vrijdag 31 augustus 2012

Leve de koningin, hoera hoera hoera!

Het is vandaag precies 132 jaar geleden dat Wilhelmina Helena Pauline Maria van Oranje-Nassau werd geboren. Wilhelmina was het enige kind van koning Willem III en Emma van Waldeck-Pyrmont.

Volgens de overlevering was er geen groot feest na de geboorte van het meisje omdat velen op een prinsje hadden gehoopt. Maar dat feesten, dat is later volop goed gemaakt. Zowel voor haar verjaardagen als voor haar kroning en regeringsjubilea is flink uitgepakt. Een greep uit de feestfoto's uit ons archief...

1898: Feestoptocht ter gelegenheid van de kroning van Wilhelmina in 1898, nabij de molen in de Molenstraat.


1915-1919: Vluchtoord voor Belgen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Viering van de verjaardag van Wilhelmina.
1938: St Nicolaasinstituut, 40-jarig jubileum koningin Wilhelmina.


1948: Feestverlichting bij Jansen de Wit in verband met het 50-jarig regeringsjubileum van Wilhelmina en haar troonsafstand.

woensdag 29 augustus 2012

Stadse schapen in het BHIC


Deze herder kan het zo te zien prima vinden met moeder schaap en haar lammetjes (1953, Erp)
Een foto die zo in het maandblad van Natuurmonumenten had kunnen staan. Zo’n 50 tot 70 jaar geleden kwam je ze vaak tegen, schepers en schapen, ook in de omgeving van een dorp als Erp. Toch begint dit beeld weer terug te komen, ook in Brabantse steden. 

Steeds vaker bestellen gemeenten – ook grotere steden – een kudde schapen om groenstroken en parken bij te houden. Het is goed voor de natuur en soms zelfs beter en goedkoper dan klassiek met machines maaien.

Dit voorjaar deed de gemeente Oss met twee parken 'De Strepen' en 'Bergse Hoeve' mee aan een proef. Ook in Uden op de dijk lopen weer schapen. Er is écht sprake van een herontdekking van schaapskuddes in het (Brabantse) landschapsbeheer.

Gemeenten krijgen dan zo’n drie à vier keer per jaar bezoek van een kudde. De ongeveer 250 schapen (afhankelijk van de grootte van het gebied) grazen zo’n dag of vijf achter elkaar in die gemeente. De herder stuurt en begeleidt zijn kudde overdag en ’s nachts staat deze op een weilandje in de buurt. Schapen blijken nog een ander voordeel te hebben, ze kunnen komen op plekken waar grote maaimachines niet bij kunnen. Bovendien glijden deze machines bij regenachtig weer regelmatig de berm af. En dat probleem heb je bij schapen natuurlijk niet…;-)

Oké, sommige mensen hebben er een beetje moeite mee dat de schapen van de gemeente wel mogen poepen (en honden niet). Daar is een oplossing voor bedacht: alle wandelpaden en speeltoestellen worden altijd goed na geveegd.

En zeg nou zelf, wát een nostalgisch plaatje levert zo’n kudde schapen op!

 
Bij ons in het BHIC liep tijdens het evenement "Van schaap tot oorkonde" trouwens ook een kleine kudde schapen rond.

maandag 27 augustus 2012

De misdaad van Petronella

BHIC beschikt over een groot aantal arresten van de rechtbank van Den Bosch. Deze arresten geven een ongefilterd beeld van het leven in vorige eeuwen. Bij een onderzoek naar het leven van de bijzondere vrouw Petronella Roestenburg (1826-1899) werden in deze stukken zeer interessante gegevens over haar verkregen. 

