaren dat het aangezicht van het kindje was platgedrukt 'zoodat de beide wangen sterk ter zijde uitpuilden en het neusbeen geheel verbrijzeld was'. Toch is wurging de doodsoorzaak geweest en niet een klap tegen het hoofd, concluderen de doktoren. Vermoed wordt dat de beschadigingen aan het gezichtje zijn  ontstaan toen de dader de aarde aanstampte. 

Is die eenvoudige arbeider uit Haps, die sinds het overlijden vorig jaar van zijn vrouw Wilhelmina alleen met zijn zoontje van 5 is achtergebleven, daadwerkelijk de dader? En van wie is het kind? En hoe is de vreselijke daad ontdekt? En welke moord wordt er nog meer gepleegd? Lees hier de tragische ontknoping.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).
Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Criminaliteit in Gestel
- Osse bende opgerold

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

maandag 26 oktober 2015

De vrouw met de bijl, en negen andere moordenaressen bevat tien verhalen


Stel: je ligt tien nachten achter elkaar in bed naast je man, die je vergiftigd hebt - en die maar niet doodgaat. Het gebeurde Adriaantje Roza, in 1901. Het werd een van de tien verhalen in De vrouw met de bijl, en negen andere moordenaressen. Het verhaal van Adriaantje Roza vond ik in het BHIC; oude rechtszaakdossiers barsten van leven – en van moorddrift.

Sleeuwijk, 1901. Adriaantje is al jarenlang ongelukkig getrouwd en ze denkt er al jarenlang over na: zal ik het doen? Of niet? Ze wil van haar man af; haar worsteling houdt ze bij in haar hoofd, als in een dagboek. Ze is analfabete. Maar alle mishandelingen kan ze later opsommen. Scheiden is geen optie, en op een dag hoort ze een buurman klagen over ratten; hij vertelt over rattengif. ‘Rattengif of phosphorbrij, laat geen enkel huisdier vrij!’ – zo werd in die jaren geadverteerd.



Ze laat de voerman een flesje ‘phosphorbrij’ meebrengen. Er staat een afbeelding op van een dode rat. Maar hoe gebruik je het? Die stank! Ze smeert het met dichtgeknepen neus – en nogal dik - op het brood van haar man; één hap neemt hij, tijdens de schaft op het land. Een tweede hap spuugt hij uit: ‘Het smaakt smerig!’

Tien dagen en nachten lang is hij ziek, steeds geler ziet hij. Adriaantje krijgt medelijden, of wroeging, en haalt de dokter: daarmee tekent ze haar eigen vonnis. Haar man braakt, maar hij heeft geen koorts: ‘Dat duidt op vergiftiging,’ stelt de dokter. En dan wordt de stinkende boterham gevonden, buiten. De politie wordt gewaarschuwd en de boterham onderzocht. Er blijkt zo veel rattengif op te zitten, dat het volgens de plaatselijke apotheker ‘genoeg zou zijn geweest om heel Werkendam mee te vergiftigen!’
...Adriaantje vergiftigt haar man maar loopt tegen de lamp...
Uiteindelijk sterft de man van Adriaantje. Maar voordat het zover is, wordt hij nog verhoord, in zijn bed: ‘Heeft u een gelukkig huwelijk?’ – wordt hem gevraagd. En dan geeft hij geeft het toe. Hij is met zijn vrouw ‘niet wel’. Hij bekent haar regelmatig bij de keel te hebben gegrepen.
Vrouwen moorden minder vaak dan mannen – en ze hebben een beter verhaal; zo viel mij op, althans in oude stukken. Vaak zit er een liefdesgeschiedenis achter. Een ongelukkige of een gelukkige, die ongelukkig uitpakt.
 
...Jan van Gastel wordt doodgeschoten door zijn vrouw...
Een ander verhaal in De vrouw met de bijl speelt zich af middenin de Eerste Wereldoorlog, in Steenbergen, aan de grens met België; een crime passionel, een drama op een boerenerf. Diena van Gastel belooft de knecht met hem te zullen trouwen als hij haar man doodschiet; met de legerrevolver van haar man, Jan, die boer is en gemobiliseerd militair. Als Jan op oudjaarsavond 1916 wordt neergeschoten, en sterft, denkt iedereen aan een afrekening in de smokkelarij. Wat gebeurde er echt? Hoe verliefd was die knecht – en Diena zelf?
...Diena op latere leeftijd...
Het is na te lezen in de verhoren van de knecht en die van Diena: en in De vrouw met de bijl. Omdat ik nog meer over deze mysterieuze moordzaak wilde weten, spoorde ik de kleinkinderen op van het echtpaar. Die vroegen als kind wel eens aan hun oma waar hun opa was gebleven: ‘Die is doodgeschoten in de oorlog,’ zei hun oma dan. Naar waarheid.       

De vrouw met de bijl, en negen andere moordenaressen bevat tien verhalen. Amsterdam in 1925, of Middelburg in 1838: moorddossiers voerden mij terug in de tijd, in het hoofd van een vrouw, in een onmogelijke situatie.
Verschijnt: 24 oktober bij AtlasContact

ISBN 9789045029795

Deze gastblog is van de hand van Steffie van den OordBen jij ook op een mooi verhaal gestuit tijdens je genealogische of historische onderzoek? En wil je dat verhaal delen? Stuur het in! Niet te lang (rond de 250 à 350woorden), illustratie erbij en we plaatsen het op ons weblog. Wie durft? :-)

Vind je dit leuk? Lees dan ook:
- Hendrik Jut, een beestachtig moordenaar
- De Zwarte Ruiter

De beste verhalen via e-mail ontvangen?

vrijdag 31 juli 2015

Stokken en steekpartijen


Een lugubere bekentenis...
Onze archieven staan bol van de spannende verhalen; van avontuurlijke reizen tot oorlogen, van geheime affaires tot kwajongensstreken. Wilhelmus Rooyakkers uit Volkel had het echter wel heel bont gemaakt. Een flinke 'rusie' inclusief steekpartij en uiteindelijk had hij ook een moord op zijn geweten. Duik mee in de dramatische geschiedenis van deze ruige rakker...

Wilhelmus Rooyakkers was geen lieverdje, zo blijkt meteen al uit zijn dossier. Op zaterdag 7 september 1803 krijgt de jongeman het meteen aan de stok met enkele andere jongelieden. Door tussenkomst van meerdere personen keert de rust even terug. Maar niet voor lang...

Krakende wonden
De bende trok van herberg naar menig huis in Volkel en liet een spoor van onrust achter. Op een gegeven moment kwam het tot een handgemeen tussen Rooyakkers en Peeter Vercampen. Hun vrienden voelden aan hun water dat dit niet goed zou aflopen en volgden hen 'tot op een kleine distantie'.

Dan opeens schiet de vlam in de pan. Wilhelmus grijpt Peeter vast en wanhopig probeert hij zich met een stok te verweren. Zijn belager overmeestert hem echter en brengt hem ook nog een gemene steekwond toe in zijn linkerarm.

Angst voor verraders
Wilhelmus maakt zich uit de voeten maar opeens waren daar die vervelende vrienden van hem weer! Ze zien hem staan met de stok van Peeter nog in zijn (waarschijnlijk bebloede) handen. Hij spreekt één van de geschokte jongemannen als volgt aan:

Johannes! Ik heb Peer gestooken maar waar dat weete ik niet, maar ik stak erin dat het kraakte, hij zal er misschien welaan sterven. Maar maakt dat gij mij niet verraad, gij zult mij immers niet verklappen?

Fatale steekpartij
Gelukkig bleek Peeter later weliswaar gewond, maar niet vermoord in het veld te liggen. Diezelfde Johannes komt de schade met eigen ogen inspecteren. Na een tijdje lukt het Peeter om overeind te krabbelen en hij stelt voor: Komt Helmus, het is laat genoeg. Laat ik u tuijs brengen en saamen van hiergaan. Peeter geeft wel aan eerst nog even zijn 'gevoeg' te moeten doen.