...Schilderij van de Brabantse schilder Martin Roestenburg (1909-1966)...
In 1817 werd Jan Baptist Roestenburg door het Assisenhof in Den Bosch in verband met een inbraak in een woonhuis veroordeeld tot een openbare geseling met roeden, alsmede zes jaar dwangarbeid in het Haagse rasphuis. Een zware straf, waar ook zijn gezin zeer onder te lijden had. Zijn jongste dochter Petronella, geboren te Oisterwijk in 1826, trof het al evenmin. Nadat zij in 1860 vroeg weduwe was geworden, leek het haar - ook in het belang van haar jonge kinderen - verstandig snel te hertrouwen. De nieuwe echtgenoot Jan Korthout ontpopte zich echter als een onverbeterlijke dronkaard, die zijn gezin verwaarloosde en zijn vrouw Petronella meermalen mishandelde. Op de ochtend van 14 oktober 1868 werden zijn buren door de dochter van Petronella gewaarschuwd dat Korthout was overleden.

Op aanklacht van de Officier van Justitie werd Petronella Roestenburg gearresteerd. Zij werd ervan verdacht haar man met bijlslagen om het leven te hebben gebracht. Petronella bekende haar daad, maar betoogde dat zij geen andere uitweg had gezien. Op de zitting van het Bossche getuigde haar 12-jarige dochter Maria, een kind uit het eerste huwelijk van Petronella, dat haar moeder vele malen tot bloedens toe was geslagen. Zelf was zij door haar stiefvader ontelbare malen verkracht. Het misbruik was al twee weken na het huwelijk van haar moeder met Korthout begonnen. Ondanks de ontlastende verklaringen van Maria en van de buren werd Petronella Roestenburg veroordeeld tot de straffe des doods, in het openbaar te voltrekken.

Koning Willem III besloot Petronella gratie te verlenen en haar doodstraf om te zetten in een gevangenisstraf van drie jaar, een besluit dat op veler instemming mocht rekenen. Mede naar aanleiding van deze strafzaak werd in 1870 door de Nederlandse Tweede Kamer besloten de doodstraf in vredestijd af te schaffen. Na het uitzitten van haar straf leidde Petronella een turbulent leven. Zij trouwde met een marskramer, maar werd na een aantal jaren opnieuw weduwe. Daarna verhuisde zij naar België, waar zij trouwde met een weduwnaar die binnen het jaar overleed. Pas haar vijfde en laatste man, Jacobus Verresen, overleefde haar.
Wil je nog veel meer weten over het bijzondere leven van Petronella? Lees dan hier verder.

Heb je dit blog met plezier gelezen? Het is van de hand van Siep Schaafsma, onze eerste echte gastblogger, die het verhaal samen met Henk de Zeeuw heeft opgesteld. Ben jij ook op een mooi verhaal gestuit tijdens je genealogische of historische onderzoek? En wil je dat verhaal delen? Stuur het in! Niet te lang (rond de 250 woorden), illustratie erbij en we plaatsen het op ons weblog. Wie durft? :-)

vrijdag 24 augustus 2012

Wa blèt ‘r óvver

Úje zoas ut vruuger waor, met links het postkantoor en in het midden het oude raadhuis op de splitsing van de Marktstraat, Kerkstraat en Sint Janstraat (1900)

Wa blèt ‘r óvver


Wa blèt ‘r óvver van ons dúrrep,
as ze alles zo mar afbreeke.
En d’r nie wordt geluisterd,
as gewone mense spreeke.

Wa blèt ‘r óvver van ons dúrrep,
as ze alles zo mar volbouwe.
En as bè hullie die protesteere,
de mond word dichtgehauwe.

Wa blèt ‘r óvver van ons dúrrep,
as alles drèijt um geld en macht.
Dan wordt ons dúrpke èrrem
en nog donkerder dan de nacht.

Wa blèt ‘r óvver van ons dúrrep,
as ’t hart van Úje gao verdwijne.
En de zon in d’n aovend,
noit mèr zo skòn zal scheijne.

Wa blèt ‘r óvver van ons dúrrep,
as Úje wil worre as ’n stad.
Geleuf men dan mar mense,
dan we hebbe ’t kojste nog nie gehad.

Door: Bruukske

Na dit gedicht heeft het BHIC nog veel meer mooie gedichten mogen ontvangen van Cor, waarvoor uiteraard onze hartelijke dank! Onze webredactie heeft daar een mooie webpagina van gemaakt. Wil je ook kennismaken met ‘Bruuske’? Ga dan naar ‘zijn’ pagina op het online geschiedenisboekje van Uden. Weet je zelf nog een leuke anekdote, een mooi verhaal  of heb je foto's/fimpjes over vroeger, laat het ons weten via het forum! Wie weet, krijg jij dan ook wel je eigen webpagina op onze site ;-)

Tenslotte, heb je interesse om ook eens zo'n BHIC-avond bij te wonen? Kom dan op donderdag 20 september naar 'Terug in de tijd met René' in Sint-Oedenrode!

"Landelijk verkeer" in Uden met naast elkaar de tram en de boerenkar. Deze foto is genomen bij de kapel en het Onze Lieve Vrouweplein. Op de achtergrond zie je het huis van Janus Boonaerts (bakker) en van Frans van Poppel (drogist)

woensdag 22 augustus 2012

Bomen over bomen

...boom in Leenderstrijp...
Zelf zijn we in de Citadel in Den Bosch gepast trots op onze Wilhelminaboom, maar dat is natuurlijk niet de enige boom met een verhaal. Sterker nog, er zijn veel meer exemplaren met soms - ja, laten we het maar eerlijk toegeven - nóg mooiere verhalen. Zondag 2 september houdt Han van Meegeren in het MRK Uden een lezing over bijzondere bomen in Brabant, aanvang 14 uur.

...de lapjesboom in Overasselt...
De heilige eik van Rijkswaterstaat, de moordbomen van Annie Remken en Ria Pagie, de heksenboom bij Bladel, de oudste lindeboom van ons land in Sambeek: ze passeren de revue in het verhaal van Han van Meegeren. Daarnaast zal hij een uitstap maken naar Bretagne en Normandië, het mekka van de boomliefhebber. Van Meegeren publiceert regelmatig over het onderwerp, leverde onder meer een bijdrage aan het boek Bijzondere bomen in Nederland (boomstichting 2010), en schrijft voor de site www.cubra.nl.
Zijn foto's en verhalen over bijzondere bomen maken ook deel uit van de expositie.De lezing wordt georganiseerd in het kader van de tentoonstelling De boom in natuur, cultuur en religie.

Aanmelden voor deze activiteit: info@museumvoorreligieuzekunst.nl
...boom van Rijkswaterstaat...

 

maandag 20 augustus 2012

Saaie carnavalsfeesten in het Roomse Zuiden...

...Veel tieners gaan met carnaval gekleed als hun idool Lady Gaga ...
"Wat wordt het dit jaar met carnaval? Hoe ga ik verkleed, als Egyptische prinses of Romein misschien?" Het lijkt misschien nog ver weg maar vele Nederlanders van 'onder de rivieren' zijn het hele jaar bezig met de voorbereiding van carnaval. Deze traditie is al eeuwenoud, maar toch hebben de katholieken zich niet elk jaar van onze geschiedenis feestelijk kunnen uitdossen.

In het jaar 1919 werd door het Militair Gezag bekendgemaakt dat het op 2,3,4,9 en 30 maart verboden was "zich gemaskerd, vermomd of verkleed op den openbaren weg te vertoonen".
Dit verbod gold alleen voor de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland ‘ten zuiden van den Boven-Rijn.' Alleen voor het Roomse Zuiden dus. Dit ging ongetwijfeld over carnaval!


Het verbod van het Militair Gezag op maskers en verkleedpartijtjes tijdens carnavalsfeesten in 1919

In 1919 waren de Europese grootmachten nog steeds verwikkeld in de Eerste Wereldoorlog, ondanks de wapenstilstand die in november 1918 gesloten was. Nederland was ingesloten tussen verschillende landen die met elkaar in oorlog waren. De definitieve vrede werd pas op 28 juni 1919 in Versailles getekend.