De doodskreet van de arme Peeter
Je kunt het vervolg waarschijnlijk al raden. Terwijl Peeter rustig gehurkt zijn behoefte doet, valt Wilhelmus hem van achteren aan met zijn mes. De jongen valt voorover en heeft bitter geschreeuwd:

Helmus Helmus! Wat hebt gij mij gestooken, en wat heb ik uw tog misdaan?

Het zwaard...
Dit verhaal liep niet goed af voor Peeter Vercampen, maar ook niet voor Wilhelmus Rooyakkers. Deze jongeman, die bekend stond als 'eenen slegten en gevaarlijken kerel', werd uiteindelijk met het zwaard gestraft...

De doodstraf voor de ruige rakker


Geschreven door:
Lisette Kuijper

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Moorden en martelingen in Breda
- Een overspelige dominee


De beste verhalen via e-mail ontvangen?



woensdag 20 mei 2015

Cynisme, geldzucht en 'n hooivork in de borstkas

...blader ook nu zelf door deze oude kranten via www.bhic.nl/kranten...
Het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) heeft de drie oudste regionale kranten uit het Land van Cuijk gedigitaliseerd. Ze zijn nu online doorzoekbaar via www.bhic.nl/kranten. Het gaat om de Graafsche Courant (1852 - 1945), de Echo (1881 - 1945) en het Boxmeers Weekblad (1868 - 1945). Met deze krantencollectie kun je thuis bladeren door bijna honderd jaar oude kranten. En dat levert massa's intrigerende verhalen op. Wat te denken van de controleur die tijdens zijn werk in Cuijk wordt gedood? 

Bladerend door de Echo van 10 september 1943 stuiten we op het artikel met de kop "Afschuwelijke doodslag te Cuyk". Wat blijkt? Controleur P. Hendriks constateerde dat op het erf van Van den Berg aan de Hagelkruis al veel garven (korenschoven) waren gestroopt. De dorschmachien werd daarom stopgezet om deze kwestie nader te onderzoeken. "Wim van den Berg wierp toen vanaf de balken een hooivork naar den controleur P. Hendriks, die in de borst werd getroffen en ter plaatse spoedig overleed."

Hendriks had namelijk in de gaten dat er niet volgens de regels werd gewerkt. En hij bleek gelijk te hebben, maar hij moest dat met zijn leven bekopen. Later constateerden acht controleurs "grove zwarte handelspractijken tegen woekerprijzen" op de boerderij. Er werden heel spullen in beslag genomen, variërend van een spinnewiel tot een partij broeken. "Alles bijeen een aardige winkelvoorraad voor dezen tijd!"  

Over de beweegredenen van de dader(s) is de journalist duidelijk: "Onverzadigbare zucht naar geld hebben hier een mentaliteit en cynisme gekweekt die elk gevoel van liefde tot den evenmensch doodden en het respect voor een anders rechten en leven verstikken." Behalve Wim werden ook zijn broers Jan en Antoon in verzekering gesteld. "Van arrestatie van den vader der verdachten werd op medisch advies afgezien."

"De Overheid heeft niet geschroomd om hier onmiddellijk met harde hand in te grijpen: het geheele bedrijf met inbegrip van vee en inventaris is verbeurd verklaard en de familie die den eerenaam van boer te schande maakte, zal eerlang wel plaats moeten maken voor een ander boerengezin", noteert de journalist die ook meldt dat het heele drama groote verontwaardiging in Cuyk heeft verwekt. "En een diep meegevoel met den humanen ambtenaar die in dienst van zijn plicht werd neergeveld als een dier."

Marilou Nillesen

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- Moorden en martelingen in Breda
- Moord in de zuivelfabriek


donderdag 7 augustus 2014

Lisette kiest: Opsporing Verzocht in 1733 #stukvanhetjaar2014

Wie vindt de moorddadige Andries Derks, die in 1733 met een mes over de Wijchense dijken dwaalde?
Hoeveel moorden zullen er in Nederland wel niet opgelost zijn dankzij oplettende burgers? Tegenwoordig kun je op vele manieren meehelpen met het oplossen van misdaden door initiatieven zoals Burgernet of het tv-programma Opsporing Verzocht. In 1733 had men echter nog geen Anniko van Santen en Frits Sissing, die wekelijks op de buis te zien zijn. Toch wist men op andere manieren burgers te bereiken in de hoop de daders bij de kladden te vatten...