Bovenstaand verbod moet in de context van deze oorlog gezien worden. De genoemde dagen in maart komen precies overeen met het carnavalsfeest van dat jaar. Op 30 maart vond overigens het ‘halfvasten’ plaats, dat vroeger ook uitbundig gevierd werd met bijvoorbeeld balfeesten. Tijdens de carnavalsfeesten gingen vele katholieken verkleed en vaak ook gemaskerd de straat op. Maar in oorlogstijd kan dit tot zeer gevaarlijke situaties leiden, bedacht het Militair Gezag. Met al die feestelijke maskers, kostuums en hoedjes waren mensen immers onherkenbaar en wie weet wat er onder al die vrolijke rokjes en tenues schuilging!
In 1916, toen de Eerste Wereldoorlog nog volop aan de gang was, werden er pas echt draconische maatregelen door het Militair Gezag genomen. Niet alleen mocht je geen maskers of kostuums dragen, maar je mocht ook geen toneelstukken opvoeren en zelfs het maken van muziek was uit den boze. Bovendien moesten alle "lokalen bestemd tot gezellig verkeer" om 12 uur ’s nachts hun deuren sluiten!

Gedeelte van de strenge maatregelen van het Militair Gezag in 1916
Ook vandaag de dag zien we voorbeelden van dit soort veiligheidsmaatregelen. Zo verklaarde George W. Bush in 2001 de oorlog aan het terrorisme. Tijdens een oorlog is het namelijk gemakkelijker om bepaalde zaken te verbieden. Steeds vaker hoor je in verschillende landen stemmen opgaan voor een boerkaverbod. Daarbij speelt zeker mee dat je dragers van een boerka moeilijk kunt herkennen en in deze tijden van dreigend terrorisme zou dat volgens sommigen gevaarlijk kunnen zijn.

Bovenstaande bekendmakingen van het Militair Gezag moeten dus als een veiligheidsmaatregel worden gezien ten tijde van oorlog. Al met al zullen het tussen 1914 en 1919 bijzonder saaie carnavalsfeesten zijn geweest, zo zonder muziek en al die verklede piraten, ridders en prinsessen!

 

vrijdag 17 augustus 2012

Hoezo boete? Studeer voor 16 daalder!

...gevonden in de notulen en resolutiën van Burgemeesteren en van den Raad der stad Grave...
Drieduizend euro boete omdat je te lang studeert? Dat moet in 1821 moeilijk te geloven zijn geweest. Met een beetje geluk kreeg je een beurs van zestien daalder en 18 grossen per jaar. Als je tenminste de juiste voorouders had.


Onderzoekster Leny van Lieshout stuitte in het archief van het gemeentebestuur Grave 1811-1941 op een opmerkelijke brief van de Koninklijke Regeringsraad, gericht aan het college van burgemeester en wethouders. De brief - die op 16 mei 1821 is afgeleverd bij het gemeentehuis - gaat over "de school- en stichtingsfondsen der stad Keulen". In de brief staat dat al op 9 januari 1629 in het voormalige Laurenziener Gymnasium door de executeurs testamentair van Jacob van Triest beurzen zijn gesticht voor twee onbemiddelde katholieke studenten uit zijn familie.
...fragment uit de brief waarin wordt gesproken over een beurs van 16 daalder en 18 grossen...
De regent van het gymnasium moet ook bijna tweehonderd jaar later eerst informeren bij de stadsbesturen van Grave, Nijmegen en Keulen of er verwanten van Van Triest zijn. Als zich binnen veertien dagen niemand meldt, mag hij de beurzen aan anderen verstrekken. Jammergenoeg hebben burgemeester en wethouders van Grave geen nazaten weten te traceren dus de beurs is aan Grave voorbij gegaan.
 
Op het gevaar af dat het mis gaat als een historicus gaat rekenen, staat dat bedrag van zestien daalder gelijk aan ongeveer 220 euro. Want een daalder was één gulden en vijftig cent waard. Zestien maal dat bedrag (plus een beetje voor de grossen) gooien we in de omrekentabel van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en dan krijgen we ongeveer een indicatie over welk bedrag het eigenlijk gaat.

Eerder werd over dit onderwerp geschreven in Merlet, 37e jaargang (2001), nummer 4, pag. 109. In te zien bij het BHIC in Grave.

woensdag 15 augustus 2012

De tijd heelt (bijna?) alle wonden


Met de Regiohistoricus op pad...