Meld Misdaad Anoniem!
Het Graafse stadsarchief bevat zo'n opsporingsmiddel. De dijkgraaf van het Rijk van Nijmegen stuurde een publicatie naar het stadsbestuur, waarin de moord op ene Marten Jacobs in Wijchen werd vermeld. De vermeende dader, Andries Derks, werd ook uitvoerig beschreven. Maar ik kan me zo voorstellen dat de ogen van de Graafse stadsbestuurders groot werden van verbazing toen zij de beloning lazen voor degene die Andries zou aangeven: een premie van maar liefst 150 gulden! Bovendien, de aangever mocht desgewenst zelfs anoniem blijven: 'sullende des aenbrengers naem (des begeerende) werden gesecreteert.' Ook toen was er dus al sprake van de mogelijkheid 'Meld Misdaad Anoniem'. 

Lisette met de opsporingspublicatie uit 1733

Moordenaar met een 'schramken'
Tegenwoordig worden vaak compositietekeningen van daders getoond. Jammer genoeg heb ik zo'n tekening niet gevonden, maar er wordt wel een heel duidelijke beschrijving van de moordenaar gegeven.

Andries Derks was een jongeman van 23 tot 24 jaar, 'middelmatig lang van persoon', 'swart sluijck' haar en ook had hij een 'schramken op de linkerwang.' Wie weet is hij wel eens eerder in een gevecht verzeild geraakt.
Met dit litteken moet hij er niet heel gezellig hebben uitgezien. De publicatie beschrijft hem daarnaast als 'bleek en smal van aangesigt'. Bovendien dwaalde hij op de Wijchense dijken op 'ene moord-daedige wijse' en uiteindelijk stak hij daar met een mes Marten Jacobs dood.

Brandschade
Deze publicatie laat niet alleen een mooi beeld zien van de aanpak van criminaliteit in de achttiende eeuw en de wijze waarop men moordenaars beschreef. Ook is dit document een goed voorbeeld van de lotgevallen van een archief. De publicatie is opgenomen in het Graafse stadsarchief en dit heeft behoorlijk te lijden gehad onder de brand die het gemeentehuis in 1902 in de as legde.

De achterkant van de publicatie, waarbij de brandschade duidelijk te zien is
De achterkant van de publicatie, waarop een samenvatting geschreven is, laat de schade zien die de brand heeft veroorzaakt. Andere stukken zijn er erger aan toe of zijn zelfs helemaal vernietigd. Gelukkig is een groot gedeelte van het Graafse archief vakkundig gerestaureerd en elk jaar opnieuw worden er stukken naar het restauratieatelier in Helmond gestuurd. Ondanks de schade is deze publicatie redelijk bewaard gebleven en nog goed leesbaar.

En hij leefde nog lang en gelukkig?
Natuurlijk zijn we nieuwsgierig naar de afloop van deze moordzaak. Is Andries Derks gepakt en heeft hij zijn verdiende loon gekregen? Jammer genoeg heb ik hiervoor (nog) geen bewijs kunnen vinden. Wel zijn in de archieven van Boxmeer, dat redelijk in de buurt van Grave en Wijchen ligt, bewijzen terug te vinden van ene Andrijs Derks of Andreas Dirix die daar leefde in de achttiende eeuw. In 1754 is deze Andreas getrouwd met Maria van Ceulen en uiteindelijk overleed hij in 1783. In onderstaande schepenbank akte uit 1795 worden hun vier kinderen (tevens erfgenamen) genoemd:

Heeft moordenaar Andries Derks toch een rustig getrouwd leventje (met vier kinderen) in Boxmeer kunnen leiden?

Zou dit onze moordenaar Andries Derks kunnen zijn? Qua periode zou dit goed kunnen. Mogelijk is hij nooit gevonden en is hij incognito in Boxmeer gaan wonen. Of heeft hij een aantal jaartjes in de gevangenis vertoefd en is daarna op een wat latere leeftijd (ongeveer 45 jaar) getrouwd met zijn Maria. Vervolgens zou hij op 74-jarige leeftijd zijn gestorven. Misschien is hij dus nooit aangegeven en heeft hij een fijn leventje kunnen leiden in Boxmeer. Of is hij na een korte straf naar dit Brabantse dorp vertrokken en heeft daar een gezinnetje gesticht. Laten we in ieder geval hopen dat hij de Boxmeerse burgers verder met rust heeft gelaten!

Stuk van het Jaar!
Waarom is dit het Stuk van het Jaar? Dit archiefstuk geeft iets prijs over de manier van criminaliteitsbestrijding in de achttiende eeuw, maar laat de geschiedenis ook leven. Je ziet de moorddadige Andries Derks met zijn 'schramken' op zijn linkerwang en een mes in de hand zó voor je. Het past ook in het thema Vriend & Vijand van de Maand van Geschiedenis: Andries Derks was een vijand voor het Gelderse en Brabantse volk en moest daarom achter de tralies worden gezet! Tot slot is dit stuk een tekenend voorbeeld van de soms tragische lotgevallen van een archief. Zo zie je maar dat lang niet alles bewaard is gebleven en dat vele mysteries uit het verleden onopgelost blijven...

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
Hanneke kiest: Heksenproef 
- Yvonne kiest: missie van minister Van Son

woensdag 28 mei 2014

Documentaire over Marietje Kessels

Ze werd maar 11 jaar oud maar ook bijna 115 jaar later houdt ze de gemoederen bezig: Marietje Kessels. In 1900 werd ze verkracht en vermoord in de Heilig Hart Kerk in Tilburg. De moordzaak leeft nog steeds in Tilburg mede doordat er nooit een dader kon worden aangewezen. Verslaggever Sonny Mathura en cameraman Hugo Muffels gingen onder meer op onderzoek bij het BHIC en maakten een driedelige documentaire.



Enkele jaren geleden verscheen het boek De moord op Marietje Kessels. Dat deed de nodige stof opwaaien. Hierin stelt het nichtje Godelieve Kessels dat de Tilburgse pastoor George van Zinnicq Bergmann in 1900 de geruchtmakende moord op het 11-jarige meisje Marietje heeft gepleegd. 

Zij spraken Ed Schilders, advocaat Pieter van Dun en bezochten het Marietje Kessels Project. Daarnaast gingen ze ook zelf op onderzoek uit in het Tilburgs Archief en het BHIC. Benieuwd wat zij hebben gevonden? Bekijk dan de aflevering één, twee en drie terug via YouTube. 

Vind je dit interessant? Lees dan ook:
- De naam van Marietje Kessels leeft voort
- Oudste kerkhof

woensdag 19 maart 2014

Gierige boeren plegen moord in Liempde

...Telegraaf 2 december 1952 (via Delpher)...
Genealogisch onderzoek brengt soms verrassende, ontroerende en af en toe bizarre zaken aan het licht. Renze Petersohn tipte ons over het mooie verhaal dat op zijn website staat: over een gruwelijke moord in Liempde.

De Telegraaf schrijft nauwgezet over die onfortuinlijke nacht van 14 juli 1951: "Een krib op een donkere zolder, gerucht van stemmen en schuifelende voeten. Een touw wordt over een balk geworpen. En de volgende ochtend vindt een wachtmeester van de Rijkspolitie daar het ontzielde lichaam van Johanna Huyboom hangen. Ze heeft zelfmoord gepleegd, zegt het dorp. Maar Johanna Huyboom is vermoord."