 
Schijf van een eik die tot 1994 in Kasteel Elverdinge stond, nabij Ieper

We zien hier een schijf, afkomstig van een eik die tot 1994 in Kasteelpark Elverdinge stond. Dit park ligt nabij de Westvlaamse stad Ieper. Op de schijf zijn de jaarringen zichtbaar en wanneer je ze telt, blijkt dat de eik maar liefst 235 jaar oud is geworden.

Ook de donkere vlekken op het hout springen in het oog. Het zijn de sporen van zware beschietingen en branden in de winter van 1917/1918. Deze boom was dus een stille getuige van een dramatische fase in de Eerste Wereldoorlog en kan nu zijn verhaal aan ons kwijt. Een verhaal van dood en verderf, maar ook van nieuw leven, want de boom heeft zich daarna kunnen herstellen.

De eiken schijf is te zien in het Museum ‘In Flanders Fields’ te Ieper waar geen middel onbeproefd is gelaten om een groot publiek te doordringen van de verschrikkingen en de zinloosheid van de totale oorlog.

In Ieper bleef bijna geen enkele steen op de andere staan, maar wie daar nu rondkijkt, waant zich in een middeleeuwse stad waar alles al honderden jaren hetzelfde is. Grote gebouwen zoals de Lakenhal en de kathedraal zijn na 1919 in hun geheel herbouwd en de huizen in het centrum werden opgetrokken in historiserende trant. Blijkbaar heeft de tijd veel, zo niet alle wonden geheeld.

De kathedraal van Ieper
Ook in het werkgebied van het BHIC zijn er sporen van de oorlog, en dan met name van de bevrijdingsweken in het najaar van 1944. Dorpen zoals Schijndel en Nuland werden zwaar getroffen, maar konden na 1945 weer op dezelfde plaats worden opgebouwd. Empel, Maren en Kessel zijn op een andere plek herbouwd, maar gelukkig zijn Oud-Empel, Oud-Maren en Oud-Kessel niet van de kaart verdwenen. De komende septembermaand zal her en der worden teruggedacht aan het oorlogsgeweld van toen, maar evenals in Ieper heelde ook in Brabant de tijd (bijna?) alle wonden.

Kerkplein in Maren-Kessel

maandag 13 augustus 2012

#OS1912 in d'Eerd

Zo dachten ze in Brabant 100 jaar geleden over de reclame rond de aankomende Olympische Spelen in Stockholm


Oké, mosterd na de maaltijd, maar té leuk om pas weer over vier jaar tijdens de Olympische Spelen in Rio de Janeiro uit onze archiefdozen te toveren. Bovendien kregen we bovenstaand artikeltje met foto van onze trouwe inzender Tony van Geffen. Een reden te meer om dit na de grootse afsluiting van de Spelen in Londen toch nog even onder jullie aandacht te brengen.

In 1912 vonden veel Brabanders dit affiche té pikant
Bovenstaand krantenartikel spreekt eigenlijk voor zich. Het maakt onder andere duidelijk hoe de echtgenote van een brave Brabantse onderwijzer aankeek tegen het affiche ter promotie van de Spelen in Stockholm in 1912. En zij zal niet de enige zijn geweest in Eerde! Eigenlijk zou je verwacht hebben dat juist die brave onderwijzer zijn vrouw deze afbeelding wilde besparen…;-)

Toegegeven, dit soort pr-uitingen met half ontblote lijven van atleten waren voor de meeste mensen in die tijd erg gewaagd. Bovendien was er nog geen tv en het live volgen van wedstrijden via livestreams en sociale media zoals Facebook en Twitter was al helemaal een utopie. Nu zit iedereen tijdens de Spelen massaal voor de buis gekluisterd en ziet de meest prachtige beelden voorbijkomen van energieke hockeydames in erg korte rokjes en van atletische turners die uiterst soepel aan de rekstok zwaaien.

Nee, de ‘#OS1912’ hadden bij lange na niet de mondiale impact en uitstraling die ze nu hebben en dat was te merken!
  


vrijdag 10 augustus 2012

Brandgevaar!


De eerste beelden van de brand in het gemeentehuis in Waalre op 18 juli 2012 (bron: YouTube)

Brand, één van de gevaren waaraan een archief ten prooi kan vallen. Misschien staan bij jou de afschrikwekkende beelden van het brandende gemeentehuis van Waalre ook nog vers op het netvlies gegrift. Ruim drie weken geleden ging het monumentale gedeelte van het gemeentehuis volledig in vlammen op na een aanslag. Van de daders en hun motieven ontbreekt nog elk spoor.

Een geluk bij een ongeluk: de servers en het archief zijn niet verloren gegaan. Gelukkig zijn de eisen die gesteld worden aan brandveiligheid van archiefbewaarplaatsen de laatste jaren flink aangescherpt. De meeste gemeentehuizen hebben daarom op andere locaties (of op servers elders) nog back-ups liggen. Eén van de voordelen van het digitale tijdperk! Ook wordt er tegenwoordig goed geïnvesteerd in het restaureren van beschadigde archiefstukken. Dit vanuit het erfgoedbelang en de mogelijke waarde van archiefstukken voor toekomstig (historisch) onderzoek.

Laten we eens teruggaan naar de gemeente Vierlingsbeek, waar een grote brand in 1928 het raadhuis, inclusief het gemeentearchief, in de as legde. Proberen we tegenwoordig zoveel mogelijk stukken te redden uit het verbrande puin, in Vierlingsbeek werd vlak na de brand eigenlijk weinig moeite gedaan om archiefstukken te sparen. Dit blijkt uit een brief die de rijksarchivaris Smit aan de gemeente stuurde. Smit betreurt het ten zeerste dat het opruimen van de gedeeltelijk verbrande archiefstukken “niet zorgvuldig of zonder behoorlijk toezicht” gebeurde:


De brief die rijksarchivaris Smit op 28 juni 1928 stuurde aan het gemeentebestuur van Vierlingsbeek.

De gemeente Vierlingsbeek zelf scheen dus weinig waarde te hechten aan het verloren gegane archief. Ook jaren na de brand, in 1935, betreurde men de gevolgen van de brand nauwelijks. Dit blijkt uit het gemeenteverslag uit 1935, waarin wordt gesteld dat “het verloren gegane archief weinig of geen historische waarde” had:


Fragment uit het jaarverslag uitgegeven in 1935, gemeentebestuur Vierlingsbeek
Het is zeer opmerkelijk dat ze in 1935 al konden stellen dat de verbrande stukken in de toekomst geen historische waarde zouden bevatten. Waarschijnlijk zijn er anno 2012 vele historici en stamboomonderzoekers die de documenten van vóór 1928 uit Vierlingsbeek graag in zouden zien…




woensdag 8 augustus 2012

Romantisch smokkelen?

"De autoval op den weg Goirle-Poppel" (Foto's uit: Ons Zuiden, 1932, BHIC)

Sigaren, kauwgom, koffie, boter, katoen, kleding en zelfs horloges en deurmatten. Alles wat los en vast zat en waar iets op te verdienen viel, werd na de Tweede Wereldoorlog in de grensstreek tussen Nederland en België gesmokkeld.

In eerste instantie zagen de meesten smokkelen als een tamelijk ‘onschuldige’ misdaad om hun zware levensomstandigheden iets te verzachten. Hier kwam snel verandering in toen boter het meest winstgevende smokkelproduct in de geschiedenis werd. In de grensstreek ontspon zich een nietsontziend gevecht tussen douane en smokkelaars. Wapens, kraaienpoten, versperringen, pantserwagens en wilde achtervolgingen, geen middel werd geschuwd om smokkelen tegen te gaan.

Ondanks het geweld werd smokkel beschouwd als de meest romantische misdaad uit de Nederlandse geschiedenis. Waarom? Het scheelde de Nederlandse Staat miljoenen per jaar en maakte veel smokkelaars tot vermogende mensen. Smokkelaars hadden zelf eigenlijk nooit het gevoel dat ze iets crimineels deden. “Nee, hoor, het was een groot spel en het getuigde van verregaande stoutmoedigheid”, aldus een paar ondervraagde oud-smokkelaars.