Op een afgelegen boerderij in Liempde wonen de "Friedjes": vader Cornelis, zoon Johan en de zus van de vader, tante Dien. Ooit woonde de vader er met zijn vrouw maar die overleed al in 1916. Hij vraagt zijn zus te helpen bij de opvoeding van zijn zoontje. De "Friedjes" zijn boeren. Ze ploeteren hard en sparen hun geld in een pot onder de vloer. Geld wordt er niet uitgegeven, ze zijn altijd met z'n drieën, in de buurt staan ze bekend als gierige schrapers.

Dan ontstaat het idee dat Johan maar eens moet trouwen. Het huishoudelijke werk wordt te zwaar voor tante Dien. Na een contactadvertentie trouwt Johan al snel met Johanna Huyboom, van boven de rivieren. Maar Johanna blijkt 'anders'. Ze zonnebaadt met blote benen, wil geen varkens- maar rundvlees en bidt haar rozenhoedje maar matig. "Johanna is slecht", zegt tante Dien. En dan begint het.

Tante Dien stopt haar kerkcenten in de tas van Johanna, zegt tegen Cornelis en Johan dat Johanna geld steelt en het slechte plan begint vorm te krijgen. Als Johanna naar bed gaat, overleggen ze wat ze moeten doen. Johanna wordt gewurgd en als dat niet goed lukt, verhangen met een stuk touw aan een balk.

Benieuwd wat de rechter zegt wat er met de Friedjes moet gebeuren? Lees dan het hele verhaal hier.

Vind je dit interessant? Lees dan ook: 
- Moord in de zuivelfabriek
- Gebooiklokje wordt geboorteklokje

woensdag 30 november 2011

Vermoord bij den 17den boom

foto van Wilhelm Seiler op zijn bidprentje
Net hersteld van een zware ziekte loopt stationschef Wilhelm Seiler die winteravond in februari 1904 om kwart over elf 's avonds naar het stationgebouw van de NBDS in Veghel om daar de nacht door te brengen. Maar zijn onderchef A. van de Ven houdt hem tegen en schiet hem - na een woordenwisseling - neer. Waar? Ongeveer bij den 17den boom, geteld van het cafe Van Berkel, omschrijft de Graafsche Courant nauwkeurig.

Wat een laffe moord, schrijven de Graafsche Courant en De Echo. Want Wilhelm was net genezen van "eene hevige ziekte" in het gasthuis en wie kwam daar "tweemalen daags" opzoeken? Zijn zelfde onderchef... Vandaar dat op het bidprentje wordt gesproken van "eene ongetrouwe vriend."

In de kranten vinden we een vrij nauwkeurige reconstructie van de moord. Wilhelm kaart die bewuste avond eerst in het café van Van Berkel, gaat daarna naar zijn kosthuis van L. van Zeeland en vertrekt rond kwart over elf naar het station. Daar wordt hij aangesproken door zijn onderchef die hem kennelijk "eischen heeft gesteld die de ongelukkige kon noch wilde inwilligen." Na een woordenwisseling slaat de onderchef Wilhelm met een stuk hout op zijn achterhoofd. Maar Wilhelm blijkt wel tegen een stootje te kunnen en trekt het hout op de handen van zijn aanvaller. Op het moment dat hij wil terugslaan, wordt hij met vier revolverschoten omgebracht.

Paniek alom in de buurt. Dokter Van de Voort verbindt de ongelukkige nog in het huis van Van Zeeland en Wilhelm wordt voorzien van de Heilige Olie. Maar "spoedig daarop vlood het leven", schrijft de Graafsche Courant. De politie gaat op zoek naar de dader en houdt Van de Ven aan. "Onze ijverige veldwachter Kwaks, wiens optreden in deze alle lof verdient" weet een bekentenis te ontlokken. Gedurende het verhoor heeft Van de Ven niet de minste teken van spijt getoond.  

"Wat de wordingsgeschiedenis is van deze misdaad? Dezelfde, die zich zoo vaak herhaalt in het leven van een moordenaar: de drankzucht. Deze is de hoofdoorzaak ook van dit misdadig feit. Van drinken wordt men dief, van dief wordt men moordenaar", zo luidt de conclusie van de Graafsche Courant.