Het zig-zag rijden maakt het er niet gemakkelijker op voor de smokkelaars

Maar ook vóór de Tweede Wereldoorlog werd er heel wat gesmokkeld. In ‘Ons Zuiden’ van vrijdag 18 november 1932 vonden wij een rijk geïllustreerd artikel over de strijd tegen het smokkelen en wat de douaniers nú weer bedacht hadden in de strijd hiertegen: “Het drieste optreden der smokkelaars aan de Nederlandsche-Belgische grens heeft de douane tot radicale maatregelen genoopt. Teneinde de met dolle vaart rijdende automobilisten tot een langzaam tempo te dwingen, brachten de genietroepen op den weg Goirle-Poppel stevige barricaden aan, die de chauffeurs noodzaken hun wagens op bepaalde punten zig-zag over den weg te brengen...” 
Hier zie je welke barrières de automobilisten zullen moeten trotseren voor hun smokkelkunsten...
Wat de douane hiermee wilde bereiken? Brute smokkelaars, die zelfs vanuit de voortrazende wagens op beambten schoten, voorgoed een halt toe roepen.

Veel meer over smokkelen vind je in een aflevering van ‘Andere Tijden’, 2001-2002. (Bron: 'Andere Tijden').



maandag 6 augustus 2012

Honderd gulden voor onderhoud pastoorsgraf

...uit het parochiearchief van H. Antonius Abt...
Het is een keurig getikt briefje uit het archief van parochie H. Antonius Abt in Reek. Er staat in dat in 1923 honderd gulden is betaald voor het onderhoud van het nieuwe grafmonument van pastoor Suys in Reek. Maar niet overal is het onderhoud van graven zo geregeld, met alle gevolgen van dien.

Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier reageerde even geleden op onze site. Zij sprak haar verbazing uit over de verwaarloosde graven van Dorothea en Johannes van Gogh (tante en oom van Vincent van Gogh) in Helvoirt. Al gauw kwam een reactie van Bert van de Brandt die ons wees op een grafmonument in Rosmalen dat serieus aan restauratie toe is. Het betreft het grafmonument van Joh. Theod. Anderegg (1831-1891) en zijn vrouw (vermoedelijk arts in het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch). 
...grafmonument van J.T. Anderegg in Rosmalen...
Onze regiohistoricus Henk Buijks bleek een hele reeks aan foto's te hebben van graven die hard aan een opknapbeurt toe zijn. Van 16de en 17de eeuwse grafkruisen in Beers, Beugen en Schaijk tot foto's van grafstenen uit Kessel en Maren. Van bekende en onbekende mensen; daarin wordt na de dood geen onderscheid meer gemaakt. Zoals dit exemplaar van oud-premier De Quay die begraven ligt in Beers duidelijk laat zien.
...het graf van oud-premier De Quay in Beers...



Blijft de vraag wie de handschoen moet oppakken om de graven aan te pakken. Niet iedereen heeft een betalende kapelaan achter de hand - zoals bij het graf van pastoor Suys - om zorg te dragen voor het onderhoud. Bovendien is het maar de vraag hoe het na ongeveer een eeuw is gesteld met het graf van deze pastoor (of de kapelaan...) Op onze site deden we de suggestie dat restauratie van dergelijke graven mogelijk wordt opgepikt in het kader van Brabant Culturele Hoofdstad 2018. Maar andere suggesties zijn welkom. Wie denkt er mee?

vrijdag 3 augustus 2012

Verraders opgepast!



De president van de Rechtbank, mr. Vliegenthart, tijdens de eerste zitting van het Hof ter berechting van verraders en collaborateurs (foto: Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, 1945)

“Zyn taak is niet gemakkelyk. Het volk vraagt gerechtigheid en kleine straffen stelt het niet tevreden. Hy moet beslissen waar gerechtigheid ophoudt en wraak begint.”  Deze originele tekst staat achterop een foto uit 1945, afkomstig van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.

Op de foto staat een fronsende, voorover gebogen grijze man, mr. Vliegenthart, president van de rechtbank. De foto is gemaakt tijdens de eerste zitting van het Hof ter berechting van verraders en collaborateurs. Hij fungeerde als beroepsrechter van de zuidelijke tribunalen. We snuffelen in zijn archief, dat belangrijke informatie bevat uit de bijzondere rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog.

De Nederlandse regering in Londen stelde in 1943 de bijzondere rechtspleging in, waarmee meteen na de bevrijding een begin werd gemaakt. De bijzondere gerechtshoven deden de zware misdaden, de tribunalen beoordeelden collaborateurs, NSB’ers en profiteurs. In alle 19 arrondissementen werd een tribunaal gevestigd, dat maatregelen kon opleggen aan ‘foute’ Nederlanders zoals internering, ontzetting uit bepaalde rechten en verbeurdverklaring van het vermogen.

Voor de beroepsmogelijkheid werd de zogenaamde ‘Hoge Autoriteit’ in het leven geroepen. In ’s-Hertogenbosch werd hiervoor mr. A.J. Vliegenthart (1881-1950) benoemd, die al dan niet zijn fiat gaf aan uitspraken van de tribunalen in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.

In juni 1948 werden de tribunalen opgeheven, maar de afrondende werkzaamheden werden tot midden jaren vijftig voortgezet. Vliegenthart was tevens werkzaam in de documentatiecommissie voor de zuivering van het overheidspersoneel voor het district ’s-Hertogenbosch, dat de drie provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland omvatte. Hij had ook zitting in een zuiveringscommissie voor leden van de rechterlijke macht.

In 1995 werd duidelijk dat het bureau-archief van Vliegenthart bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch stond. Het werd overgedragen aan het voormalige Rijksarchief en bleek een schat aan informatie te bevatten over de berechtiging na de Tweede Wereldoorlog. Zo bevat het de zogenaamde fiatteringsrapporten van de Hoge Autoriteit te ’s-Hertogenbosch en stukken over de zuivering van overheidsfunctionarissen.

Weet wel trouwens dat dit archief pas in 2035 vrijelijk kan worden geraadpleegd en dat je het nu alleen onder bepaalde voorwaarden kan inzien.

woensdag 1 augustus 2012

Fijne priesterkousen voor 75 cent

...de voorzijde van de prijslijst...
Voor een paar fijne priesterkousen met wol of katoen meegerekend betaalde je 2 gulden 75. Alleen voor het maken werd 75 cent gerekend. De vraag is of er priesters waren die hun bolletje wol aan de blinde meisjes in Grave afgaven om zo voordeliger aan hun kousen te komen.

We zien een archiefstuk van het R.K. Blindengtesticht voor meisjes uit Grave. Het is niet eenvoudig inkomsten te genereren, zo laten de eerwaarde zusters van het Blindengesticht weten als inleiding op de prijslijst die ze hebben opgesteld. “Iedereen moet begrijpen hoe moeilijk het is een handwerk te vinden waardoor een meisje dat blind is den kost kan verdienen. Hoe gering is het loon van breiwerk en haakwerk!”

Toch zijn de prijzen kennelijk te hoog ingeschat. Want we zien dat de prijzen voor “grove vrouwenkousen” en “groote manssokken” handmatig zijn aangepast, soms wel met twintig cent. De prijs van katoenen borstrokken voor kinderen tot tien jaar werd van 1 gulden 25 teruggebracht tot 75 cent. Waren de zusters bang zichzelf uit de markt te prijzen? Was er commentaar gekomen op het prijsbeleid? Of komt het door een mindere kwaliteit van wol of katoen? 

En dat terwijl de inkomsten zo hard nodig zijn, zo blijkt uit dezelfde prijslijst. “Wij verzoeken UE beleefd ons in de gunst van andere afnemers aan te bevelen. Steun onze poging ter liefde Gods! Mochten wij aftrek binden in het borstelwerk vooral, dan meenen wij een groot middel te hebben gevonden, om althans gedeeltelijk in de behoeften der arme blinde meisjes te voorzien.”

Soms vertelt een archiefstuk heel makkelijk zélf zijn verhaal.